N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Boeken
Zuid-Korea Nederland zou veel kunnen leren van Zuid-Korea. Dat blijkt uit een hoogst informatief boek, dat vele facetten van het land blootlegt.
We bellen met een Samsung-smartphone, al dan niet met opvouwbaar scherm, en kijken naar een televisie van LG. We verslinden de serie Squid Game en kijken de film Parasite,de eerste niet-Engelstalige Oscarwinnaar in de categorie beste film. En Nederland was er laat bij, maar inmiddels zijn ook hier tieners massaal verslingerd aan de aanstekelijke K-pophits van BTS en Blackpink.
In De Koreaanse Golf betoogt Remco Breuker dat Zuid-Korea, alle relatief recente populariteit van K-pop ten spijt, ‘nog steeds een zeer slecht gekend land in Nederland [is], terwijl het tegelijkertijd een van onze belangrijkste economische partners is.’ De hoogleraar Koreastudies aan de Universiteit Leiden heeft een punt: vraag een gemiddelde Nederlander wie de dictator van het zogenaamd ‘mysterieuze’ Noord-Korea is en de meesten zullen op zijn minst de eerste twee lettergrepen van Kim Jong-un op kunnen noemen. Vraag wie de president van Zuid-Korea is – nu ja, u snapt het wel.
Over dat ándere Korea schreef Breuker in 2018 De B.V. Noord-Korea. Een kernmacht in de marge. In dit prettig geschreven boek betoogde hij dat we Noord-Korea niet als een communistisch land moeten zien, maar als een hyperkapitalistisch bolwerk – voor het Kim-regime dan. Het bewind is enkel nog bezig met machtsbehoud en het vergaren van geld, bijvoorbeeld door de export van dwangarbeiders en wapens en het stelen van crypto-valuta. Meer dan lijfsbehoud en winstmaximalisatie tellen niet voor Kim en de zijnen, wat hun modus operandi dus niet zo verschillend maakt als van een gemiddeld hedgefonds.
Lees ook: de recensie over deze twee Korea-boeken
De noorderbuur, waarvan de dreigende schaduw altijd over Zuid-Korea hangt, komt ook geregeld aan bod in Breukers nieuwste boek – maar de focus ligt echt op het begrijpen van het historische en huidige Zuid-Korea. De Koreaanse Golf is goeddeels thematisch geordend – waardoor het boek moeiteloos wisselt van de moeizame relatie met oud-kolonisator Japan en rol van gangsters in Koreaanse films via hereniging van Noord- en Zuid-Korea naar het, eufemistisch gezegd, veeleisende bestaan van scholieren en starters op de arbeidsmarkt. Breukers informatieve en boeiende boek veronderstelt soms wel iets te veel voorkennis bij de lezer en zou gebaat zijn geweest met een historische tiijdlijn.
Tech-walhalla
Het beeld dat de meeste lezers bij Zuid-Korea zullen hebben, is dat van een economisch voortvarend techwalhalla. Dat was niet altijd het geval, zo schrijft Breuker: in 1953 was Zuid-Korea nog het armste land ter wereld, nu is het de tiende economie van de wereldranglijst. ‘Het wonder aan de Hanrivier’, zo wordt de ongekende economische opmars van de ‘Aziatische tijger’ Zuid-Korea ook wel genoemd. Breuker beschrijft treffend hoe bijzonder het is dat Zuid-Korea zich in slechts twee generaties ontwikkelde van een land dat ontwikkelingshulp ontving naar een natie de hulp kan geven.
Een belangrijke rol was en is hierbij weggelegd voor de zogeheten chaebol: gigantische familieconglomeraten waarbinnen een hele reeks bedrijfstakken wordt gecombineerd. ‘Samsung is verantwoordelijk voor meer dan 20 procent van het bruto nationaal inkomen en de vijf grootste conglomeraten samen voor de helft ervan’, schrijft Breuker. Iedereen weet wel dat Samsung – koning van de chaebol – telefoons, tv’s en andere elektronica maakt, maar daar houdt het niet op. ‘Je kunt geboren worden in een Samsung-ziekenhuis, naar school gaan in een Samsung- uniform op een Samsung-school, studeren aan een universiteit van Samsung en als je echt heel veel geluk hebt gaan werken bij Samsung’.
Dat heeft gevolgen voor zowel de democratie als de persvrijheid in het land, aangezien Samsung ook op die gebieden zijn financiële slagkracht laat gelden. Breuker ziet hier een waarschuwing in – ook voor Nederland – om de macht en invloed van het bedrijfsleven niet te veel te laten groeien.
Wat voor de meeste lezers, inclusief ondergetekende, als grootste verrassing zal komen is de ongekend belangrijke rol die de Vietnamoorlog heeft gespeeld bij de sociaal-economische ontwikkeling van Zuid-Korea. Niet alleen kregen de circa vijftigduizend militairen die Seoul naar het land zond goed betaald door de Amerikaanse overheid, ook werden Zuid-Koreaanse chaebol beloond met gunstige handelscontracten of lagere importtarieven. Dit ging niet om een leuk extraatje, maar was een boost die het wonder aan de Hanrivier mede mogelijk heeft gemaakt.
Een tweede ‘wonder’ dat Breuker uitlicht betreft de democratisering van Zuid-Korea, dat pas sinds 1987 militaire dictatuur af is. Een perfecte democratie is het land niet, zo blijkt elders in het boek, net zoals de democratie elders niet perfect is. Toch is het bijzonder hoe in 2016 Zuid-Koreanen hun eigen president wisten af te zetten, door maandenlang met honderdduizenden en uiteindelijk zelfs met meer dan een miljoen mensen te protesteren tegen de corrupte praktijken van Park Geun-hye. Een hoopvol voorbeeld voor de kracht van de democratie, in een tijd waaraan daar steeds meer twijfels over zijn. De corruptiezaak had een opvallende parallel met de Nederlandse Greet Hofmans-affaire, omdat Park geheime documenten bleek te hebben voorgelegd aan een spirituele goeroe – tevens de vader van een vriendin van haar.
Lees ook: celstraf voor Park Geun-hye
K-Culture
Natuurlijk besteedt het boek aandacht aan de populariteit van ‘K-Culture’. Zowel het loslaten van de censuur, de rol van de chaebo en de internationalisering van Zuid-Korea droegen bij aan het megasucces van K-pop. Breuker spreekt van een ‘perfecte storm’ van gunstige omstandigheden die tot het mondiale succes van Koreaanse popmuziek leidde.
Breuker betoogt dat Nederland veel kan leren van Zuid-Korea. Beide landen staan voor vergelijkbare uitdagingen – waarbij Zuid-Korea in sommige opzichten ‘voor’ loopt. Vaak gaat het niet per se om positieve voorbeelden: zo is de kloof tussen arm en rijk zo uit de hand gelopen dat vier op de tien jongeren zich inmiddels als ‘arm’ beschouwt en steeg de gemiddelde huizenprijs in Zuid-Korea in vijf jaar met maar liefst 80 procent.
Nederland kan lessen trekken uit zulke verschijnselen om vergelijkbare problemen te voorkomen, aldus Breuker. Ook de giftige polarisatie in de Zuid-Koreaanse politiek kan dienen als een anti-voorbeeld.
Of Nederland open staat voor zulke lessen, is de vraag. Breuker herhaalt zijn kritiek op het zogeheten Nederlands ‘oriëntalisme’ richting Zuid-Koreanen of, erger nog, ‘Aziaten’.
Zulke clichématige vooroordelen uitten zich het duidelijkst in coronatijd, toen de succesvolle Zuid-Koreaanse aanpak werd verklaard door het stereotype dat Zuid-Koreanen ‘een gehoorzaam, gedwee en collectivistisch volk dat goed luistert naar autoriteit’ zouden zijn. Breuker toont in zijn boek dat heden en verleden iets heel anders laten zien.
Kan Zuid-Korea omgekeerd ook van Nederland leren? Het antwoord is: Seoul heeft dit al decennia geleden ingezien en onderzoekscommissies naar Nederland gestuurd. ‘Hoe werkt lokaal bestuur hier? Hoe ziet het Nederlandse sociale vangnet eruit? Hoe werkt de intensieve landbouw? Hoe creëer je nieuw land uit wat zee is?’, schrijft Breuker. Om vervolgens Nederland nog eens een spiegel voor te houden: ‘Nederland heeft als samenleving niet hetzelfde soort belangstelling voor Zuid-Korea gehad, terwijl er meer dan genoeg gebieden zijn waar Zuid-Korea met soortgelijke problematiek als Nederland te kampen heeft.’