N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Rusland Met zijn invasie van Oekraïne plaatste Vladimir Poetin zich definitief als despoot op het wereldtoneel. Hoelang zit de wereld nog aan hem vast?
Een kleine, kalende man staat voor een altaar met schitterende, veelkleurige iconen van de moeder Gods. Zijn blik is star, zijn knieën wiebelen een beetje. Onder zijn donkerblauwe windjack is een witte coltrui te zien en vagelijk de omtrek van een kogelvrij vest. Verveeld dwalen zijn ijsblauwe ogen omhoog naar de door eeuwen van wierook en kaarsen vervaagde fresco’s op de muren van de kathedraal. Terwijl het gezang van de priesters klinkt, slaat de man een orthodox kruis. Hij staat er somber en ietwat verloren bij. Een kaal dennenboompje slaagt er niet in een kerstsfeer op te roepen.
Op 7 januari, na bijna een jaar van oorlog en verwoesting in Oekraïne, vierde de Russische president de Orthodoxe kerstmis. Om hem heen geen lachende kinderen zoals in voorgaande jaren, geen plechtige entourage, geen bewonderende burgers – zelfs geen ingehuurde acteurs. Moederziel alleen stond Vladimir Poetin onder de gouden koepels van de Verkondigingskathedraal in het Kremlin, de kerk waar de Russische tsaren eeuwenlang hun kinderen doopten, trouwden en baden in tijden van oorlog en oproer.
Met zijn imperiale ambities, oorlogszucht en de duur van zijn regeerperiode steekt Poetin inmiddels menig tsaar naar de kroon
Met zijn imperiale ambities, oorlogszucht en de duur van zijn regeerperiode steekt Poetin inmiddels menig tsaar naar de kroon. Bijna een kwarteeuw is hij nu aan de macht. Een periode waarin hij gestaag uitgroeide tot een despoot, verwikkeld in een allengs existentiëlere, in sommige opzichten waanzinnige, strijd met een vijandige buitenwereld. Sinds de inval in Oekraïne heeft de president zich definitief als opperschurk gemanifesteerd. Hoelang zit de wereld nog aan hem vast?
Mysterie
Er zijn weinig leiders op aarde die zó intrigeren als de zeventigjarige Vladimir Vladimirovitsj Poetin. Alle stadia van zijn leven en psyche werden de afgelopen jaren bijna obsessief uitgeplozen en geanalyseerd. Hoe hij als brutaal straatschoffie in de naoorlogse jaren de binnenplaatsen van Leningrad onveilig maakte. Hoe hij als tiener solliciteerde bij de KGB, werd weggestuurd, en een paar jaar later alsnog werd gerekruteerd voor de buitenlandse spionnendienst. Hoe hij in het Oost-Duitse Dresden de val van de Sovjet-Unie meemaakte, en die nooit helemaal te boven kwam. Poetins felbegeerde carrière als KGB-spion strandde al na een paar jaar, met eerst het einde van de DDR, en daarna dat van de Sovjet-Unie. Net als miljoenen Russen verloren de Poetins – Vladimir, zijn vrouw Ljoedmila en twee jonge dochters Katerina en Maria – van de ene op de andere dag hun land en bestaanszekerheid. Hoewel Poetin later toegaf dat de gebeurtenissen „onvermijdelijk” waren, werd zijn hoop dat er een nieuwe, machtige entiteit voor de USSR in de plaats zou komen de grond in geboord. „Er werd geen alternatief voorgesteld. Dat deed pijn”, zei Poetin in 2000 in zijn biografie. Vanuit hun gesloten, relatief welvarende, Dresdener KGB-bubbel terugkeren naar het rauwe, armoedige Leningrad was een „vreselijke” ervaring, schreef Ljoedmila. „Alles bevond zich in een staat van ontbinding”.
Hadden de Poetins de omwenteling in Rusland meegemaakt, dan waren ze waarschijnlijk positiever geweest over de door Gorbatsjov ingezette veranderingen, schreef de Brits-Amerikaanse Rusland-kenner Fiona Hill een aantal jaar terug. „Poetin was een totale buitenstaander wat de perestrojka betrof. Hij speelde geen rol in glasnost. Hij nam geen deel aan debatten en hij las er waarschijnlijk ook niet echt over.”
Er brak een tijd aan van hoop en wilde vrijheid, waarin handige opportunisten voor een prikje de aandelen in staatsbedrijven opkochten, die van de hand werden gedaan. Ook Poetin maakte een carrière-doorstart, waarbij zijn vermogen om zich aan te passen, te spiegelen en zijn meerderen te bespelen – een eigenschap die hem in zijn KGB-loopbaan al had geholpen – goed van pas kwam.
Die gave ontlokte de Britse Rusland-deskundige Mark Galeotti, in een interview met NRC, eens de vergelijking met een rorschach-inktvlek. „Van de ultieme maffia-Don tot een goed patriot, iedereen projecteert zijn eigen fantasie op hem. Zeg mij wie Poetin is, en ik zeg je wie jij bent.”
In 1990 kreeg Poetin een baan op het Petersburgse gemeentehuis, waar hij met ijver en goede ideeën de hervormingsgezinde burgemeester Anatoli Sobtsjak bijstond. Al snel kwam zijn loyale en tegelijk onafhankelijke opstelling het Kremlin ter ore, waar Boris Jeltsin hoorde spreken over een „sterke manager” uit Petersburg. „Precies daarom wilde ik met hem praten”, zou Jeltsin later vertellen, toen hij Poetin in 1998 directeur maakte van KGB-opvolger FSB.
De president mag een einzelgänger lijken, Poetin verzamelde al in de jaren negentig een groep loyale en nuttige bondgenoten om zich heen, die hem zijn hele carrière zouden vergezellen. Zijn KGB-collega’s Aleksandr Bortnikov, Nikolaj Patroesjev en Sergej Narysjkin (prominente leden van zijn Veiligheidsraad), de judobroertjes Arkadi en Boris Rotenberg, de gevreesde zakenman Igor Setsjin, de gebroeders Kovaltsjoek. Zij zouden een belangrijke rol spelen bij de wording van het poetinisme, het sterk hiërarchische, populistische en zwaar op vriendjespolitiek leunende machtssysteem waarvan Poetin de dubieuze eer toekomt naamgever te zijn; een cocktail van conservatisme en wetteloosheid, waarbij hoofdrolspelers voortdurend tegen elkaar worden uitgespeeld.
De president mag een einzelgänger lijken, Poetin verzamelde al in de jaren negentig een groep loyale en nuttige bondgenoten om zich heen, die hem zijn hele carrière zouden vergezellen
Het ging met het nieuwe Rusland niet zoals gehoopt. Jeltsin had er met al zijn goede bedoelingen een potje van gemaakt, was in Tsjetsjenië verwikkeld in een rampzalige oorlog, en werd met zijn drankzucht de risee van de internationale gemeenschap. De tot oligarchen uitgegroeide sjacheraars, die het zich gemakkelijk hadden gemaakt in het Kremlin, Ruslands rijkdommen en de media beheersten, zagen in Poetin iemand die orde kon houden, maar hen niet in de weg zou staan bij het leegscheppen van het land. Op 31 december 1999 droeg een geëmotioneerde Jeltsin het stokje over.
Ook voor het Westen leek Poetin een geruststellende optie. De nieuwe president sprak over vrijheden, democratie en burgerrechten, was jong en sportief en als geheelonthouder na Jeltsin een verademing. Tony Blair, Bill Clinton en Jacques Chirac maakten kennis met een westers georiënteerd leider, die Russen ‘Europeanen’ noemde en een toetreding van Rusland tot de NAVO niet uitsloot. „Ik kreeg een blik in zijn ziel, en zag een man die zeer betrokken is bij zijn land”, zei George W. Bush in 2001.
Maar Rusland bleek moeilijker te besturen dan gedacht, en de voormalig KGB-officier niet de democraat waar het Westen op had gehoopt. Hij bleek slecht bestand tegen de druk van alle vrijheden. Geweld leek de enige uitweg. Luttele maanden na zijn aantreden escaleerde hij de oorlog in Tsjetsjenië tot een verzengend offensief tegen de burgerbevolking.
Nog een keerpunt kwam in augustus 2000, toen twee explosies op de Russische atoomonderzeeër Koersk het enorme schip naar de bodem van de Barentszzee deden zinken. Terwijl Poetin vakantie vierde in Sotsji, probeerden Russische reddingswerkers de opgesloten, nog levende bemanningsleden te bereiken. De operatie ging gepaard met grote problemen, maar gewend als zij uit het Sovjet-systeem waren om tegenslagen onder de pet te houden, hielden Poetins ondergeschikten dagenlang vol dat zij de reddingsoperatie onder controle hadden.
Terwijl Poetin vakantie vierde in Sotsji, probeerden Russische reddingswerkers de opgesloten, nog levende bemanningsleden te bereiken
Eenmaal op de hoogte van de werkelijke situatie en van de groeiende onrust onder familieleden van de opvarenden, vertrok de president onwillig en veel te laat naar Moermansk om zijn landgenoten bij te staan. Toen Noorse duikers na een week slechts lichamen en afscheidsbriefjes vonden, belandde de president – net honderd dagen op zijn post – in een onvervalste mediastorm.
„Die is gezonken”, antwoordde hij een maand later besmuikt grinnikend op de vraag van de Amerikaanse talkshow-presentator Larry King, wat er met de onderzeeër was gebeurd. Niet alleen maakte Poetin een weinig empathische indruk, hij moest tegenover King bekennen geen idee te hebben hoe de ramp had kunnen gebeuren. De affaire zou hem slecht bekomen.
Catastrofale misser
Niet lang daarna merkten Kremlin-medewerkers een verandering op bij hun baas. „Wij zagen dat de koers wijzigde”, zegt de Russische politiek analist en adviseur Abbas Galljamov via Skype vanuit Tel Aviv, waar hij voor zijn veiligheid verblijft. In 2000 en tussen 2010 en 2012 werkte Galljamov in de referentoera, de Kremlin-pool van speechschrijvers. Hierna ontpopte hij zich tot fel criticus van de president. Terug naar Moskou gaat hij voorlopig niet. „Ik heb te veel censuurwetten overtreden.”
De talloze Kremlin-bijeenkomsten gaven Galljamov alle tijd om Poetins gedrag te bestuderen. „Waar Jeltsin gewoon was teksten van a tot z voor te lezen, waren die voor Poetin meer een inspiratiebron.”
Poetin bleek een vlotte spreker, maar geen debater en iemand die bij tegenspraak gauw van zijn stuk werd gebracht. Dat werd erger na de „catastrofale misser” met de Koersk, vertelt Galljamov, toen Poetin zijn openbare optredens steeds strakker liet regisseren. Spontaniteit was voortaan uit den boze en situaties die konden uitlopen op een discussie, ging hij liever uit de weg. „Hij heeft het de media nooit vergeven dat ze hem in die positie hadden gebracht. Deed hij eens een interview met een kritische journalist, dan begon hij te hakkelen en was hij makkelijk op fouten te betrappen.”
De reality check was wederzijds: de Koersk-ramp duwde Poetin met zijn neus op de beroerde staat van het land dat hij had geërfd. Een land van anarchie en incapabele functionarissen, waar de president door burgers werd bespot en arrogante oligarchen de macht hadden gegrepen. Een land waar het federale leger nog maar 5 procent van het staatsbudget ontving en tegelijk oorlog voerde tegen een opstandige bevolkingsgroep. Er moest orde komen, en snel.
Veiligheidsapparaat
Op alle vlakken begon Poetin al in zijn eerste regeringsjaar de touwtjes aan te trekken. De oligarchen, die het zich in de Jeltsin-jaren gemakkelijk hadden gemaakt in het Kremlin, kregen de keus: inbinden of vertrekken. Poetin haalde zijn Petersburgse kameraden naar Moskou en gaf hen de macht over het uitdijende veiligheidsapparaat, staatsbedrijven en de media. Zo werd de nieuwe politieke kaste geboren die Rusland nog altijd onder controle houdt: de siloviki, de ‘machtsmensen’ die hun kapitaal zonder tussenkomst van de wet naar hartelust konden uitbreiden. De gewone Rus leerde ondertussen zich nergens mee te bemoeien en zich te concentreren op het dagelijks leven.
Daar groeiden de mogelijkheden. Economisch ging het Rusland voor de wind. De olie- en gasprijzen stegen naar ongekende hoogtes en de president – die was gepromoveerd op het belang van grondstoffen voor de Russische economie – begon de enorme reserves in het land onder zijn controle te brengen. Met de fusie van Rosneft en Gazprom creëerde Poetin in 2005 een megabedrijf. Maar de grote klapper kwam met de illegale overname van oliebedrijf Yukos waarvan de eigenaar, Michail Chodorkovski – een opgeklommen computerhandelaar met democratische ambities – al was gearresteerd.
Het scheppen van orde ging gepaard met een ijzige onverschilligheid ten aanzien van mensenlevens. Duizenden burgers kwamen om tijdens de heftige bombardementen in Tsjetsjenië, maar de president gaf geen kik. „Pijnlijk vertrouwd”, noemde Lana Estemirova, dochter van de in 2009 vermoorde journalist en activist Natalia Estemirova, vorig jaar de berichten uit Oekraïne over lukrake beschietingen, martelingen en executies door het Russische leger. „Hoe heeft dit opnieuw kunnen gebeuren?”
Het scheppen van orde ging gepaard met een ijzige onverschilligheid ten aanzien van mensenlevens
Ondertussen groeide in Poetins hoofd de overtuiging dat zijn nieuwe westerse bondgenoten helemaal geen partnerschap wilden, maar vooral oog hadden voor hun eigen belangen. „Als ze ons wegduwen, rest ons niets anders dan onszelf te versterken”, had Poetin al in 2000 opgemerkt. Volgens de Russische journalist Michail Zygar, auteur van de bestseller All the Kremlin’s Men, was het de Amerikaanse invasie in Irak die hem 2003 de ogen opende. Russische diplomaten geloofden niet in de aanwezigheid van chemische wapens en vreesden dat regime change in Irak catastrofaal zou uitpakken, met regionale instabiliteit en een spill-over van terreur naar de Kaukasus.
Dat het Westen zich ondertussen permitteerde kritiek te hebben op zijn allengs autoritairder regeerstijl maakte Poetin razend. Westerse diplomaten die kwamen praten over mensenrechten werden steevast gewezen op tekortkomingen in eigen land. Galljamov: „Poetin gelooft in de absolute soevereiniteit van Rusland, waar een leider mag doen wat hij wil. En hij kon natuurlijk niet toegeven dat het Westen hem dwarsboomde bij het inperken van burgervrijheden. Het was makkelijker om het Westen ervan te beschuldigen het Russische waardensysteem en Rusland zélf te ondermijnen.”
‘Verborgen invasie’
Dat laatste zag Poetin ook terug in de westerse bemoeienis met de voormalige Sovjet-regio, in de opeenvolgende NAVO-uitbreidingen tot aan de Russische grenzen en de kleurenrevoluties in Georgië (2003) en Oekraïne (2004). Op de veiligheidsconferentie in München (2007) spuide hij in niet mis te verstane bewoordingen zijn onvrede over de ‘unipolaire’ dominantie van de VS, die hij een bedreiging noemde voor de veiligheid en soevereiniteit van individuele landen. „Russen wordt de les gelezen over democratie. Maar zij die ons beleren, willen daar om de een of andere reden zelf weinig van weten.”
Vier jaar later was het ook in Rusland zover: tienduizenden Russen gingen de straat op tegen Poetins frauduleuze herverkiezing, mogelijk gemaakt dankzij een ingenieuze wisseltruc met zijn trouwe adjudant Dmitri Medvedev. Poetin zag in het protest geen uiting van onvrede van een murw geslagen volk, moe van corruptie, geweld en vriendjespolitiek, maar een door de VS georkestreerde aanval om Rusland de nek om te draaien. De ‘Bolotnaja-protesten’ vormden de opmaat voor heftige repressie. Activisten, politici en mensenrechtenverdedigers moesten het ontgelden. Ngo’s werden gebrandmerkt als ‘buitenlands agent’, critici weggezet als ‘onpatriottisch’ of simpelweg ‘verrader’, oppositiepolitici uit de weg geruimd.
Historici en propagandisten kregen de opdracht het Russische verleden te ontdoen van zijn scherpe randjes. ‘De Grote Vaderlandse Oorlog’ (WO II) werd het middelpunt van de recente geschiedschrijving, schoolboekjes werden herschreven tot een lofzang op het machtige Rusland, waarin voor historisch onrecht als de Stalin-terreur geen plaats meer was. Ook Poetins eigen verleden werd opgeschoond. Er kwamen gelikte pr-campagnes en bizarre macho-toneelstukjes waarin niet de Russische burgers, maar paarden, tijgers en snelle auto’s de bijrol kregen.
Hoe hoger Poetins troon, hoe dieper de presidentiële echoput. „De cultuur in het Kremlin bepaalt dat je Poetin niet vertelt wat hij niet wil horen. Een gevolg is dat medewerkers hem vertellen wat zij dénken dat hij wil horen. Eén van de grootste problemen van het Russische politieke systeem”, zei Ruslandkenner Galeotti in 2019 tegen NRC. Zo leek Poetin steeds verder weg te drijven in een wereld van imperiale luchtkastelen.
Na de massale demonstraties tegen Poetins herverkiezing zat de schrik er in het Kremlin goed in. En net toen de dreiging van een binnenlandse opstand met behulp van keiharde repressie leek afgewend, sloeg in buurland Oekraïne de vlam in de pan. In Kiev kwamen Oekraïners in opstand tegen de besluiteloze, pro-Russische president Janoekovitsj, die uiteindelijk de benen naar Moskou nam. Niet veel later verschenen mysterieuze ‘groene mannetjes’ op de Krim, Russische eenheden die de controle grepen.
Met de annexatie van de Krim plaatste Poetin zich terug op het wereldtoneel. Het schiereiland – dat in de geschiedenis vele malen van ‘eigenaar’ wisselde – werd door veel conservatieve Russen nog altijd gezien als nasj – van ons. Terwijl in Oekraïne en het Westen de verontwaardiging rondkolkte, kreeg Poetin van zijn opgehitste achterban een staande ovatie. Aangemoedigd door dit succes besloot hij te kijken hoeveel verder hij kon gaan. Zo begon de ‘verborgen invasie’ van de Donbas, die na acht jaar zou ontbranden in de heftigste oorlog op het Europese continent in decennia.
Vanaf 2015 verslapte de westerse aandacht en kwamen de vredesonderhandelingen muurvast te zitten. Terwijl het conflict in de Donbas langzaam bevroor, verplaatste ook Poetin zijn aandacht naar andere landen. In Syrië doken Russische huurlingen van de geheimzinnige Wagnergroep op om de Syrische dictator Assad te steunen. Het bleek een succesformule. Tal van regimes in Afrika en het Midden-Oosten stonden te springen om geld en grondstoffen te ruilen voor militaire steun uit Moskou. Het ging Poetin voor de wind en hoe verder hij de grenzen van het toelaatbare testte, hoe verder hij bleek te kunnen gaan. Met een zoveelste grondwettelijke goocheltruc eigende hij zich de mogelijkheid toe nog twee termijnen – tot 2036 – aan de macht te blijven.
Hoe verder hij de grenzen van het toelaatbare testte, hoe verder hij bleek te kunnen gaan
En toen kwam corona. Doodsbang voor het virus trok Poetin zich terug in een peperdure ‘coronabunker’, van waaruit hij zijn grip op de buitenwereld steeds verder leek te verliezen. Zijn groep vertrouwelingen slonk, informatie ontving hij vrijwel alleen nog per beeldscherm, reizen deed hij nauwelijks nog. Hoe kleiner zijn wereld, hoe groter zijn hoogmoed en zelfoverschatting. Hoewel ruim een miljoen Russen door gebrekkig coronabeleid zouden sterven, pochte Poetin dat Rusland het virus „effectiever” had aangepakt dan andere landen.
De ‘bunker-opa’, zoals de in januari 2021 naar Rusland teruggekeerde en sindsdien opgesloten oppositieleider Aleksej Navalny hem spottend noemde, ging zich steeds vreemder en agressiever gedragen. Terwijl binnenlandse protesten voor Navalny keihard werden neergeslagen, veranderde Poetin stilaan in een televisiebeeld. Schaars internationaal overleg vond uit angst voor corona plaats aan meterslange tafels, waar regeringsleiders hem wanhopig van zijn ramkoers af probeerden te praten.
Frontale aanval
Die inspanningen mochten niet baten. Precies een jaar geleden deed Poetin wat iedereen vreesde, maar bijna niemand kon geloven: een frontale aanval op Oekraïne. In een nachtelijke live uitgezonden speech, doorspekt met onheilspellende termen als „demilitarisatie” en „denazificatie” van het buurland, liet hij al zijn opgekropte woede en haat tegen de NAVO, Oekraïne en het Westen naar buiten. „Ik hoop dat ik gehoord zal worden”, donderde de president.
Naast wraak op Oekraïne, was er een tweede reden voor de invasie. Poetins populariteit, na de Krim-annexatie tot grote hoogtes gestegen, hadden na 2018 een zorgwekkende daling ingezet. Met een ‘snelle overwinningsoorlog’ dacht het Kremlin de ratings weer omhoog te krijgen. Galljamov: „Poetin voelde dat hij aan het verliezen was. Hij was gewend om door het volk aanbeden te worden, maar nu keerde het volk zich van hem af. Poetin is nooit in staat geweest om fouten te erkennen, te zeggen ‘jongens ik heb het verkeerd gedaan’. Zijn woede leefde hij liever uit op zijn omgeving.”
Maar de gehoopte snelle regime change in Kiev pakte anders uit. Blunderende Russische veiligheidsdiensten hadden het Oekraïense verzet, president Zelensky en de westerse reactie ernstig onderschat. Galljamov: „Poetin werd diep teleurgesteld door zijn vertrouwelingen. Jarenlang hadden ze hem geld afhandig gemaakt en gezegd: „Vladimir Vladimirovitsj, geen zorgen! Wij bouwen de slimste veiligheidsdiensten en het beste leger ter wereld. Maar toen het menens werd, bleek dat één grote farce.”
Krisenkompetenz
Oorlog maakt eenzaam, weet ook Poetin. Sinds de invasie in Oekraïne is de kans op een aanslag op zijn leven zienderogen toegenomen. Publieke optredens worden afgezegd en waar de president zich nog in het openbaar vertoont, wordt hij omringd door acteurs en blijft hij ver buiten bereik van eventuele kwaadwilligen. Deze week onthulde het Russische onderzoekscollectief Dossier dat Poetin zich sinds vorig jaar vrijwel alleen nog verplaatst in een gepantserde trein. De presidentiële trein zou naast gepantserde wagons zijn uitgerust met speciale antennes, en de dienstregeling zo aangepast dat hij snel op bestemming is. Valdai bijvoorbeeld, zijn geliefde buitenverblijf in de bossen van Karelië, of bad- en vergaderoord Sotsji aan de Zwarte Zee.
Buiten een nederlaag in Oekraïne, lijkt de grootste bedreiging voor Poetins politieke voortbestaan dit zelf gecreëerde isolement en de dodelijke omhelzing van zijn vertrouwelingen. Doken Poetins elites na de inval in de struisvogelstand, inmiddels heerst volgens de goed ingevoerde Kremlin-journalist Farida Roestamova een „suïcidale stemming” en beseffen zijn vertrouwelingen dat ze hun greep op de roekeloze, door wraaklust gedreven president definitief kwijt zijn. „Poetin kiest altijd de escalatie”, zei een Kremlin-bron vorig jaar. „Er is een totaal gebrek aan coördinatie. Poetin vertelt iedereen iets anders”, aldus een ander.
Dergelijke alarmsignalen overtuigen sommige analisten dat Poetin de regie kwijt is en Rusland op weg is een failed state te worden, waarin de Russische staat zijn geweldsmonopolie verliest, grenzen onhoudbaar worden en burgers met tienduizenden op de vlucht slaan. „De Russische staat faalt in zijn meest elementaire functie. In plaats van zijn burgers te beschermen, is de staat hun grootste bedreiging geworden”, aldus Arkady Ostrovsky eind vorig jaar in The Economist. Onlangs deed de Amerikaanse denktank The Atlantic Council er nog een schepje bovenop: in een peiling onder (westerse) deskundigen meende 40 procent dat Rusland het komende decennium niet haalt.
Maar zulke, vooral in het Westen veelbesproken doemscenario’s onderschatten de Russische veerkracht. Na decennia van crises, politieke malaise en repressie beschikken Russen over een niet te onderschatten Krisenkompetenz. ‘Oekraïne’ is voor de miljoenen straatarme Russen buiten de grote steden mijlenver weg, en in veel huishoudens overstijgen de dagelijkse problemen het oorlogsgedruis. Het leger vormt een ‘sociale lift’ en Russische mannen die onder druk van de propaganda toch gaan vechten zorgen voor een broodnodig inkomen. Daarbij zijn de sancties voor veel Russen nog nauwelijks merkbaar en past de Russische economie zich, dankzij niet-westerse bondgenoten, razendsnel aan.
Uiteindelijk zal de machtsstrijd in het Kremlin de toekomst van Rusland bepalen. Zal Poetin dit tweede oorlogsjaar overleven en zijn ratings tot de verkiezingen van 2024 blijven bespelen? Of ziet hij zich onder druk van oorlog gedwongen zijn toekomstplannen te wijzigen? En zo ja: wie uit zijn club van oude, vermoeide, bekvechtende kameraden vertrouwt hij nog genoeg om het stokje over te dragen?
Het lijkt haast onvoorstelbaar dat hij ongeschonden uit de strijd tevoorschijn zal treden. Maar als Vladimir Poetin de afgelopen twintig jaar iets heeft laten zien, dan is het zijn opmerkelijke overlevingskunst. En zolang hij zelf gelooft in een victorie zullen zijn vertrouwelingen hem niet in de steek laten. Het verhaal Poetin is voorlopig nog niet ten einde.