Hoe verder na de excuses van de koning? ‘Surinamers moeten deze handreiking nu accepteren’

Foto Harvey Lisse

Interview

Xaviera Plet Na de excuses van de koning is er kans op heling. Dat proces begint met meer onderzoek naar de slavernijgeschiedenis, in Suriname en – vooral – door Surinamers zelf, zegt historicus Plet.

Vorige maand sloot de Surinaamse historicus Xaviera Plet (28) een lezing in Paramaribo over de doorwerking van de slavernij af, met de beroemde regels uit Redemption Song van Bob Marley: ‘Emancipate yourselves from mental slavery, none but ourselves can free our mind.

Nu blikt Plet, die behoort tot een nieuwe lichting Surinaamse historici, terug op de excuses van koning Willem-Alexander, zaterdag bij de Keti Koti-herdenking. Moeten die geaccepteerd worden? En hoe verder?

Plet is een van de jongste historici in Suriname. Daarnaast is ze ex-fotomodel en hoofdbestuurslid van plantage La Prospérité, een voormalige houtplantage in het district Parra, waar haar voorouders als tot slaaf gemaakten werkten. Nu de excuses van de koning op tafel liggen, waarbij hij ook om vergiffenis vroeg, kan er wat Plet betreft gewerkt worden aan heling en herstel. „We moeten die handreiking nu accepteren en er naar toe werken dat we kunnen herstellen. We zijn als het ware gebroken zielen. Onze voorouders waren gebroken zielen. Maar zij hebben dat generatie op generatie doorgegeven. Dat is de mentale slavernij die nog steeds voelbaar is in de huidige Surinaamse samenleving. Fysieke pijn verdwijnt, maar de geestelijke pijn niet.”

Het is een eerste stap dat de koning nu excuses heeft gemaakt, zegt ze. „Hoe je het wendt of keert, het koningshuis heeft een grote rol gespeeld in de slavernij en heeft zich ermee verrijkt. Maar ik zie dit als een eerste stap waarin een belangrijke speler van de toenmalige onderdrukkers zegt: ‘We zaten fout, we hebben veel leed aangericht, en daarvoor vragen we vergiffenis.’ Ik zie dit als een positieve handreiking. Het ligt nu aan ons, als nazaten van tot slaaf gemaakten om die handreiking te accepteren zodat we kunnen herstellen.”

Rituelen en religies

Ze studeerde in 2019 af aan de Anton de Kom-universiteit op het onderwerp geboorte- en rouwrituelen bij de stadscreolen. Ze koos opzettelijk niet voor de term ‘Afro-Surinamers’ omdat daar ook de Marrons onder vallen. Zij ontsnapten van de plantages en stichtten in het binnenland leefgemeenschappen waarbij ze hun Afrikaanse rituelen en tradities veelal intact hielden en tot op de dag van vandaag wisten voor te zetten. „De mensen die op de plantages bleven, en na de afschaffing van de slavernij naar Paramaribo trokken, en die we in Suriname ‘stadscreolen’ noemen, lag dat anders. Op de plantages mochten ze hun rituelen en Afrikaanse religies niet beleven. De oorspronkelijke rituelen vervaagden daardoor, en vermengden zich met Europese en ook inheemse invloeden. De kerk speelde ook een grote rol, door de mensen het christendom op te dringen.”

Dat verlies van de eigen cultuur en daarmee identiteit is een van de doorwerkingen van de slavernij die nu nog voelbaar zijn in het huidige Suriname. „Eigenlijk zijn we beland in een grote identiteitscrisis, door dat verlies van onze tradities. Bovendien kunnen we ook niet meer traceren waar onze werkelijke roots liggen. Als we de slavenregisters in duiken kunnen we misschien nog achterhalen op welke plantage onze voorouders aangesteld waren. Maar als we onze oorsprong verder willen traceren, waar bijvoorbeeld in West-Afrika onze roots liggen en wat onze familieverhalen daar waren, dan komen we niet ver. De oorspronkelijke namen werden van de mensen afgenomen en ze kregen fictieve namen. Doordat we de tradities en taal hebben verloren zien we door de bomen het bos niet meer.”

Ze vertelt over een oproep op Facebook die ze onlangs zag. Iemand vroeg zich wanhopig af welke rituelen Afro-Surinamers moeten gebruiken als ze in het huwelijk treden. „Er kwamen enorm veel reacties. Maar niemand wist met zekerheid hoe het zat. Ik ook niet. Er is heel veel verloren gegaan.”

Xaviera Plet behoort tot een nieuwe lichting historici die nu hun weg vinden richting het onderzoeksveld, met alle uitdagingen die dat met zich meebrengt, want geld en middelen voor onderzoek zijn er in Suriname nauwelijks. Toch is dit een cruciale groep, want er is nog steeds weinig slavernij-onderzoek in Suriname, door Surinamers zelf. Het zijn vooral Nederlandse onderzoekers die – zeker nu het onderwerp ook in Nederland alsnog op de kaart staat – met beurzen vanuit Nederland, naar Suriname afreizen, hier onderzoek doen naar het slavernij verleden, en vervolgens weer naar Nederland vertrekken. Daarom is het voor het onderzoek over de doorwerking van slavernij ook cruciaal dat dit door Surinaamse wetenschappers en historici wordt gedaan, vanuit een eigen perspectief meent Plet. „Onderzoek vanuit onze eigen bril.”

Je kleur ‘verhogen’

Doorwerking is duidelijk zichtbaar in de gevolgen van de verdeel-en-heers-politiek, waarop de Nederlandse plantagehouders en kolonisten hun machtssysteem baseerden. Er waren de vernederingen: zoals het brandmerk, als teken dat je eigendom van iemand werd. En de zware straffen, die publiek werden uitgedeeld waarbij iedereen moest toekijken, ter afschrikking. „Die straffen werden niet uitgedeeld door de witte plantagehouders zelf, maar door zogeheten basja’s. Dit waren zelf tot slaaf gemaakte mannen die in opdracht van de plantagehouder toezicht moesten houden, en de zweepslagen uitdeelden. Je kreeg verdeeldheid, angst en wantrouwen naar elkaar toe. En dat is nog steeds voelbaar. Het is heel moeilijk in Suriname om met elkaar samen te werken en een sterke eenheid te vormen. Er is een diepgeworteld onderling wantrouwen in onze samenleving”, vertelt ze.

Wat ook nog steeds in het huidige Suriname een rol speelt is de kleurhiërarchie die tijdens de slavernij werd geïntroduceerd. Kinderen, geboren uit een witte plantagehouder en een zwarte tot slaaf gemaakte vrouw hadden een lichtere huidskleur. Ze hadden het vaak beter, deden lichter werk – bijvoorbeeld in de huishouding in plaats van op de velden. Om te illustreren dat dit na generatie op generatie nog steeds speelt in het huidige Suriname geeft Plet geeft een voorbeeld uit haar eigen opvoeding. „Ik heb vaker in mijn omgeving meegemaakt dat als er een kind wordt geboren er eerst wordt gekeken naar het type haar en naar de huidskleur. Sluik haar, is dan ‘goed haar’. We kennen ook het fenomeen van ‘opo yu kleur’. Verhoog je kleur, is dat letterlijk. Krijg je lichtere kinderen dan geeft dat betere kansen in de samenleving.”

Geen basis

Aan dit verwrongen zelfbeeld zou met herstel en heling hard gewerkt moeten worden, meent ze. Ook daarom is het volgens haar belangrijk dat er meer onderzoek komt binnen de huidige Surinaamse samenleving door Surinaamse experts zelf. „De ongelijkheid kun je alleen opheffen als je je vinger legt waar de pijn zit. Dan pas kunnen we ook waardige burgers worden, die een eigen plek opeisen. Er was na 1863 geen goede basis om verder te gaan. De plantagehouders kregen een flinke vergoeding, de tot slaaf gemaakten kregen niets, geen grond, geen geld. Ze moesten maar zien te overleven binnen de maatschappij van toen.”