N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Luister naar
06:35
Een kreupele vazal van China: dat was ruim twee jaar geleden het toekomstbeeld voor Rusland nadat het Oekraïne was binnengevallen. ‘Kreupel’, want internationale sancties en isolement zouden Rusland beroven van inkomsten op zijn voornaamste exportartikel: energie. Met een draconische recessie als gevolg. En ‘vazal van China’, want deze grote buur zou het enige land zijn waartoe Moskou zijn toevlucht kon zoeken – en die buur zou daar uiteraard gebruik van maken.
Wat is er sinds eind februari 2022, toen de oorlog begon, over van deze twee prognoses? Respectievelijk niet veel, en heel veel.
Laten we beginnen met ‘kreupel’ – de verwachte Russische oorlogsrecessie. In oktober 2021, toen van een inval nog geen sprake was, verwachtte het Internationaal Monetair Fonds nog een Russische economische groei van 3,75 procent voor 2022. Maar kort na de inval, in april 2022, sloeg die prognose om in een Russische krimp van liefst 8,5 procent in 2022, gevolgd door nóg een krimp van 2,3 procent in 2023 en een karig herstelletje in de jaren daarna.
Het IMF stond hierin zeker niet alleen. Vrijwel elk instituut van betekenis dacht er zo over. Maar Rusland bleek weerbarstiger dan gedacht. Sindsdien zijn de economische prognoses fors bijgesteld. En wat ook gebeurde: 2021, het jaar vóór de inval, bleek achteraf steeds beter uit te vallen omdat Rusland toen al veel verdiende aan de gestegen energieprijzen.
Het resultaat zie je hier. De vooruitzichten tot 2025 zijn inmiddels zo verbeterd dat er geen verschil meer is tussen de verwachtingen voor de oorlog en nu. Wie de jongste prognoses van het IMF doorrekent tot 2025, zal zien dat de Russische economie dan even groot is als het IMF aanvankelijk, dus vóór de oorlog, voor dit jaar verwachtte.
Dat gaat nogal in tegen het rechtvaardigheidsgevoel. Maar cijfers zeggen natuurlijk niet alles: de structuur van de Russische economie is dramatisch aan het veranderen. Bofit, de denktank van de Finse centrale bank, houdt dat allemaal goed bij en ziet een economie die de grenzen van haar capaciteit nadert, een arbeidstekort ontwikkelt (mede door de oorlog zelf) en tegelijkertijd tóch enorm investeert – dat laatste vooral in de oorlogsindustrie.
Voor het eerst na de Sovjettijd overstijgen de uitgaven aan defensie die aan sociale zekerheid. En van het nationale oliereservefonds van oorspronkelijk 182 miljard dollar was tot eind vorig jaar al 50 miljard dollar uitgegeven. In plaats van ingezakt, raakt de Russische economie verzeild in een ander probleem: oververhitting. Huh? Precies.
‘Kreupel’ klopte dus niet. En hoe zit het met ‘vazal’? Een belangrijke reddingsboei voor Moskou is grote buur China. Eerder deze maand bestendigden de presidenten Poetin en Xi de onderlinge banden tijdens een bezoek van Poetin aan Beijing. Maar hoe gelijkwaardig is die samenwerking? Kijk eerst eens mee naar de onderlinge verschillen in omvang. In 1991 was de Russische economie, gemeten in dollars tegen koopkrachtpariteit, nog ietsje groter dan de Chinese. Dat is, ruim dertig jaar later wel anders.
Rusland is een economische dwerg geworden naast zijn buurland. China heeft inmiddels onbetwist de belangrijkste plek ingenomen in de Russische handelsbetrekkingen. En hoewel Chinese bedrijven en banken beducht zijn voor Amerikaanse sancties met betrekking tot hun Russische banden, wordt de band tussen Rusland en China verder steeds hechter.
Dat is te zien aan de handelscijfers – al zijn die niet erg betrouwbaar of compleet. Handel die sancties ontduikt, komt logischerwijs niet in die cijfers naar voren. En het is de vraag of je sowieso nog af kunt gaan op de Russische statistieken.
Bofit lost dit laatste probleem op door te ‘spiegelen’: in plaats van Russische importcijfers bijvoorbeeld, kun je ook de cijfers van de handelspartners nemen over hun export naar Rusland. Ook dat is niet zaligmakend – bij import worden bijvoorbeeld kosten van verzekering en verscheping opgeteld, bij export niet – maar het is beter dan niets.
Cijfers over de internationale handel worden onder meer bijgehouden in de zogenoemde DOTS, de direction of trade statistics. Wie daar de spiegelmethode op loslaat, zal zien hoe sterk de Russische handel is verschoven van het Westen naar China – en in mindere mate naar India, dat steeds meer energie uit Rusland importeert.
Zoals je ziet: van alle officiële wereldwijde export naar Rusland komt nu de helft uit China – en dat was vóór de inval nog geen kwart. Wat eveneens opvalt, is dat de groei van het Chinese aandeel in de Russische handel al lang aan de gang is.
Waar gaat het om? Grondstoffen de ene kant op, fabrieksproducten (machines, voertuigen) de andere kant op. In die zin speelt China de klassieke rol van kolonist, en Rusland die van kolonie – maar wel een met volgens de laatste telling 5.580 kernkoppen. Kreupel is Rusland dus niet, maar een vazal kan het zeker worden.
In koloniaal verband, trouwens: de Asia Times, een in Hongkong gevestigde nieuwssite, wijst erop dat in China Russische steden en gebieden die tot in de negentiende eeuw nog Chinees waren, weer vaker worden aangeduid met hun oorspronkelijke Chinese naam. Mooiste voorbeeld: de oostelijke havenstad Vladivostok (tot 1860 Chinees) heet Haishenwai, ofwel Zeekomkommerbaai. Best wel poëtisch.