Hoe oprecht het mededogen met het Russische volk ook is, de esthetisering in deze ‘Boris Godoenov’ heeft ook iets ranzigs

Is your geweten eating you alive?’ Die tekst hangt halverwege de opera aan de opengewerkte appartementen van het treurige flatgebouw dat het levensgrote decor vormt van Boris Godoenov in Amsterdam. Humor heeft hij wel, regisseur Kirill Serebrennikov. En dat heb je misschien ook wel nodig, als je in deze troebele tijd een regie maakt van het tsarendrama van het Russisch icoon Modest Moessorgski.

In maart 2022 bombardeerde Rusland een theater in Marioepol waarin honderden Oekraïense burgers schuilden. Een instant massagraf. Bij het puinruimen onttrokken de Russen de ravage aan het zicht met een groot scherm, met daarop portretten van grote Russische schrijvers: Dostojevski, Tolstoj, Poesjkin.

Nu de cultuur zo schaamteloos wordt ingezet om oorlogsmisdaden letterlijk af te dekken, zijn er mensen die even geen zin hebben om Ruslands klassiekers te vieren in de theaters die nog wel overeind staan. In Polen werd een uitvoering van Boris Godoenov, gebaseerd op tekst van Poesjkin, in april 2022 afgelast.

Maar waar in Nederland herhaaldelijk de angst klonk dat de Russische cultuur gecanceld zou worden, lijkt dat sentiment hier geen voet aan de grond te krijgen. Toch zullen de cultuurliefhebbers die vinden dat kunst volledig los staat van politiek een lastige avond hebben gehad. Serebrennikov (die na afloop zowel boe’s als gejuich ontving) haalt het verhaal van tsaristische intriges uit de zestiende eeuw naar de Russische Federatie van nu, en zet niet tsaar Boris, maar het volk centraal.

Rauw-realistisch

De verhouding tussen regeerder en onderdanen is er in Rusland een van heerser en dienaren, en dat zie je. Serebrennikov schetst een rauw-realistisch beeld van armoede, corruptie, onderdanigheid, paranoia voor Amerikaanse complotten en eindeloze propaganda die op alle tv-toestellen contant wordt uitgezonden. Overal, behalve in één appartement, dat van de dissidente eenling die teksten uitspreekt die Serebrennikov toevoegde aan het libretto. Het zijn citaten uit ‘laatste woorden’, die politiek gevangenen in Rusland aan het eind van hun schijnproces tot de rechter richtten. Teksten over zwijgen, waarheid, geweten, over dat macht afhangt van de instemming van het volk.

Scène uit ‘Boris Godoenov’.

Foto Marco Borggreve

Theater maken kan Serebrennikov wel. Ingenieus hoe hij het filmen van propagandamateriaal onderdeel maakt van de voorstelling. Nooit is het toneelbeeld saai, je komt ogen tekort om alles in je op te nemen én de teksten te volgen, maar eigenlijk doet het verhaal er weinig toe. Het is een schets van Rusland nu, geen koningsdrama. De tsaar wordt in Amsterdam dan ook niet gek van wroeging vanwege de dood van troonopvolger Dimitri. Hij wordt geplaagd door schuldgevoel over gewonde Russische soldaten die hij – is de implicatie – naar het Oekraïense front heeft gestuurd.

De toeschouwer voelt in alles de diepe compassie van Serebrennikov met het Russische volk. Die spreekt nog het meest uit de levensgrote foto’s van fotograaf Dima Markov. Hij slaagde er volgens Serebrennikov in om met zijn smartphonefoto’s uit troosteloze buitenwijken „onze naïviteit, zuiverheid, kwetsbaarheid en weerloosheid te zien. En de schoonheid in onze armoede”, lezen we in het programmaboekje. Markov toont dat het Russische volk in feite een eindeloos verlangen naar liefde heeft, meent hij.

Verheerlijking

Hoe oprecht zijn mededogen ook is, het heeft óók iets ranzigs, deze esthetisering op het randje van verheerlijking van de zuiverheid van de Russische armoede voor het oog van het vermogende operapubliek. Ook de muzikale focus ligt in Amsterdam bij de honger van het volk. Bij de schreeuw om brood daagt dirigent Vasili Petrenko het heerlijke koor uit tot het randje te gaan. Want ja, de musici zijn er uiteraard ook nog, en niet te versmaden.

Het Concertgebouworkest speelt prachtig, natuurlijk doet het dat, maar ook altijd beschaafd. Misschien iets te. De zangers zijn stuk voor stuk erg goed, met speciale vermelding van de heerlijk wendbare tenor Dumitru Mitu (Grigori) en sopraan Inna Demenkova (Ksenia). Zij zingt zo gloedvol jammerlijk over haar aan het front omgekomen verloofde dat je wenste dat ze nog veel grotere rol had. Hoofdrolspeler Tomasz Konieczny (Godoenov) zingt overtuigend keizerlijk gekweld.

Dat de gewonde Russische soldaten in de waan van Tsaar Boris aan het eind allemaal een aureool krijgen, is vrij brutale beeldtaal

Maar toch: de partituur is zo ruig, desondanks blijft het geheel muzikaal emotioneel op enige afstand. En je moet zin hebben in deze naar binnen gekeerde blik op Rusland. Dat de gewonde Russische soldaten in de waan van Tsaar Boris aan het eind allemaal een aureool krijgen, is vrij brutale beeldtaal.

Tegen het eind tonen de foto’s van Markov steeds bitterder armoede. De laatste is van een eenzame doodskist in een auto in een desolaat dorp. „Wee Rusland”, zingt de eenling die alle dissidente teksten voordroeg, tot slot. „De vijand zal snel komen.” Ja, natuurlijk, wee Rusland. Maar de vijand staat niet aan de Russische poort.


Lees ook

Een interview met Regisseur Kirill Serebrennikov en dirigent Vasily Petrenko

In de kamers van de panelka-flat op het podium staat  Russische propagandatelevisie op.