Hoe opereer je een kabeljauw? Blijdorps oogarts Tjeerd de Faber heeft het antwoord

Tjeerd de Faber is oogarts. Elk jaar komt hij tijdens Oud en Nieuw als rampenarts in het nieuws. De laatste decennia heeft hij geen vrije nieuwjaarsdag meer gehad, omdat hij dan staat te opereren: beschadigde ogen door vuurwerk. De Faber is gespecialiseerd in scheelzien, staar en kinderoogheelkunde. En omdat de ogen van een primaat niet veel verschillen van die van mensen riep Diergaarde Blijdorp in Rotterdam in 1988 zijn hulp in. Na de primaten volgde de rest van de levende have. Alleen insecten heeft hij nog niet behandeld.

„Mijn opleider in het oogziekenhuis, Jan Pameijer, vroeg me in 1988 mijn kennis te delen, omdat ik al oogoperaties bij apen had gedaan in Houston.” Zo begon De Faber in Blijdorp met gibbons en makaken. Later kwamen daar andere dieren met oogproblemen bij, zoals toekans, przewalskipaarden, pinguïns en kangoeroes.

„Er zijn wel oogspecialisten voor dieren”, vertelt De Faber, terwijl hij in de dierentuin onderweg is naar Karoi, een gevlekte hyena van achttien jaar oud, maar die waren in die tijd nog niet zo ver als de oogartsen in de humane geneeskunde. Bovendien doe ik dit werk vrijwillig.” Hij is eraan gewend dat hij van zijn patiënten geen antwoorden op zijn vragen krijgt. Jonge kinderen en baby’s kunnen ook niet verwoorden wat ze voelen.

Hij vertelt over een koningspinguïn die de verzorger altijd met een gedraaide nek aankeek wanneer hij met het voer aan kwam zetten. Die kop stond in een hoek van negentig graden op zijn romp. De fysiotherapeut was al geraadpleegd tot de dierenarts, destijds Willem Schaftenaar, De Faber vroeg of hij eens naar de ogen wilde kijken. De pinguïn bleek een netvliesloslating te hebben. Omdat de ogen van vogels aan de zijkant van de kop staan, moest de pinguïn zich in allerlei bochten wringen om met dat ene goede oog nog iets te kunnen zien.

Schimmen

De eerste oogoperaties voerde De Faber uit in Het Oogziekenhuis Rotterdam, maar omdat er geen wilde dieren in een mensenziekenhuis behandeld mogen worden, verricht hij sindsdien de operaties in de dierentuin zelf. Die operaties staan onder supervisie van de dierenarts, die de anesthesie verzorgt. Dat is nu Christine Kaandorp. Ze neemt De Faber mee naar het verblijf van de hyena’s, omdat ze bijna zeker weet dat Karoi staar heeft. Zijn verzorger zegt dat Karoi kijkt alsof hij schimmen ziet. Hij roept het dier naar het hek. Karoi spitst zijn oren maar verroert zich niet. Het is duidelijk dat hij niet goed kan focussen. De Faber staat klaar met zijn instrumenten.

„Het oog reflecteert licht als het van achter naar voren lichtdoorlatend is. Je ziet dat bij katten, bijvoorbeeld, als die in de koplampen kijken. Bij staar of een litteken op het hoornvlies gebeurt dat niet.”

Intussen komt niet Karoi, maar Kaidi naar het hek. Het dominante vrouwtje. Kaandorp vertelt dat de dochters van Kaidi haar neus er voor een deel hebben afgebeten toen ze nog in Safaripark Beekse Bergen woonde. Intussen laat Kaidi Karoi niet dichterbij komen, dus checkt De Faber haar ogen maar even. Die zijn goed. Daarna vraagt een verzorger of staar pijn kan veroorzaken, maar De Faber schudt zijn hoofd. Ze besluiten het er verder bij te laten. Een hyena van achttien opereren brengt sowieso te veel risico’s met zich mee. Zo verloor De Faber ook al eens een mandarijneend en een Californische zeeleeuw. „Niet doen”, adviseert hij Kaandorp. Zij is het met hem eens; Karoi krijgt zijn eten aangereikt en er jaagt geen troep leeuwen op hem.

Pas als dieren echt lijden onder hun oogprobleem komt De Faber in actie, zoals ooit voor een kabeljauw van vijf jaar. Die zwom rondjes in het grote zeeaquarium. Met de klok mee. Nooit andersom of rechtdoor. Het rechteroog was wit uitgeslagen. „In principe kan een kabeljauw met één goed oog doorleven, maar het publiek begon vragen te stellen”, vertelt De Faber. Na overleg met de dierenarts besloot hij de vis te opereren. Maar hoe opereer je een vis? En hoe weet je zeker dat het goed gaat? Ze bedachten een plan. De Faber ging die week naar de markt waar hij een kabeljauwenkop bestelde. ‘Niet de vis erbij?’ vroeg de visboer nog. Maar dat was niet nodig.

Een foto van een gorilla met staar. Tjeerd de Faber heeft ook primaten met oogproblemen behandeld.
Foto Hedayatullah Amid

Staar

De Faber nam de kop mee naar het oogziekenhuis – delen van overleden dieren mogen wel naar binnen in de trainingsruimte voor oogoperaties – en daar begon hij in het wetlab zijn experiment. „Hoe zet je de juiste snee in het oog. Hoe kom je er met je instrumenten in? Instrumenten die voor mensen zijn gemaakt. En kun je wel goed bij de troebele lens komen? Het was spannend.”

Hij ontdekte dat het hoornvlies bij vissen drie keer dikker is dan bij mensen. Dus hij zou tijdens de operatie iets dieper met zijn boortje moeten bewegen. Bovendien werkt het vissenoog anders dan een mensenoog. Hij had zich goed ingelezen. Bij het in- en uitzoomen schuift de bolvormige lens van een vis van achteren naar voren. Bij mensen vervormt de lens van boller naar platter.

Diezelfde week nog voerde hij de operatie samen met het veterinaire team uit. Ze legden de kabeljauw in een container gevuld met water en een beetje ketamine om hem in slaap te brengen. Al na een paar minuten zwom de kabeljauw op zijn rug. Daarna legden ze hem op de operatietafel en hielden ze hem nat. Via zijn kieuwen kreeg hij zuurstof met water en ketamine toegediend. De Faber stak het boortje via een 2mm wondje in het oog van de kabeljauw om de lens te verpulveren. Datzelfde boortje zuigt gelijktijdig het verpulverde materiaal op. De kabeljauw werd na de operatie in een tweede container met gewoon zeewater gelegd en al vrij snel kwam hij weer bij. Na een aantal dagen was hij weer terug in het aquarium. Daar zwom hij vanaf die dag weer alle kanten op. Operatie geslaagd.

„Vissen in gevangenschap hebben wel vaker staar”, vertelt De Faber. „Niet van ouderdom, maar vanwege zalmluis. Die eten zich door het hoornvlies heen.” Dat was bij deze kabeljauw ook het geval. Staar is verder niet iets wat uitsluitend bij oude mensen of dieren voorkomt. Er zijn baby’s die het hebben. Hij laat een foto zien van een babygorilla met staar. Het aapje houdt zijn handje tot een verrekijkertje gevouwen voor zijn oog, zoals wij doen in de supermarkt als we onze leesbril zijn vergeten. Het jong heeft zelf uitgevonden dat hij op die manier tóch nog iets kan zien. Gelukkig kon De Faber hem nieuwe lenzen geven, net zoals aan al die andere dieren die hij meer dan vijfendertig jaar vrijwillig heeft behandeld.

Foto Hedayatullah Amid

Kaandorp wil met hem nog even langs de rijstvogels. Ze maakt zich zorgen om een van hen. Ze wil uitsluiten dat het om een oogontsteking gaat. Want een ontsteking veroorzaakt pijn en moet behandeld worden. Met een telelens wordt er een foto van de rijstvogel gemaakt en De Faber ziet op de foto een troebele lens. „Staar”, zegt hij, „aan één oog.” De verzorger zegt dat de vogel verder gewoon eet en vliegt. Hij kent de kooi. „Toen we ze moesten vangen voor de vaccinatie tegen vogelgriep stierf er een van de stress”, vertelt ze. „Bij de booster gebeurde dat opnieuw. Dus voordat we deze te pakken krijgen verliezen we er straks weer een.” „En zo lang hij eet gaan we niet opereren, want er zijn geen predatoren hier”, vervolgt De Faber.

Scheelzien

De Faber vertelt over een meisje van drie jaar dat bij hem op het spreekuur kwam. Een van haar ogen keek alle kanten op, en het andere kon ze juist nauwelijks bewegen. Hij dacht aan een frozen eye. Tijdens de operatie maakte hij de spieren die te strak stonden wat losser, maar het oog bleef vastzitten. Zijn team maakte daarop een MRI-scan. Er was een structuur op te zien die bij mensen nooit voorkomt en toch had De Faber die eerder gezien. Maar waar? ‘Ik bleef maar kijken en denken, tot ik ineens dacht aan die ene Perzische leeuwin uit 2010 die ook een scheel oog had. Ze stond wankel op de poten en was agressief. Ze bleek aan een kwaal te lijden die vaker voorkomt bij leeuwen die niet in het wild leven: een van de vliezen van de hersenen is verkalkt en drukt daarbij op de hersenstam. Dat veroorzaakte bij die leeuwin scheelzien en hoofdpijn. Vandaar die agressie.”

Kat- en hondachtigen hebben achter hun oogbol een spier (musculus retractor bulbi) die mensen niet hebben. Die kan het oog naar binnen trekken, Bijvoorbeeld tijdens een gevecht. De Faber: „Deze Perzische leeuwin had een vitamine A-gebrek. Dat meisje had zo’n spier, aan één oog.”

Hij besloot die spier niet te verwijderen. Die lag vlak langs de oogzenuw, de kans was groot dat ze het zicht zou verliezen, terwijl het oog zijn werk in deze toestand goed deed. De Faber heeft daarna onderzoek gedaan hoe vaak deze – atavistische – spier voorkwam bij een mens. Er zijn op de hele wereld maar zeven gevallen bekend.

Onlangs hield hij een lezing voor collega-oogartsen. De titel: ‘Gorilla’s uit de mist.’ Hij lacht. Hij heeft de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, maar stoppen met dieren en vuurwerkpatiënten, daar denkt hij nog niet aan.

Foto Hedayatullah Amid