N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Oekraïens offensief Zodra Oekraïne een doorbraak maakt, komt het aan op snelheid, vuurkracht en slimme logistiek. Door de ratjetoe aan westers materieel is dat nog niet zo eenvoudig.
Via talloze video’s op sociale media sijpelen dagelijks fragmenten door van het Oekraïense tegenoffensief, dat ruim een week geleden begon – in elk geval de inleidende fase daarvan. Zoals de beelden vanuit een helmcamera die tonen hoe Oekraïense militairen al schietend een Russische loopgraaf innemen. Of de opname vanuit een tank, van de recente herovering van het dorpje Makarivka in de Donbas.
De beelden geven een inkijkje in wat zich afspeelt langs de bijna duizend kilometer lange frontlinie. Maar veelal gaat het om probing attacks, verkennende speldenprikken die moeten uitwijzen waar de zwakke plekken in de Russische defensie zitten. En ze zijn bedoeld om verwarring te zaaien bij de vijand – die zich bij al die kleinere aanvallen moet afvragen waar de grote klap komt. „De Oekraïners zullen de Russen zolang mogelijk in onzekerheid willen houden over de locatie voor hun grote aanval”, aldus luitenant-generaal buiten dienst Ben Hodges, oud-commandant van de Amerikaanse strijdkrachten in Europa, in een recente analyse. Zolang die aanval uitblijft, kan Moskou niet anders dan zijn troepen zoveel mogelijk gespreid houden.
Hoe het offensief zal verlopen is in deze fase nog moeilijk te zeggen. Temeer omdat de Russen achter de frontlinies in de afgelopen maanden over honderden kilometers stellingen hebben opgebouwd, op veel plekken zelfs twee- of driedubbel, omgeven door mijnenvelden, loopgraven, tankgrachten, hindernissen met drakentanden en tal van andere obstakels. Eén ding is zeker. „Het wordt gewoon een bloedige strijd”, zegt brigadegeneraal Han Bouwmeester, hoogleraar Militair-Operationele Wetenschappen aan de Nederlandse Defensie Academie. Niet dat hij op voorhand somber is over de Oekraïense kansen op succes, maar Bouwmeester kan wel inschatten wat er staat te gebeuren, en hoe de aanvallers zullen opereren.
Raket- en droneaanvallen
De eerste tekenen van het tegenoffensief waren al maanden geleden te zien. Vrijwel dagelijks voerde Oekraïne raket- en droneaanvallen uit op Russische doelen in bezet gebied, tot diep op de Krim en zelfs over de grens met Rusland. Doelwitten van deze aanvallen en sabotage-operaties waren veelal spoorwegen, bruggen, olieopslagplaatsen, munitiedepots, troepenconcentraties, commando- en communicatiecentra. Alles om ervoor te zorgen dat de Russen tijdens het hoofdoffensief, straks, maximaal hinder ondervinden bij de verplaatsing van troepen of materieel. „Die aanvallen op logistieke centra en aanvoerlijnen zijn heel belangrijk”, zegt Bouwmeester. „Daarmee is het voortzettingsvermogen van de Russen aangetast, zoals we dat noemen, het vermogen om snel troepen te verversen en onderdelen, munitie en brandstof aan het front te krijgen.”
Volgens Hodges moet generaal Valeri Zaloezjny, commandant van de Oekraïense strijdkrachten, begin juni hebben geconcludeerd dat de Russische logistiek en aanvoerlijnen voldoende waren verzwakt om groen licht te geven voor verdere actie. Daarnaast moet volgens Hodges aan nog twee belangrijke voorwaarden zijn voldaan. „Zaloezjny moet er zeker van zijn dat hij voldoende aanvalskracht heeft om de Russische verdedigingslinies te doorbreken, met mankracht, tanks, infanteriegevechtsvoertuigen, artillerie, luchtverdediging en logistieke ondersteuning. En hij moet beoordeeld hebben dat de bodem droog genoeg is voor honderden rijdende tanks en pantservoertuigen.”
Oekraïne heeft niet de gevechtskracht om het bezette gebied in een keer schoon te vegen
Han Bouwmeester hoogleraar Militair-Operationele Wetenschappen
Wat betreft die aanvalskracht: Zaloezjny heeft zo’n vijftigduizend militairen tot zijn beschikking voor het tegenoffensief. Met het eigen Oekraïense personeel en materieel, aangevuld met 230 tanks en 1.550 pantservoertuigen van westerse bondgenoten, kan Zaloezjny volgens Bouwmeester negen tot twaalf gevechtsbrigades samenstellen, met ieder drie- tot vierduizend militairen. „Dat klinkt heel indrukwekkend, en als je ze op de weg tegenkomt is het enorme stoet, maar daarmee kun je niet over de volle breedte van het front aanvallen. Je zult zwaartepunten moeten leggen, en plekken vinden waar je iets kunt bereiken. Oekraïne heeft niet de gevechtskracht om het bezette gebied in een keer schoon te vegen.”
Geen luchtoverwicht
Dat heeft mede te maken met een veelbesproken complicatie voor de Oekraïense aanvallers: zij hebben allerminst overwicht in de lucht. Dat betekent dat gevechtsvliegtuigen en aanvalshelikopters op gepaste afstand moeten blijven van de frontlijn, anders lopen zij grote kans uit de lucht te worden gehaald. Dat geldt overigens ook voor de Russische luchtmacht. Maar daarmee vervalt voor Oekraïne het beproefde NAVO-concept van ‘verbonden wapens’: een aanval waarbij luchtmacht, artillerie, tanks en infanterie als een georkestreerd geheel optrekken. „Als het Oekraïense leger een doorbraak wil forceren zal dat beginnen met artilleriebeschietingen en aanvalsdrones met explosieven”, zegt Bouwmeester. „Omdat je geen luchtaanvallen boven de vijandelijke troepen kunt uitvoeren zul je ze met je artillerie moeten beschieten, in de hoop zoveel mogelijk te vernietigen.”
Het doel is zoveel mogelijk materieel en mensen uit te schakelen voordat de frontale aanval wordt ingezet. Ook al zal niet alles worden geraakt, die massale beschietingen zorgen voor chaos onder de verdedigers. Cruciaal daarbij is dat de aanvallers vooraf weten hoe de vijandelijke verdedigingslinies zijn opgebouwd, waar de mijnenvelden en andere hindernissen liggen, waar de artillerie staat opgesteld en waar de Russische gevechtseenheden zitten die afwachten om te worden ingezet. „Ik vermoed dat de Oekraïners daar een heel goed zicht op hebben. Ze hebben vermoedelijk satellietbeelden van de Amerikanen en Britten, maar ook informatie van pro-Oekraïense informanten uit de bezette gebieden”, zegt Bouwmeester.
Als de artilleriebeschietingen voldoende verwoestingen hebben uitgericht worden de stoottroepen ingezet om een ‘inbraak’ te forceren, een gat in de verdedigingslinie. Bouwmeester vermoedt dat westerse tanks voorop zullen gaan, vanwege hun stootkracht, precisie en de bescherming die ze bieden. Vanaf dat moment worden de risico’s namelijk het grootst voor de aanvallers, als ze botsen op de verdedigingslinies. Daar zullen slachtoffers vallen. Bouwmeester: „Maar je kunt niet anders.”
Risico’s afwegen
Om eens een ‘berucht’ cijfer te noemen: alleen al op D-Day, het eerste etmaal van de aanval op de kust van Normandië in de Tweede Wereldoorlog, vielen aan geallieerde zijde bijna tienduizend slachtoffers, gesneuvelden en gewonden. „Oorlog voeren is risico’s afwegen”, zegt Bouwmeester. „Je moet heel rationeel de kosten tegen de baten afwegen, en daarbij gaat het ook om mensenlevens. Dat is oorlog voeren.”
In de frontale confrontatie beogen de aanvallers na de inbraak in de verdedigingslinie een doorbraak te forceren. „Daarbij komt het aan op snelheid, je moet je met vuurkracht invechten. Tegelijkertijd probeer je de samenhang in de vijandelijke verdediging te doorbreken. Als die weg is, neemt de motivatie van de militairen heel snel af, blijkt uit veel onderzoek en uit ervaring uit eerdere wereldoorlogen”, stelt Bouwmeester.
Van doorslaggevend belang is, behalve de snelheid en de stootkracht, dat de follow-up-troepen kort achter de eerste tanks zitten, zodat de inbraak niet stopt als enkele voertuigen vooraan worden uitgeschakeld of vast komen te zitten. Direct daarachter volgen genietroepen, zoals de specialisten die een doorgang kunnen creëren in een mijnenveld of een tankgracht. Bouwmeester: „Je wilt een behoorlijke opening creëren, zodat andere troepen, zoals de genie en de logistieke ondersteuning, erdoorheen kunnen en niet van de zijkant door de Russische artillerie worden beschoten. Maar die kans loop je wel.”
Oponthoud maakt kwetsbaar
Het doel zal zijn de doorbraak zo snel mogelijk te verbreden. Van honderd meter naar een paar honderd meter. Het liefst meer, uiteindelijk een paar kilometer, zodat de aanvallers buiten het bereik komen van vijandelijke tanks en antitankwapens. In die fase is snelheid belangrijk, weten militaire experts. Oponthoud, bijvoorbeeld door een mijnenveld, maakt aanvallers kwetsbaar; een concentratie van troepen is direct een doelwit voor vijandelijke artillerie. Genietroepen kunnen snel een pad door een mijnenveld creëren door een zogeheten Miclic-lint (Mine Clearing Line Charge) vol explosieven over het terrein te schieten. Bouwmeester: „Je moet voor elke hindernis een artillerieplan hebben, zodat je voorwaartse beweging zo min mogelijk wordt belemmerd.”
Van doorslaggevend belang is dat de follow-up-troepen kort achter de eerste tanks zitten, zodat de inbraak niet stopt als enkele voertuigen vooraan worden uitgeschakeld
Daarbij is volgens hem een goede commandovoering aan het front van het allergrootste belang. De Russen hebben volgens militaire analisten gedurende de oorlog laten zien hoe star lagere commandanten in het veld bevelen van hogerhand opvolgen, uit angst voor represailles. In de NAVO-handboeken wordt juist bewust meer verantwoordelijkheid gelegd bij lagere commandanten in het veld. „De werkelijkheid is altijd anders dan je had gepland”, stelt Bouwmeester. „Dus je zult al snel moeten bijsturen. Dat kan alleen als je het initiatief neerlegt bij lagere commandanten, zodat ze niet voor elke beslissing toestemming hoeven vragen. Dat maakt je effectiever op het slagveld.”
Lees ook: Oekraïne stelt de tegenaanval uit, maar ook dát is strategie
Bij het Oekraïense leger is dat principe de afgelopen jaren, onder invloed van NAVO-trainingen, steeds sterker doorgedrongen, zo is de indruk. Hodges zag de afgelopen maanden een groot contrast met de vaak onsamenhangend opererende Russische strijdkrachten. „Al die verdedigingswerken zijn zo goed als de soldaten die erbij worden ingezet”, stelt hij. „Ik ben niet erg onder de indruk van de capaciteiten van de Russen.” Ook wijst hij op het gebrek aan samenwerking tussen de verschillende strijdgroepen, zoals de reguliere Russische troepen en het huurlingenleger van de Wagner Groep. „Ik kan me voorstellen dat de Oekraïense strijdkrachten dat zullen uitbuiten.”
Logistieke nachtmerrie
Bouwmeester houdt wel zijn hart vast voor de logistieke ondersteuning aan Oekraïense kant. Bondgenoten uit het Westen hebben weliswaar voor tientallen miljarden aan militair materieel, wapens en munitie geleverd, maar de verscheidenheid is duizelingwekkend. Alleen al van de Leopard-tanks werden tal van verschillende versies geleverd, de een weer nét even anders in gebruik en onderhoud dan de ander. Kyiv ontving vele honderden infanteriegevechtsvoertuigen en andere gepantserde voertuigen van verschillende makelij uit twintig landen, waaronder de VS, Canada, Australië, Tsjechië, Frankrijk en Duitsland. Bouwmeester: „Die hebben allemaal hun eigen onderdelen, brandstof en munitie. Het is een klus van jewelste om dat allemaal vlak achter de frontlinies te hebben.”
De vraag is of het allemaal genoeg is om de Russen te verdrijven. Weinig experts durven daarover krachtige uitspraken te doen. Hodges denkt dat Oekraïne nog steeds in staat moet zijn voor het einde van de zomer de Krim te bevrijden, op één voorwaarde. „Dan moet de Amerikaanse regering precisiewapens voor de lange afstand leveren, zoals de Britten hebben gedaan met hun Storm Shadow-raketten. Dat was een enorm belangrijke bijdrage. Daarmee kunnen de Oekraïense strijdkrachten Sevastopol, Saky, Dzjankoj en andere doelen op de Krim aanvallen en het schiereiland onhoudbaar maken voor de Russen. Ik hoop dat de regering-Biden eindelijk zal zwichten.”
Bouwmeester verwacht dat het een strijd van de lange adem wordt, maar deelt niet de mening van Hodges dat de Krim deze zomer kan worden heroverd. „Je hebt heel veel materieel nodig. Mocht Oekraïne succesvol zijn, dan zal het in verschillende fases moeten worden uitgevoerd, puur omdat ze te weinig materieel hebben om de Russen in één keer een hele grote slag toe te brengen. De Krim is voor de Russen makkelijk te verdedigen, omdat de smalle landstrook naar het schiereiland zeer waterrijk is en maar twee doorgaande wegen heeft.”
Hij denkt eerder in maanden dan in weken, als het gaat om de herovering van grote stukken land. De mogelijkheid bestaat dat een deel van de Russische linies instort, zoals vorig jaar gebeurde bij Charkiv. „Dan is ineens de samenhang weg, en de motivatie. Dan kan het snel gaan. Op dat moment werd Rusland de grootste wapenleverancier van Oekraïne [omdat Russische militairen veel materieel in paniek achterlieten, red.]. Maar ik vermoed dat dat niet nog een keer gebeurt.”