Tegen 18.00 uur zijn alle plaatsen vooraan op de Dam in Amsterdam bezet. Zometeen begint hier de Nationale Dodenherdenking. Een gezin met jonge kinderen eet al zittend tegen het dranghek friet uit een grote witte zak. Verderop maakt een man in het zonnetje een selfie van de groep met wie hij naar de herdenking is gekomen.
Het is dit jaar een stuk minder gedoe om ‘binnen’ te komen. Vorig jaar moest mensen zich van tevoren aanmelden en bij de toegangspoortjes een ticket tonen. Ook werd iedereen gefouilleerd; vlaggen, borden en geluidsversterkende apparatuur waren verboden. Het waren extra veiligheidsmaatregelen door de verhoogde kans op onaangekondigd pro-Palestijns protest vanwege de oorlog in Gaza.
Die dreiging is nu minder groot en de extra maatregelen zijn niet nodig. Er is wel veel politie op de been, maar iedereen kan doorlopen bij de poortjes, waar vrijwilligers van het Nationaal Comité 4 en 5 mei herdenkingsspeldjes uitdelen.
Geduldig leggen de vrienden Maarten (24) en Mark (27) aan een toerist uit wat er gaat gebeuren. Beiden noemen hun achternamen niet. Ze zijn speciaal naar Amsterdam gereisd vanuit het Achterhoekse dorp Rekken. „Het is best belangrijk”, vindt Maarten. „Ik denk straks aan dierbaren die het moeilijk hebben. Niet zozeer vanwege oorlog. Al is vrede niet zo vanzelfsprekend als we lang hebben gedacht.” Mark knikt. „Nu ik hier ben denk ik aan de vrijheid die wij hebben. En gezien alles wat er in de wereld gebeurt, realiseer ik me hoe makkelijk je die kunt verliezen.”
De nichten Erna, Mirande en Dinette zijn met de trein uit de kop van Overijssel naar Amsterdam gekomen. Ze noemen hun achternamen niet. De broer van de 43-jarige Erna, een veteraan die tijdens de oorlog in Bosnië een halfjaar gelegerd was in Potocari, een stad ten noordwesten van Srebrenica, maakt deel uit van de erewacht op de Dam. „Ik ben hier voor hem, maar ook voor de mensen die hun leven hebben gegeven, in de Tweede Wereldoorlog én daarna.”

Eén van die mensen is de broer van Erna’s nichtje Miranda. „Hij was onderdeel van Dutchbatt dat in de jaren tachtig werd uitgezonden naar Libanon om daar de vrede te bewaren’’, vertelt Miranda. „Hij heeft daar dingen meegemaakt waar hij nooit over kon praten. Dat was geestelijk zo zwaar voor hem dat hij er aan onderdoor is gegaan. Hij was pas dertig jaar oud toen hij overleed.”
Dinette is hier voor haar twee neven die hebben gediend. „Ik heb zoveel respect voor mensen die hebben gediend en, zoals de broer van Miranda, de hoogste prijs hebben betaald”, zegt ze. „Het is belangrijk om daarbij stil te staan, zeker gezien alle ellende die er op dit moment is in de wereld.”
Ondertussen stroomt de Dam voller en voller. „Ik zie helemaal niets”, klaagt een vrouw in het publiek. Ze gaat op haar tenen staan. „De volgende keer moet ik hakken aandoen.” Even verderop zegt een lange jongen – die ongeveer even ver van het hek staat als de vrouw – tevreden tegen zijn vader dat hij „precies goed” staat.
De alternatieve herdenking
Het is niet de enige manier waarop 4 mei dit jaar verschillend beleefd wordt. De oorlog in Gaza duurt voort en onder een deel van de Nederlanders groeit het ongemak over de Nationale Dodenherdenking. Zij willen niet meer alléén slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdenken.
Een groep ambtenaren en oud-diplomaten besloot ‘4 mei inclusief’ te organiseren, een alternatieve herdenking in Den Haag. De groep leerde elkaar kennen tijdens het wekelijkse protest tegen het Nederlandse Israëlbeleid, bij het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. De Alternatieve Nationale Dodenherdenking staat stil bij al het leed dat door toedoen of nalaten van de Nederlandse staat wereldwijd is veroorzaakt. Tegen NRC zei organisator en voormalig diplomaat Tessa Terpstra dat ze inmiddels „buikpijn” krijgt van de Nationale Dodenherdenking, vanwege „Nederlandse hoogwaardigheidsbekleders die wél op de Dam de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog herdenken, maar wegkijken van de genocide in Gaza”.
Om half zeven, een half uur voor aanvang van ‘4 mei inclusief’, lijkt de stoet aan mensen die vanaf Den Haag Centraal naar de herdenking loopt niet op te houden. De politie schat het aantal mensen dat zich tussen de bomen en rond het podium in de bosrand naast het Malieveld bij aanvang heeft verzameld op 2.500. Vijf keer meer dan de organisatie vooraf dacht. Een paar kinderen klimmen in de bomen om goed zicht te hebben op de sprekers en muzikanten. Sommige bezoekers dragen een keffiyeh – een Palestijnse sjaal – of hebben een kleine watermeloen opgespeld – symbool van het Palestijns verzet. Anderen hebben een zonnebloem, tulp, witte roos of olijftak bij zich.



Één van de bezoekers is Nico Troost (66). Hij reisde vanuit Monnikendam naar Den Haag. In eerdere jaren bezocht hij een herdenking in Amsterdam, op het KNSM-eiland. Daar worden ieder jaar personeelsleden van de Koninklijke Nederlandse Stoomboot Maatschappij herdacht die tijdens de Tweede Wereldoorlog omkwamen. Maar nu wil hij hier zijn: bij een herdenking waar ook aan de pijn wordt gedacht van mensen die nú lijden, zegt hij. Bang voor verwatering van een herdenking is hij niet. „Het ene leed staat niet boven het andere. Alles verdient aandacht.”
„Ik heb gezien wat geweld kapot kan maken, welk geweld dan ook”, zegt Troost. Hij doelt op zijn vader, aan wie hij in eerste instantie zal denken tijdens de twee minuten stilte, zegt hij. Zijn vader maakte de Tweede Wereldoorlog mee, maar praatte daar nooit over. Volgens Troost werd hij in de jaren erna een strenge, koppige man die zich volledig stortte op zijn christelijke geloof.
Mohamed (35) uit Almere staat op blinkend witte schoenen en in een spijkerjack te wachten op een vriendin. Hij noemt zijn achternaam niet. Tijdens de twee minuten stilte denkt hij aan iedereen die overleden is voor zijn vrijheid, zegt hij. Hij wil denken aan het onrecht nu en tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In het bijzonder denkt hij aan alle kinderen die nu lijden en geleden hebben. Hij werkt in de kinderopvang, vandaar. Hij vindt het nieuws over kinderen die honger hebben in Gaza verschrikkelijk pijnlijk om te zien, zegt hij. Hij voelt zich machteloos, het enige wat hij kan is doneren aan hulporganisaties. „En hier zijn.” Waarom wil hij óók bij Gaza stilstaan? „De belofte van dodenherdenkingen zijn: nooit meer. Dat moet ook nu nagekomen worden”, zegt hij.
Meer mensen dan vorig jaar
Ondertussen hebben zich op de Dam in Amsterdam zo’n 16.000 mensen verzameld. Een stuk meer dan vorig jaar, toen er zo’n 5.000 aanwezigen waren. De herdenking verloopt zonder grote verstoringen. Na de twee minuten stilte om acht uur houdt premier Dick Schoof een toespraak. Dat doet de minister-president op 4 mei eens in de vijf jaar. Enkele tientallen mensen keren hem de rug toe, waartoe activist Frank van der Linde eerder had opgeroepen. Kabinet-Schoof is volgens hem „medeplichtig aan de genocide in Gaza”. De politie heeft in totaal zes mensen opgepakt op en rondom de Dam, meldt ANP.

Gaza noemt Schoof niet in zijn toespraak. Wel vertelt hij over het oorlogsverleden van zijn familie; zijn opa werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gefusilleerd vanwege zijn verzetswerk. Een hint naar Gaza zou gevonden kunnen worden in de zin: „In een wereld vol oorlog verliezen mensen elkaar uit het oog.” Hij heeft het ook over „de echo uit verleden” die te horen is „op de donkerste momenten”. „Het is ook de echo die ons tachtig jaar na de bevrijding oproept om te blijven herdenken. En te overdenken wat dit hier en nu voor ons betekent.”
Felle kritiek op het kabinet
Bij de Alternatieve Nationale Dodenherdenking in Den Haag uiten de sprekers allemaal felle kritiek op het Kabinet-Schoof. Hedy d’Ancona, die de Holocaust overleefde, spreekt over het gevaar van populistisch leiderschap. „Toen en nu.” De uit Gaza gevluchte fotograaf Mohammed Al Zaanoun doet in zijn speech een verzoek aan koning Willem-Alexander: „Je stem kan een verschil maken. We vragen je om je platform te gebruiken en je uit te spreken voor Gaza, voor de bescherming van onschuldige burgers.”

Ook is er aandacht voor de oorlog in Bosnië begin jaren negentig, die Mustafa Hadziibrahimovic ontvluchtte. „Fascisme is helaas niet verslagen in de Tweede Wereldoorlog, er zijn fascisten in ons kabinet, Tweede Kamer en media.” Emeritus hoogleraar sociale en culturele antropologie Gloria Wekker noemt het handelen van de huidige politieke wereldleiders „adembenemend schaamteloos”. Volgens de antropologe kijken we naar een stel „autocratische oude witte mannen die coördinerend terugverlangen naar de imperialistische macht van de jaren dertig.”
