Moeder: „Toen ik opgroeide was alcohol drinken heel normaal. Dagelijks werd er thuis een biertje of wijntje genuttigd. Ik realiseerde mij pas later dat dit problematisch is. Mijn broer heeft in een afkickkliniek gezeten voor alcohol en wiet. Ik drink nu zelf niet omdat ik zwanger ben, maar normaliter staat er bij mij en mijn vriend regelmatig een drankje op tafel, ook doordeweeks. Ik wil dat mijn kinderen later gezond kunnen genieten. Wat betekent dit voor ons eigen gedrag? Hoe jong pikken kinderen de associatie op tussen ontspanning, gezelligheid, iets te vieren en alcohol? Krijgen ze dat ook op deze leeftijd al mee? Moeten we nu al een harde lijn trekken en helemaal niet drinken in hun bijzijn? Hoe zorgen we ervoor dat ze gezonde grenzen kunnen handhaven als ze ouder worden, ook als de wereld om hen heen die niet heeft?”
Naam is bij de redactie bekend. (Deze rubriek is anoniem, omdat moeilijkheden in de opvoeding gevoelig liggen.) Wilt u een dilemma in de opvoeding voorleggen? Stuur uw vraag of reacties naar [email protected]
Assocaties verbreken
Marielle Balledux: „Ik hoor u vragen: mogen we nog even doorgaan zo, of is dat schadelijk voor onze kinderen? Het is mooi dat u zich bewust bent van de mogelijke invloed van uw gedrag, maar het begint ermee te besluiten wat jullie gezond drankgebruik voor jullie zelf vinden. Richtlijnen voor alcoholgebruik zijn te vinden op de website van het Trimbos-instituut. Praat hier ook over met bevriende ouders. Hoe doen zij dat?
„Het zou goed zijn als ouders en maatschappij de associatie tussen ‘feest’ en ongezond eten en drinken verminderen. Op de kinderopvang wordt doorgaans gezond gegeten, maar als er feest is, staan er opeens taart, limonade en worstenbroodjes. Thuis kunt u voorzichtiger zijn met de link tussen gezelligheid, ontspanning en alcohol. Dat is niet gemakkelijk, dat gaat even tijd vergen. Waarbij het ook weer belangrijk is niet te dwangmatig te worden.
„Wees thuis niet te moralistisch over mensen die het anders aanpakken. Uw kinderen moeten weten dat als ze een keer de fout ingaan, ze altijd bij u terechtkunnen. Als u over anderen te veroordelend bent, zullen ze minder makkelijk bij u aankloppen.
„Waar het uiteindelijk om gaat is voorleven dat u voor uzelf gezonde keuzes wilt maken.”
Gematigdheid voorleven
Ina Koning: „Kinderen pikken de alcoholgewoontes van hun ouders jong op. Als ze vier zijn, weten ze bij welke situaties alcohol ‘hoort’. Vanaf een jaar of zes, zeven kunnen ze de drankjes benoemen.
„Toch weten we dat gematigd alcoholgebruik van ouders geen invloed heeft op wat jongeren drinken, wanneer ze dat gaan doen en de hoeveelheid ervan. Dagelijks een glas bij het eten heeft geen relatie met alcoholmisbruik bij jongeren. Wat nog niet wil zeggen dat het gezond is voor uzelf. Er is een duidelijk verband tussen alcohol en kanker.
„Extreem alcoholgebruik thuis heeft wel invloed op wanneer en hoeveel jongeren gaan drinken. Dan hebben we het over zo’n 21 consumpties per week. Maar dan nog is het afhankelijk van het kind zelf. Genetische gevoeligheid speelt een rol. We weten dat duidelijke regels, en geen alcohol voor het achttiende jaar een beschermende invloed hebben.
„Praat met uw partner over hoe jullie zelf gezond oud willen worden, en welk voorbeeld jullie hierin willen zijn. Mocht uw partner daar anders in staan, laat dan weten dat u zijn gezondheid ook belangrijk vindt, en vraag in ieder geval om niet overvloedig in het bijzijn van de kinderen te drinken. Probeer om het niet tot spanningen tussen jullie te laten leiden, ook dat pikken kinderen op.”
Ina Koning houdt zich als universitair hoofddocent Ontwikkelingspedagogiek aan de VU Amsterdam bezig met de invloed van ouders op middelengebruik van jongeren. Marielle Balledux is expert opgroeien en opvoeden bij het Nederlands Jeugdinstituut (NJi).
Reageren op dit artikel kan alleen met een abonnement.
Heeft u al een abonnement, log dan hieronder in.
Als Nederland vanaf begin jaren negentig bezuinigt op defensie publiceert de toenmalige minister, Relus ter Beek (Defensie, PvdA), in 1993 een stuk over de toekomstige krijgsmacht: de Prioriteitennota.
Het Sovjet-Unie bestaat niet meer. De militaire dreiging is weg. „Relus maakte een einde aan de kern van de landmacht: met zwaar materieel ten strijde tegen de Russen”, vertelde Hans Kombrink, destijds directeur-generaal op Defensie, later.
Niet alle ambtenaren waren er gerust op. Zo vermeldt de nota ook dat Oekraïne zijn „eigen weg” wil gaan, maar „een dominerende positie van de Russische Federatie” vreest. „Potentieel het gevaarlijkst zijn de problemen in de verhouding tussen Rusland en Oekraïne inzake de Krim.”
Dat hadden ze niet slecht gezien. Dus toen dinsdag drie coalitiepartijen (PVV, NSC, BBB) tegen grootschalige Europese investeringen in defensie stemden, kon je ook denken: hoe vaak kan een land – een politieke cultuur – dezelfde vergissing begaan?
Nadat ambtenaren in 1993 de spanningen tussen Rusland en Oekraïne in het hart van Europa aansneden, gingen de bezuinigingen op defensie nog 25 jaar door. En nadat diezelfde spanningen drie jaar geleden Poetins aanval op Oekraïne inleidden, terwijl de VS nu hun militaire steun aan Oekraïne willen intrekken, blijkt de politieke meerderheid in Den Haag meer waarde te hechten aan de eigen overheidsfinanciën – ‘geen eurobonds’ – dan aan het oorlogsgevaar zelf.
Geraamte van zichzelf
Vandaar dat ik het archief indook. De krijgsmacht verandert tussen 1989 (val van de Muur) en 2017 (Rutte III gaat weer investeren) in een geraamte van zichzelf. De uitgaven dalen in dat tijdsbestek van 2,5 procent van de totale economie (bbp) naar 1,2 procent. Weinig landen innen het vredesdividend zo rigoureus.
Minister van Defensie Henk Kamp (VVD, 2002-2007) is erbij als zijn NAVO-collega’s in 2006 het streven van 2 procent van het bbp aan defensie-uitgaven per lidstaat vastleggen. Hij zal het zelf nooit realiseren.
En na hem veroorzaakt de kredietcrisis dat Rutte I (2010-2012) nóg verder ingrijpt. „De genadeklap”, zegt toenmalig topambtenaar van Defensie David van Weel (nu minister van Justitie) later. Nederland moet zijn tanks afstoten. Tom Middendorp, oud-Commandant der Strijdkrachten: „De gevechtskracht van de landmacht werd uitgehold.”
Nederland krijgt in 2011 een veeg uit de pan van de Amerikaanse minister van Defensie Bob Gates. De gematigde Republikein, die dient onder de Democraat Barack Obama, waarschuwt dan al dat de VS niet blijven betalen voor bondgenoten die hun plichten verwaarlozen.
Als ook Jeanine Hennis (VVD), minister van Defensie in Rutte II (2012-2017), ervaart dat budgetverhoging politiek kansloos is, neemt ze in 2015 een gewaagd besluit. Ze legt in Kamerbrieven de tekorten van defensie bloot. Eenheden met gammele busjes, gebrek aan voorraden, geen munitie, verouderde software, geen geld voor opleidingen, et cetera.
Middendorp vertelt me later: „Reken maar dat Poetin van die brieven heeft gesmuld.”
Poetin heeft sowieso weinig te klagen over het politieke klimaat hier. Al ruim voor zijn aantreden als president in 2000, vraagt toenmalig VVD-leider Frits Bolkestein aandacht voor het Russische ongemak over NAVO-uitbreiding met voormalige Oostbloklanden. „Een provocatie van Rusland die geen enkel nuttig effect zal sorteren”, schrijft hij in 1996 in NRC. Poetin zal dit ongemak, vooral inzake Oekraïne, later eindeloos aansnijden.
Gascontracten
Toch is het optimisme over Poetin aanvankelijk groot in Den Haag. Koningin Beatrix, in 2001 op staatsbezoek, spreekt instemmend over zijn „versterking van de rechtsstaat”. De kabinetten-Balkenende (2002-2010) vlassen voor bedrijven als Shell (dan nog half Nederlands) en Gasunie op Russische olie- en (vooral) gascontracten.
Toch rapporteert de AIVD al rond zijn aantreden verontrust over Poetins nauwe contacten met oude makkers in de inlichtingenwereld. Berichten over schendingen van mensenrechten komen in omloop. Kritische boeken over hem verschijnen.
Den Haag wil het niet zien. Buitenlandminister Maxime Verhagen (CDA, 2007-2010) schrijft de Kamer in 2008 dat Poetin „van meet af aan [heeft] gewerkt aan […] de integriteit van de Russische staat”.
De Russische ambassade reikt jaarlijks een prijs uit, de Rusprix, en de premiers Jan Peter Balkenende (2002-2010) en Mark Rutte (2010-2024) ontvangen deze in 2010 respectievelijk 2012 voor hun „uitzonderlijke persoonlijke bijdrage aan de ontwikkeling van de relatie tussen de Russische en Nederlandse staat”.
Den Haag is een eiland van ijverige Poetinvriendelijkheid. In 2011 krijgt het CDA de hele Kamer mee in een verzoek om actie inzake een Russische mensenrechtenschending. Buitenlandminister Uri Rosenthal (VVD, 2010-2012) schrijft terug dat hij dit weigert. Intern meldt een ambtenaar de minister: „Dat Rusland sancties waarschijnlijk zal opvatten als ontoelaatbare druk […] en tegenmaatregelen zal nemen, vermeldt u niet.”
Ook Rosenthals opvolger Frans Timmermans (PvdA, 2012-2014) voelt niets voor eenzijdige actie op dit gebied, blijkt een maand voor de Russische inname van de Krim in 2014: anders wordt Nederland „slachtoffer van de volledige gramschap aan Russische kant”.
Na de Russische annexatie van de Krim en militaire inmenging in Oost-Oekraïne, vanaf maart 2014, maant Geert Wilders zijn fractie niet te kritisch over Rusland te zijn, onthultDe Telegraaf later. En als de Europese Commissie Oekraïne 11 miljard euro wil lenen voor wederopbouw, aarzelt de Nederlandse regering. Wilders zegt wat Poetin graag hoort: „Niemand snapt dat we hier asociale bezuinigingen hebbenen intussen 11 miljard meebetalen aan Oekraïne.”
‘Nederlands belang voorop’
Zomer 2014 stelt de EU serieuze sancties tegen Poetin in. De periode ervoor staat Nederland vooral op de rem. Het land is net uit een recessie. Een ambtelijk advies aan Timmermans, 19 maart 2014: „Sancties kunnen de prille economische groei (0,75 procent dit jaar) negatief beïnvloeden.” Een betrokken topambtenaar vertelt me later: „De insteek was: het Nederlands belang voorop, niet de Europese rechtsorde.”
Op de NAVO-top in Wales, september dat jaar, krijgt Oekraïne evenmin militaire steun. Ook niet van Nederland, hoewel het MH17-drama die zomer voortkomt uit Russische militaire operaties in Oost-Oekraïne. Mart de Kruif, destijds commandant van de landmacht, noemt het later „puur appeasement”.
Thierry Baudet presenteert in 2015 een nondescript EU-associatieverdrag met Oekraïne als nieuwe provocatie van Rusland. Hij smeekt volgens GeenStijl de initiatiefnemers van een referendum hierover: mag ik meedoen? „Jullie hebben een soort Mussolini nodig!”
In de aanloop naar het referendum heeft Baudet contact met „een Rus die werkt voor Poetin”, aldus appverkeer dat Zembla onthult. Weer kiest Nederland Poetins kant: de kiezer wijst het verdrag af, de pro-Russische Baudet wordt in 2017 Kamerlid. „Rusland staat aan onze kant”, zegt Wilders in 2017 tegen EW, als hij zijn bezoek aan Moskou van begin 2018 aankondigt.
Foto Martijn Beekman/ANP
Rutte III (2017-2021) merkt dat investeren in defensie geen ogenblikkelijk herstel brengt. De nieuwe minister Ank Bijleveld (CDA) laat de Kamer in 2020 weten dat Nederland qua NAVO-uitgaven nog altijd „op een gedeelde zestiende plaats met Albanië” staat.
De chefs van de vier krijgsmachtondelen geven in 2021 een interview aan Trouw. Ze praten dan al over Russische onderzeeërs die soms 24 of 48 uur op de Noordzee stilliggen bij datakabels. Nederland wil het niet zien. „Wij zijn dat kleine Gallische dorpje dat zich onkwetsbaar waant”, zegt toenmalig landmachtchef Martin Wijnen.
Op 24 februari 2022 valt Poetin Oekraïne binnen. Drie weken eerder debatteerde de Kamer over de vooruitzichten. Het VVD-Kamerlid Ruben Brekelmans, nu minister van Defensie, krijgt vragen over Bolkesteins scepsis inzake NAVO-uitbreiding: geldt dat niet ook voor Oekraïne? Hij verwerpt Bolkesteins analyse. „Het onderliggende principe is dat een land dat zelf kan bepalen.”
En terwijl Amerikaanse inlichtingendiensten die dagen zeggen te weten dat Poetin gaat aanvallen, vraagt Wilders in een motie „dat de toetreding van Oekraïne niet aan de orde is en zal komen”. Ook nu Oekraïne voor een Russische invasie staat, wijst hij zulke structurele westerse bescherming voor het land af.
‘Onverminderde steun’
Als het te laat is, en Russische troepen in Oekraïne zijn, komt Den Haag tot zelfinzicht. Rutte IV maakt haast om de 2 procent van het bbp te halen. Het kabinet steunt Oekraïne militair en financieel: solidair met het slachtoffer van Poetins agressie. Het regeerprogramma van het kabinet-Schoof bevestigt het najaar 2024: Nederland blijft „Oekraïne onverminderd steunen”.
En dan blijkt dinsdag dat PVV, NSC en BBB een grens trekken: geen risico’s met onze centen (Europese leningen) om Europese defensie-uitgaven op te schroeven. Na overleg komt de coalitie een limiet aan Europese leningen overeen: de drie steunen de Europese defensieplannen alsnog.
Het doet weinig af aan de kern van de zaak.
Dat Nederland zijn defensie decennia verwaarloosde. Dat ministers hun Poetinkritiek te lang inslikten. Dat ze Oekraïense belangen opofferden aan economisch eigenbelang – zeker in 2014. Dat de bevolking te lang blind bleef voor Russische posities en machinaties – zie het Oekraïnereferendum, 2016. Dat de invloedrijkste Haagse politicus te lang een onverdedigbare Poetinvriendelijkheid aan de dag legde – zie zijn bezoek aan Moskou, 2018. Dat ook deze coalitie niet doorziet wat op het spel staat – zie dinsdag.
Een land, kortom, dat defensie, Oekraïne en Rusland decennia benaderde vanuit schraperigheid, eigenbelang en geopolitieke naïviteit: het Emmen van Europa (sorry, Emmen).
Het was wat verdekt uitgedrukt, maar VVD’er Silvio Erkens zei het afgelopen dinsdag toch echt in een debat in de Tweede Kamer. Zowel het „in de uitvoering vastgelopen beleid als de geopolitieke context nopen ons tot een aantal koerswijzigingen”. Hij bedoelde: de VVD zet klimaatbeleid wat minder hoog op de agenda.
Met deze draai beweegt de VVD zich in de richting van PVV en BBB, twee andere coalitiepartijen die zich steeds openlijker keren tégen meer maatregelen om de wettelijk vastgestelde klimaatdoelen in 2030 te halen. Terwijl het Planbureau voor de Leefomgeving in het najaar juist nog waarschuwde dat Nederland fors achterloopt op de afspraak om in 2030 zeker 55 procent minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990. Zo zei BBB’er Henk Vermeer onlangs in het AD: „Alleen rekenkundige exercities werken niet, die helpen ons land naar de klote.” Geert Wilders postte op X klaar te zijn „met het klimaatgedram van de VVD”.
Het verschil: de VVD was tot nu toe de partij die zich binnen dit kabinet het meest hardmaakte voor klimaatbeleid, gekoppeld aan het verhaal van economische groei. Zij levert de minister van Klimaat en Groene Groei, Sophie Hermans. In de weinige speelruimte die zij al heeft in deze politieke constellatie, benadrukt zij alsnog dat de klimaatdoelen voor haar „heilig zijn”.
Die woorden zullen weinig waard blijken – al zégt Erkens ook de klimaatdoelen nog altijd te willen halen. De VVD, zei de parlementariër, moet „op een meer realistische wijze kijken naar energieonafhankelijkheid”, om daar in een adem aan te verbinden dat de komende jaren meer fossiele gaswinning moet worden toegestaan in Nederland en Europa. Hij verwees nadrukkelijk naar „het versnellen van de gaswinning op de Noordzee” – iets wat hij „schone fossiele winning” noemde, om dat vervolgens weer terug te nemen – waarvoor zijn eigen minister Sophie Hermans (VVD) wat hem betreft sneller vergunningen moet gaan verstrekken. Ook zei Erkens dat het „wrang voelt om over megatonnen te praten zonder rekenschap te geven van de geopolitieke context.”
Lees ook
Minister Hermans zal moeten vechten voor elke klimaatmaatregel
Hard bevochten klimaatbeleid wordt wereldwijd teruggedraaid, de Verenigde Staten voorop. President Trump zei al uit het klimaatakkoord van Parijs te stappen, financiering van klimaatonderzoek wordt gestaakt en belangrijke wetenschappelijke databases zijn offline gehaald. Bovendien zorgelijk: terwijl in Europa een ongekende eensgezindheid aan het ontstaan is over het belang van investeren in veiligheid en defensie, is op het gebied van klimaat een tegenovergestelde trend zichtbaar.
Ook in Duitsland was klimaat geen thema bij de verkiezingen en op meer plekken in Europa is merkbaar dat er politiek een andere wind is gaan waaien. De Europese Commissie zwakte een aantal belangrijke duurzaamheidswetten die vallen onder de Green Deal al af, waardoor bijvoorbeeld bedrijven niet langer verplicht zijn om hun klimaatplannen uit te voeren. Boetes voor het overtreden van duurzaamheidswetten zullen significant worden verlaagd. De formele reden: de klimaatmaatregelen zouden te belastend zijn voor het bedrijfsleven.
Voor minister Hermans worden de uitdagingen er niet kleiner op. In de Voorjaarsnota wil zij geld vrijmaken voor maatregelen die ook haar eigen partij niet meer ondersteunt. In plaats daarvan komt de nadruk steeds meer te liggen op het betaalbaar houden van de energierekening voor Nederlandse burgers – een punt waar alle vier de coalitiepartijen elkaar kunnen vinden. Wie kan daar ook op tegen zijn?
De VVD verkoopt haar koerswijziging vooral door een tegenstelling te schetsen tussen de geopolitieke dreigingen, die vragen om energieonafhankelijkheid en investeringen in de verdediging van Europa, en het halen van de klimaatdoelen. Zo wordt de fossiele industrie beloond ten koste van bedrijven die zich juist hard maken voor een transitie naar een op hernieuwbare energie gedreven economie. Bedrijven die voor toekomstige economische groei moeten zorgen.
Het is een valse tegenstelling, want investeren in klimaat is óók investeren in veiligheid. In Nederland en Europa onafhankelijk maken van Russisch gas, ja. Maar ook in de toekomstige veiligheid van inwoners van Nederland. Het opwarmen van de aarde stopt niet en het risico op extreem weer zal alleen maar toenemen als de wereld hier niet gezamenlijk tegen optreedt. Ook daar moet Nederland oog voor houden.
Mag je je als columnist van een kwaliteitskrant als een pukkelige puber vrolijk maken over de buikklachten van de Groningse ex-burgemeester? Of is dat kinderachtig? Ik weet dat er op dit moment meer aan de hand is in onze wankele wereld en dat er een grote kans bestaat dat ons landje binnenkort wordt weggevaagd in een of andere wereldoorlog, maar misschien heb ik juist daarom zin in een stukje over de vrolijke verdenking van ‘schending van de eerbaarheid’ door een voormalige hoogwaardigheidsbekleder.
Tijdje geleden ging de rechtszaak niet door omdat er weer een of andere traditionele vormfout was gemaakt door een analfabete stagiair, maar nu zat ik er klaar voor. Via via had ik al gehoord dat het dossier in de Zwolse rechtbank ‘De Rijdende Rukker’ wordt genoemd. Flauw, maar ook geestig. Sommige grapjes kunnen me niet kinderachtig genoeg zijn. De lach kruipt nou eenmaal waar hij niet gaan kan en als ik Koentje Schuiling was zou ik maar vast wennen aan deze geuzennaam, die hij tot in zijn urn bij zich zal dragen.
Over de rechtszaak: allereerst vond ik het moedig van de patiënt dat hij zich niet heeft neergelegd bij de eerder uitgedeelde boete, maar dat hij per se zijn verhaal kwijt wilde. Dat hij wilde uitleggen dat het niet is wat wij denken. Of ik iets anders dacht? Ja! Nu nog steeds? Nog erger zelfs.
Hij is uiteindelijk veroordeeld tot het betalen van 250 euro boete en dat vind ik schappelijk omdat je voor bellen tijdens het rijden 100 euro meer kwijt bent. Dan kost telefoonseks op de snelweg dus 600 euro of ik vraag me af of je korting krijgt als blijkt dat je handsfree belde.
Maar belangrijker: hoe is het met de vrachtwagenchauffeur die het balletje aan het rollen heeft gebracht? Ik begrijp dat hij op die avond lang naast de burgemeester heeft gereden. Dus ook die trucker is een viespeuk. Ik had in dit geval geclaxonneerd en een extra dotje gas gegeven. Maar deze meneer heeft de burgemeester lang geobserveerd en hem er later ook nog op aangesproken. Waar? In de plee bij de pomp? Over zo’n schotje bij zo’n 2theloo waar je eerst allebei 50 cent hebt moeten aftikken?
Ik werd lacherig toen ik las dat de burgemeestersbuik volgens de verdachte niet bloot was geweest, maar dat hij met zijn hand over een vleeskleurig T-shirt had gewreven. Hij had het bewuste kledingstuk zelfs meegenomen naar de rechtbank. Ik hoop wel dat het gewassen was. Of mocht de rechter even snuffelen?
Al met al was het geen gemakkelijk uurtje voor de voormalige burgervader, die ook nog uit moest leggen waarom het lampje in zijn auto gezellig brandde? En hij was al eerder druk geweest met een ander medisch noodzakelijk akkefietje dat zich niet rond zijn knie afspeelde. Toen hadden agenten hem betrapt.
Eigenlijk heb ik enorm met die Koen te doen. Maar ook met de vrachtwagenchauffeur. En helemaal met de keurige rechter die de zaak zonder lachen moest afhandelen.
Volgende week heb ik het weer over de echt grote zaken in het leven. Zoals bedreigd ziekenhuispersoneel dat tegenwoordig thuis wordt opgewacht door boze patiënten. Wat een gedoe. Ik sla mijn dokter na een ontevreden consult altijd meteen in elkaar. Als dat tenminste gaat met mijn nog steeds niet genezen tennisarm.
En volgende week heb ik het hier weer als een echte serieuze stukjesschrijver over de dreigende oorlog en de snode plannen van onze voortvarende regering. Schoof gaat komende week in Brussel vertellen dat Nederland meevecht door aan alle voordeuren in Moskou een Cobra hangen. En bij de miljardairs komt er 200 liter benzine bij. Dickie gaat aan Ursula von der Leyen uitleggen dat dit in ons land een zeer succesvolle methode is.
Nog een laatste ding over onze Groningse Koentje. Hij heeft een advocaat met humor. Deze Peter Koops sloot de zaak namelijk af met de mooie woorden dat de jarenlang vlekkeloze carrière van zijn cliënt nu is besmeurd. Dit had ik graag verzonnen.