Hoe is de relatie tussen een advocaat en de verdachte van een zwaar delict? ‘Je zegt: jij bent belangrijk, maar ik ben belangrijker dan jij’

Advocatuur De arrestatie van advocaat Inez Weski laat zien hoe lastig de relatie is tussen strafpleiters en verdachten van zware delicten. Vakgenoot Erik Thomas wijst naar het OM. „Het strafrecht is aan het afkalven.”

De rechtbank in Rotterdam.
De rechtbank in Rotterdam.

Foto David van Dam

Een schok voor de Nederlandse advocatuur, afgelopen vrijdag: Inez Weski, de advocaat van Ridouan Taghi, werd gearresteerd. Deze strafpleiter van statuur wordt er nu zélf van verdacht te hebben deelgenomen aan een criminele organisatie. Ze zou als boodschapper hebben gefungeerd van haar cliënt. Mogelijk is ze onder druk gezet door de drugscrimineel Taghi – al is dit nog geheel onduidelijk. De kwestie werpt een licht op de gevoelige relatie tussen strafadvocaten en cliënten met een geschiedenis van intimidatie en geweld.

Hoe werk je als advocaat met dit soort cliënten? NRC sprak telefonisch met Erik Thomas, advocaat te Breda. Hij stond de laatste twintig jaar veel personen bij „in het wereldje van de ecstasy en de synthetische drugs” in Brabant, zoals hij zelf zegt. Vaak ging het ook om geweldsdelicten. Thomas verdedigde ook de in 2018 verboden motorbende Satudarah.

Hoe moet je problemen met cliënten voorkomen?

„Ten eerste: altijd de telefoon opnemen en normaal Nederlands praten. Dat is heel simpel, maar ook heel belangrijk. Je biedt ze een luisterend oor, je adviseert ze, je wekt vertrouwen. Tegelijk moet je wel afstand houden. Ze moeten jou zien als de advocaat, niet als een van hen. Want als je een beetje de popiejopie gaat uithangen, de snelle jongen, dan word je gewoon voer in de visvijver. Als je de reputatie krijgt dat je het allemaal niet zo nauw neemt, dan is de rechter ook minder geneigd je verhaal aan te horen. Dat is ook niet in het belang van de cliënt. Je moet dus gewoon zeggen tegen cliënten: luister joh, jij bent belangrijk, maar er is één iemand nóg belangrijker, en dat ben ik. De meesten snappen dat wel. Zo niet, dan neem je afscheid, maar dat heb ik eigenlijk zelden gedaan.”

Heeft u nooit last gehad van bedreiging of intimidatie?

„Nee, gelukkig niet.”

Moet je van tevoren aan cliënten heldere verwachtingen wekken?

„Zeker. Je moet meteen duidelijk maken wat je wel en wat je niet zal doen. Sommige verdachten zijn wat meer dan gemiddeld opportunistisch. Het begint al bij het voorarrest. Met enige regelmaat krijg ik verzoeken in de trant van: wil je even mijn vrouw zeggen dat ze dat kastje leeghaalt? Nou, dan moet je dus niet doen. Ook met het doorgeven van informatie tijdens beperkingen moet je voorzichtig zijn. Dat speelt nu bij -Inez Weski, hoewel de vraag is wat daar nou precies allemaal is gebeurd.”

Advocaat Erik Thomas.

Minstens zo belangrijk in de relatie met de cliënt, zegt Thomas, is het „niet positiever voorstellen” van diens zaak dan deze daadwerkelijk is. In de praktijk betekent dit dat hij verdachten de laatste jaren vaker moet teleurstellen, zegt hij. „De mogelijkheden van wat je voor hen met het strafrecht kan bereiken, zijn met de loop der jaren in Nederland zwaar ingeperkt.” Het Openbaar Ministerie, zegt hij, is bij grote zaken vooral bezig met „PR”, de rechterlijke macht is „ongeïnteresseerder geraakt in rechtsstatelijkheid”. Volgens Thomas bleek dit in de zaak rond motorbende Satudarah, die hij verdedigde. Daarin werd door OM en rechter teruggegrepen op het civiel recht, op basis waarvan de organisatie werd ontbonden. „Een behoorlijke verontachtzaming van de wetsgeschiedenis, die zegt dat je eerst de route van het strafrecht helemaal moet uitputten”, aldus de advocaat.


Lees ook: Inez Weski vermoedde al dat er iets op til was

Het klinkt alsof uw werk zwaarder onder druk staat door de manier van werken van de overheid dan door het gedrag van cliënten.

„Ja, zo ervaar ik dat. Het strafrecht is als cultuur aan het afkalven. Er wordt amper nog gecommuniceerd door het openbaar ministerie, met name bij de grote zaken gaat het steeds meer om het beeld naar buiten. De cultuur verhardt, van alle kanten overigens. Je ziet het aan het toenemend aantal wrakingen van rechters. En ook aan zoiets als de aangifte van Weski tegen het OM vorige week (volgens Weski wilde het OM haar cliënt Taghi ontvoeren in Dubai, red.). Ook de arrestatie van Weski past in het beeld. Op zich is een arrestatie van een advocaat niet nieuw: in het verleden is bijvoorbeeld Piet Doedens opgepakt. Dat was ook niet de minste. Maar ik vrees dat het in Nederland net zo wordt als in Amerika: strafrechtadvocaten moeten heel erg goed gaan opletten.”