Hoe golden boy Carlsen een bad boy-imago kreeg


Het was een reis om nooit te vergeten. In een krakkemikkige mini-van, een Hyundai H 100. „Je kon er van alles in stouwen zonder het risico op inbraak”, lacht Henrik Carlsen (61), de vader van schaker Magnus Carlsen. En dat deden ze in het najaar van 2003, Henrik, zijn vrouw Sigrun, Magnus en zijn zussen Ellen, Ingrid en Signe. Ze wilden het spoor van de Europese beschaving volgen. Kreta, Griekenland, Sicilië, Italië en dan terug naar Noorwegen. Een reis van een klein half jaar.

Magnus, die dat najaar dertien werd, gold al als een groot schaaktalent. Hij kwalificeerde zich voor grote toernooien, of werd ervoor uitgenodigd, vertelt Henrik, die als consultant in de olieindustrie werkt. „Die bezochten we tussen de sightseeing door. En verder overhoorden Sigrun en ik de kinderen met wiskunde, aardrijkskunde, geschiedenis – minstens één uur aan thuisonderwijs per dag.” De reis was, zegt Henrik, belangrijk voor de ontwikkeling van Magnus. Sindsdien heeft hij een nóg hechtere band met zijn ouders en zussen, die het fundament onder zijn carrière vormen. De kinderen ontdekten talen en culturen, ze verbreedden hun blik.

Op zijn dertiende behaalde Magnus de titel van grootmeester, als een van de jongste schakers ooit, versloeg hij meervoudig wereldkampioen Anatoli Karpov tijdens een rapidtoernooi in Reykjavik, en kwam hij dicht bij een overwinning op schaaklegende Garry Kasparov. Je zou het als een voorbode kunnen zien van de grootste prestaties die zouden volgen. Op zijn 22ste won Carlsen zijn eerste van vijf wereldtitels, als een van de jongste schakers aller tijden.

Met een zesde titel had hij in 2023 het record van Kasparov en Emanuel Lasker kunnen evenaren, maar die uitdaging gaat hij, tot teleurstelling van veel schaakfans, niet aan. Het ontbreekt hem aan motivatie, zei hij vorig jaar in zijn podcast The Magnus Effect: „Hoewel ik besef dat een match om de wereldtitel om historische redenen interessant kan zijn, zie ik het simpelweg niet zitten om te spelen.”

„Magnus is bijna twintig jaar grootmeester”, legt vriend en collega David Howell uit. „Hij voert al zo’n twaalf jaar de wereldranglijst aan. Hij kreeg steeds meer het gevoel te moeten kiezen: óf de wereldtitel óf nummer één blijven. De strijd om de titel neemt veel tijd in beslag en het prijzengeld is ook niet geweldig. Dus koos hij voor het laatste.”

Het besluit om de wereldtitel niet te verdedigen kwam voor Nederlandse schaakcollega Jorden van Foreest niet als een verrassing. Carlsen vroeg hem in 2021 of hij wilde helpen bij de voorbereiding op zijn WK-match tegen de Rus Jan Nepomnjasjtsjii. „Op de laatste avond van het trainingskamp zei hij: ‘Dit is voorlopig mijn laatste WK-match, het kost mij te veel tijd.’ Magnus wilde niet nogmaals spelen tegen iemand van wie hij al vaak had gewonnen. Al zei hij wél : ik sluit een terugkeer niet uit.”

Sinds zijn toetreding tot het internationale schaakgilde is er veel veranderd in het leven van Carlsen én in de schaaksport. „Dankzij hem is de interesse voor schaken gigantisch toegenomen”, zegt Kristine Marie Ganz, algemeen secretaris van de Noorse schaakfederatie. „De Noorse publieke omroep zendt schaaktoernooien live uit. Er wordt geschaakt op scholen – dat gebeurde vroeger nooit. En de populaire schaaksite chess.com telt 400.000 Noorse profielen op een bevolking van vijf miljoen. Vooral kinderen vinden het geweldig hoe Magnus als jongetje volwassenen versloeg.”

Carlsen wordt wel de Brad Pitt van het schaken genoemd. Cosmopolitan zette hem in 2013 op de lijst van ‘Sexiest Men Alive’. Hij kreeg een contract bij kledingmerk G-Star Raw, waarvoor hij met actrice Liv Tyler het uithangbord vormde. „Magnus is niet van de mode, maar het was een eervol aanbod waartegen hij geen ‘nee’ kon zeggen”, zegt zijn vader.

„Schakers worden vaak gezien als nerdy en introvert”, zegt Kaja Snare, die Carlsen jaren voor de Noorse omroep TV2 volgde voor zij in 2020 bij Play Magnus Group ging werken, een mede door Magnus opgericht internationaal bedrijf dat ‘digitale spelbelevingen verschaft aan miljoenen schakers en studenten’. „En toen verscheen Magnus op het toneel”, zegt zij. „Een man met een briljant brein die ook nog eens knap is en ad rem. Hij heeft de wereld ingepalmd.”

Carlsen verschilt in meer opzichten van illustere voorgangers uit de vorige eeuw, die eens in de zoveel jaar hun titel verdedigden en verder weinig speelden. Hij reist de wereld rond voor toernooien en ontmoetingen met fans. Hij drinkt met mate, rookt niet en bezoekt meerdere keren per week een personal trainer voor een work-out in de sportschool. Mede daardoor wordt schaken niet langer als kunst of wetenschap beschouwd, maar als topsport.

Ook opvallend is Carlsens brede interesse als het om sport gaat. Hij kent de namen van de meeste Europese profvoetballers en basketballers uit de NBA. Vooral wedstrijden van Real Madrid, zijn favoriete voetbalclub, bezoekt hij wanneer mogelijk. In 2019 voerde hij kort de ranglijst van de Fantasy Premier League aan, een online voetbalspel waaraan toen bijna zeven miljoen mensen deelnamen. En hij is een heel behoorlijk pokeraar – bij een groot Noors toernooi eindigde hij vorig voorjaar als 25ste van ruim duizend deelnemers.

Ook ontdekte hij padel, vertelt vriend en leeftijdgenoot David Howell. Is hij in Oslo, dan spelen ze een paar keer per week. „Magnus speelt zéér competitief. Hij pusht zich tot het uiterste en schreeuwt de longen uit zijn lijf.”

Die enorme drive om te winnen is een van Carlsens sterkste kanten als schaker. „Sommige mensen vinden dat hij niet één ding echt goed kan”, zegt Henrik Carlsen. „Zijn openingsspel, zijn eindspel, zijn tactisch inzicht – het is allemaal goed. Maar zijn topsportmentaliteit springt eruit. Andere schakers geven op als ze slecht spelen. Magnus komt met hernieuwde energie terug na een of twee verloren partijen.” David Howell vertelt dat Carlsen hem zeven jaar niet wilde spreken, nadat hij hem als elfjarige had verslagen. „Zó graag wil hij winnen.”

Carlsens schaaksucces, mentale en fysieke kracht én zijn brede sportliefde leverden hem onlangs een meerjarencontract op bij kledingmerk Puma. Strategisch directeur Moritz Schneidmueller: „Hij is de eerste schaker die bij ons onder contract staat.”

Iedereen die over Magnus Carlsen spreekt begint over zijn geheugen. „Absurd goed”, „fenomenaal”, „van een andere wereld” – de superlatieven buitelen over elkaar. „Hij is zo iemand die je naar een pubquiz wil meenemen”, zegt Askild Bryn (35), sinds tien jaar een van zijn beste vrienden. „Hij kan zó veel informatie opslaan – ook zaken van een halve eeuw geleden. Dan denk ik: hoe kom je dáár nou aan?”

Zijn fotografisch geheugen kwam hem als jonge schaker goed van pas, zegt Simen Agdestein (55), die Carlsen vanaf zijn negende jarenlang trainde en een boek over hem schreef: Wonderboy. Carlsen sprak over schaken als een volwassene. „Vanaf dag één was duidelijk dat hij een talent bezat dat maar eens in de duizend jaar voorbij komt.”

In die beginperiode deed Carlsen ook nog aan voetbal. Hij gold niet als een enorm talent, zegt zijn voormalig coach Kurt Parkstad. Hij weet nog hoe Carlsen blindschaakte tegen ploeggenoten in de bus op weg naar wedstrijden. „Hij mocht niet naar het bord kijken, zij wel. Toch won Magnus en daarmee oogstte hij grote bewondering.”

Dat soort bewondering legde Carlsen geen windeieren. Hij richtte meerdere bedrijven op, waaronder de Play Magnus Group, dat recent werd overgenomen door schaaksite chess.com. Hij zorgde dat er een moderne schaakclub kwam in Oslo: Offerspil (offerspel). En ruim vijfduizend studenten volgen in de VS lessen aan een naar hem vernoemde schaakacademie in Fairfax, Virginia, vertelt topman Adam Weissbarth. „Als hij tijd heeft geeft hij Zoom-lessen.”

Maar golden boy Carlsen heeft zichzelf ook een bad boy-imago aangemeten door twee geruchtmakende zaken. Beide zaken hebben voor verdeeldheid in de schaakwereld gezorgd. Zijn critici hebben daar geen goed woord voor over.

De eerste controverse is terug te voeren op de penibele positie van de Noorse schaakfederatie. Die is zo goed als failliet en krijgt geen financiering van de Noorse sportfederatie, omdat die zich niet kan vinden in een aantal schaaktradities. Dat kinderen tegen volwassenen sporten bijvoorbeeld, staat de Noorse sportfederatie niet toe. De Noorse schaakbond weigert die regel af te schaffen in ruil voor financiering. Dus moeten sommige getalenteerde deelnemers uit schaakland Noorwegen zelf opdraaien voor hun verblijfskosten rond belangrijke wedstrijden. Johan-Sebastian Christiansen, captain van het Noorse schaakteam, noemt het een „bizarre” situatie. „In feite wordt schaken in Noorwegen niet erkend als sport.”

Carlsen maakt zich er zorgen over, vertelt Christiansen. Toen de mondiaal actieve gokdienst Kindred het aanbod deed om de Noorse schaakbond voor 5 miljoen euro te sponsoren legde hij al zijn gewicht in de schaal. „Met de deal zou jong Noors talent volgens Magnus een kans krijgen. Probleem was alleen dat Noorwegen een gokmonopolie kent. Kindred mag geen gokdiensten aanbieden in Noorwegen.” Door zijn lobbywerk voor de ‘gokdeal’ (die niet doorging) liep Carlsen behoorlijke reputatieschade op. Hij wordt sindsdien niet meer genomineerd voor grote sportprijzen in Noorwegen. „Maar dat deert hem weinig”, zegt Christiansen.

Volgens boezemvriend Askild Bryn is Carlsen op het punt gekomen dat hij niet langer een people pleaser wil zijn. „Hij is een man van principes, zegt en doet wat hij het juiste vindt.”

De gokrel vertoont parallellen met de valsspeelkwestie die de schaakwereld vorig jaar in tweeën spleet. Tijdens de prestigieuze Sinquefield Cup in St. Louis, in september, leed Carlsen een zeldzame nederlaag tegen de veel jongere en lager gerangschikte Amerikaan Hans Niemann. Hij trok zich terug uit het toernooi, liet een week niets van zich horen en tweette vervolgens: „Ik ben gefrustreerd. Valsspelen is een serieuze zaak en een bedreiging voor het voortbestaan van het spel.”

Niemann gaf alleen toe dat hij als adolescent vals had gespeeld in onlinepartijen – een jeugdzonde. Maar van vals spel was nu geen sprake meer, zei hij. Om niet lang daarna een schadevergoeding van 100 miljoen euro van Carlsen te eisen. De internationale schaakfederatie FIDE is een onderzoek begonnen, dat volgens ingewijden tot de zomer van volgend jaar in beslag kan nemen.

Sommigen in de schaakwereld vinden dat Carlsen zijn hand heeft overspeeld en de loopbaan van een negentienjarig talent verkwanselt. Hij zou niet tegen zijn verlies kunnen. Anderen vinden het goed dat hij sjoemelen – een groeiend probleem door technische ontwikkelingen – heeft geagendeerd, maar bekritiseren de wijze waarop. Waarom niet het toernooi uitspelen en daarna je vermoedens uiten? „Een misrekening een schaker onwaardig”, zegt de een. „Hij had zijn geduld moeten bewaren”, zegt de ander.

Schaker Jorden van Foreest vroeg Carlsen laatst waar hij zich over tien jaar ziet. „Ik zal geen klassiek schaak meer spelen”, luidde zijn antwoord

Alleen Kristine Marie Ganz van de Noorse schaakfederatie durft on the record een uitspraak te doen – op persoonlijke titel. „Magnus deed wat het schaken nodig had”, zegt zij. „Er is veel zorg om vals spel. Als een speler niet kan bewijzen dat zijn tegenstander sjoemelt, wordt die bestraft. Dat legt het risico bij de indiener van de klacht, waardoor niemand zo’n stap zet. Tot nu. Magnus heeft de vinger op de zere plek gelegd, ongeacht de gevolgen. Dat helpt het schaken. Geruchten maken het spel kapot.”

Wat als het onderzoek Niemann vrijpleit, en Carlsen dientengevolge zélf wordt geschorst? „Misschien gaat hij zich meer met de Play Magnus Group bemoeien”, zegt Askild Bryn. „Of hij wordt trainer, zoals zijn leermeester Kasparov. Het zou me verbazen als hij het schaken de rug toekeert.”

Jorden van Foreest vertelt dat hij Carlsen onlangs vroeg waar hij zichzelf over tien jaar ziet. ‘Ik zal geen klassiek schaak meer spelen’, was diens antwoord. ‘Hooguit schaken met snelle tijdcontroles.’ „En anders heeft hij genoeg andere interesses”, zegt Van Foreest. „Poker, podcast, voetbal… Magnus Carlsen zal zich nooit vervelen.”