Hoe Feyenoord tegen Milan de basis legde voor de Europa- en de wereldcup, met dank aan Happels meesterbrein

Het succesverhaal van het Nederlandse voetbal in de jaren zeventig begon op 26 november 1969. Zes maanden nadat Ajax nog kansloos met 4-1 werd verslagen door AC Milan in de Europa Cup 1-finale, won Feijenoord (nog met lange ij) met 2-0 van dezelfde, onoverwinnelijk geachte tegenstander.

Woensdagavond gaan beide clubs op herhaling in de Kuip. Net als 55 jaar geleden is Milan, met oud-Feyenoorder Santiago Giménez in de spits, zwaar favoriet in de tussenronde van de Champions League. Volgende week dinsdag is de return in Milaan.

In de heenwedstrijd in 1969 – op een woensdagmiddag in een mistig, matig gevuld San Siro – had Milan nog met 1-0 gewonnen. Twee weken later had het in de return ook 4-0 of 5-0 voor Feyenoord kunnen zijn, zo verrassend groot was het krachtsverschil. Feyenoord plaatste zich voor de kwartfinales en zou een half jaar later als eerste Nederlandse club de Europa Cup 1 winnen.

Franz Hasil aan de bal voor Feyenoord tegen AC Milan.
Foto Eric Koch/Anefo

Mislukte voorzet

Een vroege openingstreffer van Wim Jansen brak de ban. Doelman Fabio Cudicini, vanwege zijn lange armen en zwarte outfit ‘De Zwarte Spin’ genoemd, verkeek zich op de mislukte voorzet – net als radiocommentator Theo Koomen in zijn live radioverslag:

„Jansen, een schot en over, oooooooooooh of zit-ie erin, neeeeneeee nee toch, zit erin, hij zit erin, ooooooooh ik dacht-ie er over ging, hij zit er in, het is een doelpunt. Én Cudicini staat daar verslagen in het doel én Wim Jansen wordt daar door alle Feyenoorders omhelsd én gepakt en iedereen iedereen is gek geworden, ze staan hier voor m’n ramen te dansen”, gilde Koomen door de microfoon.

Het kopdoelpunt vlak voor tijd van Wim van Hanegem, na een klassieke passeerbeweging en voorzet op maat van Coen Moulijn, zag de geestdriftige commentator wel aankomen. Koomen schreeuwde het weer uit.

De reacties waren na afloop euforisch, lezen we in een jubileumartikel (50 jaar na dato) van Rijnmond. De regionale omroep citeert oud-Feyenoorder Puck van Heel die in zijn Rotterdamse café tegen een lokale verslaggever zei: „Jongens, dit maken we nooit meer mee.” De stoïcijnse Oostenrijkse trainer Ernst Happel noemde het „de mooiste dag van mijn leven.” Voor de wedstrijd had hij nog gezegd: „Als het misgaat ga ik niet vloeken. Ik heb daarvoor te veel gevoel voor mijn spelers.”

In Nederduits had Ernst ‘kein geloel’ Happel na de loting nog tegen een NOS-verslaggever gezegd: „Milan is een uitgekocht ploegie.” De kranten waren ook jubelend. De doorgaans kritische Volkskrant noteerde: „Dit is de grootste prestatie in het bestaan van het Nederlandse voetbal.”

Milan-doelman Fabio Cudicini ligt verslagen op het gras na de 2-0 van Wim van Hanegem, die (bijna onzichtbaar met de armen in de lucht) wordt gefeliciteerd door zijn ploeggenoten Frans Hasil (nummer 6) en Ove Kindvall (9).

Foto’s: ANP, Eric Koch/Anefo

Wim Jansen loofde zijn trainer. „Happel heeft ons alles maar dan ook alles over Milan verteld. Tactiek, inzet, techniek. En bij elke speler persoonlijk. Van elke tegenstander wisten we alles”, citeerde Rijnmond in 2020 de twee jaar later aan dementie overleden doelpuntenmaker. Kettingroker Happel overleed al in 1992 – aan longkanker.

De rossoneri, spelend in veel smallere roodzwarte strepen dan tegenwoordig, hadden in Gianni Rivera een elegante spelverdeler en in Pierino Prati een snelle goaltjesdief. Hij scoorde drie keer in de finale tegen Ajax. Alleen de Duitser Karl-Heinz Schnellinger en de Argentijnse Fransman Nestor Combin hadden geen Italiaans paspoort.

Negen Nederlanders

Feyenoord speelde met negen Nederlanders, aangevuld door de Zweedse midvoor Ove Kindvall en de Oostenrijkse middenvelder Franz Hasil, die was aangetrokken op voorspraak van landgenoot Happel. Kindvall zou in de finale tegen Celtic het winnende doelpunt maken en is sindsdien een held in Rotterdam-Zuid.

Libero Israël, spelverdeler Van Hanegem, gatenvuller Jansen en linksbuiten Moulijn waren de andere uitblinkers in een elftal zonder zwakke plekken. Maar in het buitenland waren ze veel minder bekend dan de Milanisti en alleen daarom al geen favoriet tegen de regerend Europees- en wereldkampioen.

In de jaren zestig was het Nederlandse voetbal weliswaar in opkomst – de clubteams met name – de grote successen moesten nog komen. Met in navolging van Feyenoord drie opeenvolgende Europa Cups voor Ajax, twee (verloren) WK-finales van Oranje, UEFA Cups voor Feyenoord en PSV en een verloren UEFA-Cupfinale van FC Twente. Nederland was in de jaren zeventig met West-Duitsland het beste voetballand ter wereld. De (verloren) UEFA-Cupfinale van AZ in 1981 was een laatste stuiptrekking van een voetballand in verval.

Feyenoord-supporters achter de goal in de Kuip.
Feyenoord-supporters vieren de 2-0 overwinning van hun club op het grote AC Milan.

Foto’s: Eric Koch/Anefo

Voor Feyenoord was 1970 het oogstjaar. Vier maanden na de Europa-Cupzege tegen Celtic won Feyenoord ook de wereldbeker, ten koste van het spijkerharde Estudiantes. Dat de Rotterdammers in fysiek opzicht niet voor de Argentijnen onderdeden, hadden ze kunnen weten. De verdedigers Israël, Piet Romeijn en Theo Laseroms namen altijd de man mee als ze überhaupt de bal speelden.

Ook volgens oud-Ajacied Theo van Duivenbode, bepaald geen schopper, was de doorbraak van Feyenoord te danken aan Happels meesterbrein. Die had geleerd van de afgang van Ajax in Madrid en propageerde aanvallend positiespel zonder de verdediging te verwaarlozen, wat zijn Amsterdamse collega Rinus Michels een half jaar eerder duur was komen te staan in de finale in Madrid.

Saillant detail: de flegmatieke linksback Van Duivenbode werd door boeman Michels mede-verantwoordelijk gehouden en in de zomer van 1969 verkocht aan aartsrivaal Feyenoord. „Happel is tactisch de beste trainer die ik heb meegemaakt”, zei de geboren Amsterdammer in 2020 in een interview met de NOS. „Hij speelde positievoetbal, stapte af van mandekking en paste zonedekking toe. De oefeningen op de training waren haast altijd met bal. Dat zorgde voor veel spelvreugde en als je plezier hebt, doe je veel harder je best”, verklaarde Van Duivenbode het grootste succes in de clubhistorie.