Met zijn humanitaire werk bij een Amerikaanse en later een Noorse ngo in Iran was de 41-jarige Olivier Vandecasteele uit Kortrijk al maanden gestopt. In België zou hij zich gaan richten op zijn eigen bedrijfje. Hij wilde nog één keer naar Teheran, ook al hadden de Belgische autoriteiten hem dat met klem afgeraden. Om zijn appartement leeg te halen en wat financiële zaken af te handelen. Hij zou niet langer dan een weekje blijven.
Op 24 februari vorig jaar werd hij daar door de Revolutionaire Garde, het Iraanse militaire elitekorps, opgepakt en in de beruchte Evin-gevangenis vastgezet, naar verluidt in een speciale vleugel voor politieke gevangenen. Later werd hij naar een onbekende locatie overgebracht. Volgens zijn familie zit hij tot vandaag de dag in een isoleercel, het licht dag en nacht aan. Hij heeft een paar keer met hen mogen bellen. Alleen de Belgische ambassadeur in Iran mag hem bezoeken.
Waarom moesten ze hem hebben? Voor zijn familie was het lange tijd gissen. In de zeven jaar die Vandecasteele in Iran werkte, waren de overheidsdiensten juist blij met hem geweest, zei zijn zus Nathalie vorige week in het Belgische weekblad Knack. Hij zou met Europees geld voor bijna een miljoen Afghaanse vluchtelingen onderwijs en medische zorg hebben geregeld.
Hij wist volgens zijn zus precies wat hij moest doen om niet in de problemen te raken. Het lijkt er nu op dat hij domme pech heeft gehad, en een pion in een diplomatiek spel is geworden. Iran zou hem willen ruilen tegen een hooggeplaatste diplomaat die vastzit in België.
Diplomatieke onschendbaarheid
Assadollah Assadi werd in 2018 door de Belgische politie opgepakt voor zijn rol bij een verijdelde aanslag op een massabijeenkomst van de Iraanse oppositie, in een voorstad van Parijs. Hij gebruikte zijn diplomatieke onschendbaarheid om de aanslag in meerdere landen voor te bereiden. Begin 2021 werd Assadi door een rechtbank in Antwerpen veroordeeld tot een celstraf van twintig jaar voor terrorisme. Iran reageerde woedend. Met Assadi’s arrestatie zouden internationale verdragen rond diplomatieke relaties zijn overtreden. Belgen kregen een negatief reisadvies voor Iran. Niet veel later verdween Vandecasteele.
Achter de schermen werkte België aan een omstreden uitleveringsakkoord met Iran waarmee het mogelijk zou worden gevangenen uit te ruilen. Officieel werden er geen namen genoemd, maar aangenomen werd dat Assadi aan Iran zou worden uitgeleverd, in ruil voor Vandecasteele of Ahmadreza Djalili, een gastdocent aan de Vrije Universiteit van Brussel die al in 2017 in Teheran ter dood werd veroordeeld wegens spionage.
De Belgische regering stemde eind juli in met de zogenoemde Irandeal, maar dat leidde tot felle protesten van de Iraanse oppositie, die naar het Belgische Grondwettelijk Hof stapten. Volgens hen zal Assadi bij terugkeer in Teheran meteen worden vrijgelaten.
In november doken er plots beelden op van Olivier Vandecasteele, ernstig vermagerd door een gedeeltelijke hongerstaking. In wat experts een schijnproces noemen werd hij tot 28 jaar cel veroordeeld wegens spionage, samenwerken met de VS tegen Iran, geldsmokkel en witwassen. Volgens zijn familie zit hij al die tijd al in eenzame opsluiting. Hij zou een infectie aan zijn voet hebben en al zijn teennagels zijn kwijtgeraakt. De Verenigde Naties en Amnesty International hebben „de onmenselijke omstandigheden” waarin Vandecasteele wordt vastgehouden, marteling genoemd.
Vorige maand besloot het Grondwettelijk Hof van België de Irandeal te schorsen, om binnen drie maanden een definitief oordeel te vellen. Vanuit Teheran nam de druk verder toe; de straf van Olivier Vandecasteele werd verzwaard naar veertig jaar cel en 79 zweepslagen. Daarop besloot hij zijn hongerstaking te stoppen. Zijn familie vreest het ergste als er niet snel iets aan zijn situatie verbetert.
Vanuit de Belgische regering klinken strijdbare geluiden. Justitieminister Vincent Van Quickenborne (Open VLD) zei zondag in het tv-programma De zevende dag dat hij er alles aan zal doen om Vandecasteele vrij te krijgen. „We zullen daarin slagen, ik verzeker u dat.”
Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft buiten de Tweede Kamer om een telefoon- en data-aftapsysteem voor de politie gekocht van het omstreden Israëlische defensiebedrijf Cognyte. Het besluit werd dit jaar genomen, toen Dilan Yesilgöz nog minister was en Dick Schoof de hoogste ambtenaar op het ministerie. Dat blijkt uit onderzoek van NRC.
Het ministerie kocht het nieuwe systeem om het falen van een ander gloednieuw tapsysteem te verhullen, maar ook dit heimelijk gekocht systeem werkt tot op heden niet, blijkt uit het onderzoek. Daardoor zit de overheid nu opgescheept met twee nieuwe, niet-werkende tapsystemen en maakt de politie nog altijd gebruik van een verouderd en technisch rammelend afluistersysteem.
Het ministerie heeft de geheime aankoop niet genoemd in Kamerstukken en sprak slechts over een „upgrade”. Meerdere direct betrokken politie- en justitiemedewerkers laten NRC weten dat de Kamer daarmee verkeerd is geïnformeerd. Het gaat niet om een upgrade, maar om een nieuw tapsysteem, dat is aangeschaft omdat een ander nieuw tapsysteem een miskoop bleek. De aanschafprijs van dat systeem is geheim. Aan pogingen om het werkend te krijgen, gaf de politie afgelopen jaren 3,8 miljoen euro uit, bevestigt een woordvoerder van de politiekorpsleiding nu. Over dat bedrag is de Tweede Kamer nooit geïnformeerd.
Al vijf jaar probeert de politie het systeem met hulp van tal van interne en externe IT-specialisten vergeefs draaiend te krijgen conform de eisen
Daarnaast is de heimelijke aankoop omstreden omdat van leverancier Cognyte eerder in de Tweede Kamer werd gevreesd dat het afluisterapparatuur misbruikte voor spionage voor Israël. Daarom wilde de Kamer al in 2016 afscheid nemen van Cognyte – dat toen nog Verint heette – als leverancier van het toenmalig tapsysteem.
Sindsdien is Cognyte meermaals direct in verband gebracht met mensenrechtenschendingen en spionageschandalen. In 2023 kwam het Israëlisch defensiebedrijf publiekelijk onder vuur te liggen wegens het leveren van afluistersystemen aan onder meer Myanmar. Daar zette het regime ze in tegen politici en journalisten waarmee het mensenrechten schond – ook nadat in Israël een officieel verbod op die handel was ingevoerd.
Een jaar eerder besloot de centrale bank in Noorwegen niet meer in Cognyte te investeren, nadat een rapport van een ethische commissie van de Noorse regering had vastgesteld dat het een „onacceptabel risico” was dat „het bedrijf bijdraagt aan serieuze mensenrechtenschendingen” zoals ontvoeringen en marteling.
Afluister- en andere cybersecuritysystemen van Israëlische defensiebedrijven zorgen regelmatig voor internationale schandalen. De bekendste is het Pegasus-schandaal, waarmee in diverse landen activisten, politici en journalisten werden bespioneerd. Afgelopen zomer onthulde The Guardian in samenwerking met andere internationale media dat Israël bij het Internationaal Strafhof in Den Haag aanklagers probeerde af te luisteren die klachten tegen het land behandelden.
Lees ook
De problemen met het verouderde tapsysteem zijn erger dan minister Yesilgöz deed voorkomen
Miskoop
Het tapsysteem van de Nederlandse politie is al langer een hoofdpijndossier. Het oude systeem van Cognyte – destijds dus Verint – werd door de Tweede Kamer vooral gewantrouwd omdat de soft- en hardwarekern van het Israëlische systeem voor Nederland een black box was: het technisch onderhoud van het tapsysteem was niet in handen van de Nederlandse politieambtenaren, maar werd uitgevoerd door Israëli’s die bij problemen werden ingevlogen.
Onder druk van de Kamer kocht Nederland daarom via een openbare aanbesteding uiteindelijk in 2019 een nieuw tapsysteem. Die aanbesteding werd gewonnen door een ander Israëlisch defensiebedrijf, Elbit. Met de toezegging dat de Nederlanders ditmaal wel zelf het onderhoud van het systeem in de hand zouden houden, en andere eisen over cybersecurity, ging de Kamer akkoord. Na de aankoop in juli 2019 bleek dit nieuwe tapsysteem van Elbit, geheten ‘i360’, een miskoop.
Al vijf jaar probeert de politie het systeem van Elbit met hulp van tal van interne en externe IT-specialisten tevergeefs draaiend te krijgen conform de eisen van de Nederlandse politie. Zo lukt het nog steeds niet met het nieuwe systeem vertrouwelijke gesprekken met advocaten die niet getapt mogen worden, automatisch te beschermen, aldus betrokkenen. En ook de koppeling van het tapsysteem met andere politiesystemen werkt niet of niet voldoende.
‘Onzekerheid over realisatie’
De problemen waren twee jaar terug al zo serieus dat de opsporing in gevaar kwam, onthulde NRC. Het ministerie van Veiligheid en Justitie weet de problemen destijds aan opstartproblemen en kondigde aan dat „de zorgvuldige stapsgewijze implementatie naar verwachting nog heel 2023 zal vergen”.
Een jaar geleden werkte i360 nog steeds niet. Lang was de uitleg daarbij dat het om reguliere opstartproblemen ging. Maar in december 2023 kreeg de Kamer na nieuwe vragen over het falende systeem een nieuwe verklaring: de twee maanden daarvoor begonnen oorlog in Gaza. „Vanwege de situatie in Israël is de onzekerheid over de realisatie van het nieuwe tapsysteem helaas toegenomen,” liet toenmalig minister Yesilgöz de Kamer weten. En een halfjaar later, afgelopen juni: „Vanwege de situatie in Israël is er nog steeds onzekerheid over de realisatie van het nieuwe tapsysteem.”
Intussen, zo staat in hetzelfde stuk, wordt „het huidige tapsysteem langer in stand gehouden om de continuïteit van tappen te borgen”. Daarvoor wordt het „geüpgraded en op een nieuw hardware platform geplaatst”. Over wat dat betekent ontbreekt iedere uitleg.
Lees ook
Verkennen, hacken en tappen: mogen de AIVD en MIVD al genoeg of moet de wet nodig ruimer?
Miljoenen
In werkelijkheid gaat het om veel meer dan een „upgrade”, bevestigen diverse bronnen binnen de politie en het ministerie die direct bij het project betrokken zijn aan NRC. Het gaat om een compleet nieuw tapsysteem: Reliant X van Cognyte – aangeschaft omdat het al die jaren niet lukt om het nieuwe i360 te laten functioneren. Maar daarover krijgt de Kamer niets te horen. Kamerleden krijgen van de minister slechts te horen dat „de situatie in Israël” – de Gaza-oorlog – voor vertraging zorgt. Terwijl diezelfde oorlog blijkbaar geen belemmering vormt voor de aanschaf van het eveneens Israëlische Reliant X. Vorige week schreef NRC nog over de 1,9 miljard euro die Nederland afgelopen jaren aan Israëlisch defensiematerieel uitgaf, waarvan de helft na het begin van de Gaza-oorlog. Alleen al bij Elbit werd voor ruim 900 miljoen euro aan materieel besteld in de afgelopen vijf jaar.
De opsporingsdiensten zitten nu opgescheept met een nieuw probleem. Het nieuwe, in het geheim gekochte Reliant X van Cognyte blijkt ook niet te werken. De politie heeft miljoenen uitgegeven aan twee nieuwe systemen die niet aan de eisen voldoen en zit vast aan een verouderd en compleet achterhaald tapsysteem, waar de Tweede Kamer al in 2018 vanaf wilde.
De politie wil niet zeggen hoeveel ze voor i360 en Reliant X heeft betaald, omdat die bedragen ‘onder geheimhouding’ vallen
Het ministerie verwijst voor vragen door naar de politie. Die wil niet zeggen hoeveel ze voor i360 en Reliant X heeft betaald, omdat die bedragen „onder geheimhouding” vallen, aldus een woordvoerder. Over Reliant X van Cognyte wil de politie zelfs niet de naam of de leverancier bevestigen. De woordvoerder herhaalt alleen: „het betreft een upgrade, niet een nieuw systeem”.
Na de opeenstapeling van mislukkingen en verlopen deadlines, is nu besloten een nieuwe poging te ondernemen om alsnog i360 aan de praat te krijgen. De technici hebben te horen gekregen dat het systeem uiterlijk 1 april aanstaande moet draaien. En dat in elk van de tien regionale eenheden van de politie voor het eind van het jaar minstens een strafrechtelijk onderzoek met het i360-tapsysteem getapt moet worden. De reden voor de deadline, volgens een betrokkene, is dat de minister dan aan de Tweede Kamer kan melden dat i360 inmiddels in heel Nederland wordt ingezet en werkt.
„3.000 euro? Op je muil!’” en „Vecht, vecht, vecht, studeren is een recht”, klinkt het maandagmiddag op het Malieveld in Den Haag. En: „Stop de eppocalyps”, verwijzend naar onderwijsminister Eppo Bruins (NSC). Hij krijgt, in verschillende bewoordingen, het ‘advies’ om af te treden. Net als twee collega-bewindslieden van NSC.
Op het veld, gelegen naast de tijdelijke Tweede Kamer en de A12, waren maandag duizenden studenten, medewerkers en bestuurders van hogescholen en universiteiten op de been om te protesteren tegen de besparing van het kabinet op het hoger onderwijs. De eis was duidelijk: de bezuinigingen moeten van tafel.
Die zijn verstrekkend. Vanaf 2025 wil het kabinet 175 miljoen euro per jaar besparen op 1.300 tot 1.700 onderwijsbeurzen voor jonge en ervaren docenten. Ook wordt bezuinigd door het aantal internationale studenten terug te dringen, studenten die langer doen over hun studie meer collegegeld te laten betalen en door te korten op het Fonds Wetenschap en Onderzoek. Het totale bedrag: zo’n 1 miljard euro per jaar.
Lees ook
Brede bezuiniging op onderwijssubsidies: ‘We snappen heel goed dat dit pijnlijk zal zijn’
‘Staken’
Op het Malieveld protesteren studenten vooral tegen de ‘langstudeerboete’ van 3.000 euro. Voor sommigen is dat niet het enige thema: hier en daar is ook een Palestijnse vlag te zien, of een leus als „Solidarity for Palestina”.
Op een podium op het veld benadrukt Thijs Roovers, voorzitter van de Algemene Onderwijsbond (AOb), nog maar eens hoe groot de bezuinigingen zijn. „Omgerekend twee hbo-instellingen of een grote universiteit”. Als het protest niets oplevert, zegt Roovers, wil hij het er niet bij laten zitten. „We zullen geen middelen schuwen. Als het moet, gaan we staken.”
Veel van de demonstranten doen ook mee aan de aansluitende protestmars. Die brengt ze onder meer langs de Tweede Kamer en het ministerie van Onderwijs. Hard boegeroep volgt, en de leus: „Onderwijs is een recht, geen privilege.” Niet ver daarachter roept een groep „onderwijs is een recht, oorlog is een keuze”. Het zijn demonstranten van onder meer de Communistische Jongerenbeweging, die net als enkele andere organisaties aanwezig waren om zich ook uit te spreken tegen de oorlog in Gaza.
Jurgen Nobel, staatssecretaris van Integratie en Participatie (VVD), begon zijn eerste debat over integratie met een achterstand en iets goed te maken. Twee weken terug had hij gezegd, naar aanleiding van de rellen in Amsterdam en het geweld tegen Maccabi-supporters, dat „een heel groot deel” van de islamitische jongeren „onze normen en waarden niet onderschrijft”.
Met deze woorden maakte de bewindspersoon – voor wie de media tot die uitspraak weinig aandacht hadden – zichzelf in één klap bekend. Veel Nederlanders met een migratieachtergrond voelden zich aangesproken en Nobels opmerking belandde in een rijtje van uitingen van coalitie- en oppositiepartijen die de integratie tot mislukt project verklaarden of een integratiecrisis uitriepen. Moskeeverbond K7 klaagde Nobel aan en de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme, Rabin Baldewsingh, eiste dat de staatssecretaris zijn woorden terugnam.
Maandag nuanceerde Nobel zijn uitspraken ten overstaan van de Tweede Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hij had nooit bedoeld om mensen „zo voor het hoofd te stoten” met „stevige woorden”. „Het raakt mij persoonlijk als iemand die ik ken, zegt: ‘Bedoelde je mij, heb je het ook over mijn kinderen?’ Als dat zo is overgekomen, is dat absoluut niet mijn bedoeling geweest. Ik ben er nooit op uit om een hele groep mensen over een kam te scheren. Want de meeste mensen – en de meeste Nederlandse moslims vallen daar uiteraard ook onder – zijn gewoon hard aan het werk.”
Op vrijdag 15 november zei Nobel al dat hij de uitspraken nooit zo hard had bedoeld, maar die nuancering viel weg door het opstappen van staatssecretaris Nora Achahbar (NSC) die onder meer de uitspraken van Nobel aanhaalde als reden voor haar vertrek.
Lees ook
Opgestapte staatssecretaris Achahbar hekelt ‘onwaarheden’ die rondgaan over haar vertrek
Motie van wantrouwen
Nobel wilde het rechtzetten maandag. Maar sorry zeggen, dat wilde hij niet. Ook niet toen D66-Kamerlid Mpanzu Bamenga daar meermaals op aandrong, omdat Nobel volgens hem „miljoenen mensen hier in Nederland in de ziel geraakt” heeft. En ook niet toen Dogukan Ergin (Denk) excuses eiste. Nobel: „Ik heb het gevoel dat de heer Ergin op citatenjacht is.” Nobel ging er niet op in.
Ergin: „Hij zegt aan al die mensen die diep gekwetst zijn: het ligt aan u, u heeft mij verkeerd begrepen.” Ergin greep de gelegenheid aan voor een poging de staatssecretaris zijn eerste motie van wantrouwen te doen toekomen. Maar die werd niet aangenomen, zelfs de linkse oppositie wilde niet meestemmen. Motie van wantrouwen of niet, duidelijk is dat Nobel de linkse oppositie allerminst tevreden heeft gestemd met zijn knieval.
De inbreng van Nobel was onderdeel van een gespannen debat in de Kamercommissie. Waar de linkerflank vooral bleef benoemen wat goed gaat in de integratie – zoals het toenemende aantal kinderen met een migratieachtergrond dat naar de havo of vwo gaat – bleef de rechterflank erop hameren dat óók veel mis zou gaan. VVD-Kamerlid Bente Becker verwees naar een „kleine harde kern van de islamitische gemeenschap die steeds orthodoxer wordt” en jongeren die niet het gevoel hebben Nederlands te zijn, maar eerder Turks of Marokkaans. Een „déél van de islamitische jongeren”, zei Becker keer op keer.
Benoemen is belangrijk, vindt rechts. Problemen overdrijven is schadelijk, zegt links.
Voor wie?
De Kamerleden waren het er zelfs niet over eens voor wie integratie nou eigenlijk is bedoeld. Voor nieuwkomers die een handje geholpen moeten worden, vond Ergin van Denk. Voor iedereen met een migratieachtergrond, meende Maikel Boon van de PVV. En NSC-Kamerlid Diederik Boomsma maakte een filosofisch punt, namelijk dat integratie gaat over álle Nederlanders. Elke nieuwe generatie, ongeacht afkomst, wordt volgens hem geïntegreerd door middel van opvoeding.
Staatssecretaris Ingrid Coenradie (Justitie en Veiligheid, PVV) was ook aangeschoven. Ze verzuchtte: „Waarin vinden we elkaar wél, dat is de vraag die mij is bijgebleven.” Die hoeft en kan nu niet beantwoord worden, zei Coenradie. Maar „wellicht” kan dat in de toekomst wel.
Lees ook
Hoe het kabinet bijna viel na de rellen in Amsterdam