Hoe de democratie aan kracht inboet door neoliberaal kapitalisme

Een wapenfabrikant waar werknemers zelf komen met een gedetailleerd plan om de productie radicaal om te gooien en goederen met maatschappelijk nut te gaan maken. Zoals nierdialyse-apparaten, windturbines, zonnecellen of hybride aandrijvingssystemen voor auto’s. We moeten ervoor terug naar de jaren zeventig van de vorige eeuw.

Lucas Aerospace Corporation verkeerde in financiële problemen en had een reeks stevige reorganisaties achter de rug. De roep om nationalisatie van het bedrijf was er, maar de Britse overheid was armlastig. Maak zelf een plan, zei de socialistische minister voor Industrie tegen de vakbonden.

Die riepen de medewerkers op om mee te denken en werden overstroomd door honderden ideeën. De bonden brachten ze samen in een analyse, waarin ze gedetailleerd beschreven over welke menselijke en natuurlijke hulpbronnen Lucas kon beschikken en een stappenplan voorstelden om een nieuwe manier van werken door te voeren. De managers waren verrast, maar niet toe aan een overdracht van zeggenschap over het bedrijf aan werknemers. Na veel reorganisaties en een reeks overnames is Lucas tegenwoordig in handen van het Amerikaanse wapenconcern Raytheon.

Voor Grace Blakeley, auteur van Aasgierkapitalisme, bedrijfsmisdaden tegen de werkelijkheid, geldt dit initiatief als een voorbeeld hoe bedrijven kunnen worden omgevormd van nietsontziende winstmachines tot democratische organisaties die goederen met maatschappelijk nut produceren. Blakeley is een jonge Britse economisch commentator en criticus van het kapitalistische systeem. Dat is volgens haar vastgelopen en heeft van werknemers individualistische consumenten gemaakt die de vrijheid om hun leven zelf te bepalen, totaal hebben verloren.

Het voorbeeld van Lucas staat voor haar symbool voor het vastlopen in de jaren zeventig van het progressieve denken waarin protesterende (hippie-)intellectuelen en de arbeiders elkaar hadden gevonden. Westerse samenlevingen sloegen de neoliberale weg in, waarin markten vrij spel kregen, overheden zich terugtrokken, vakbonden opzij werden gedrukt en kapitaal sterker de overhand kreeg boven arbeid.

Neoliberalisme ontleed

In Aasgierkapitalisme ontleedt Blakely genadeloos het neoliberale systeem dat sinds de jaren zeventig de westerse samenlevingen decennialang heeft gedomineerd. Ze ondergraaft de mythes die neoliberale denkers zelf hebben gecreëerd. Ze duikt diep in het werk van neoliberale denkers als Friedrich Hayek, maar ook in dat van economen als John Maynard Keynes en Joseph Schumpeter. Tevens komen denkers voorbij uit het socialisme, zoals Gramsci en Marx.

Op basis daarvan trekt ze conclusies die een andere kijk geven op de neoliberale theorieën die dominant zijn geweest in het politieke en economische denken van de afgelopen decennia. Zo ligt de definitie van kapitalisme voor haar niet in het bestaan van vrije markten, maar in de dominantie van kapitaal boven arbeid.

Neoliberalen schermen vaak ermee dat politiek en economie gescheiden domeinen zijn en moeten blijven. Maar Blakeley maakt overtuigend duidelijk hoe juist in de neoliberale periode bedrijven meer invloed kregen op overheden. Het fundamentele punt is volgens haar dat neoliberalen doen alsof er geen planning is van de economie door vrije markten hun gang te laten. Maar die planning is er juist wel, betoogt ze. En die ligt meer dan ooit bij grote bedrijven, die in staat zijn overheden in hun greep te krijgen. Dat leidt tot uitputting van de aarde, tot het remmen van de ontwikkeling van opkomende landen en uitholling van de democratie.

Ze beschrijft hoe grote bedrijven hun macht en invloed hebben vergroot in hun streven naar winstmaximalisatie en in veel markten een dominante positie als oligopolist of monopolist hebben kunnen afdwingen. Blakeley valt daarbij terug op het onderzoek van anderen naar bedrijven als Boeing dat in het streven naar kostenbesparing om de winst te verhogen de veiligheid van de vliegtuigen uit het oog verloor. Naar Exxon en de jarenlange ondermijning van klimaatbeleid. En naar Chevron dat via eindeloos procederen en inkapselen van rechters schadevergoedingen voor milieuvervuiling voorkwam.

In die analyse ligt de kracht van haar boek. Ze maakt begrijpelijk waarom veel mensen zich in de hedendaagse samenleving vervreemd en machteloos voelen en populistische politici daar gretig op inspelen. De afkeer van burgers richt zich daarbij op de overheid, niet op de bedrijven die volgens Blakeley de echte macht hebben. Daarmee schetst ze een wezenlijk groot gevaar voor de democratie.

Kapitalisme hervormen

In de laatste hoofdstukken probeert ze de richting aan te duiden die de samenleving zou moeten inslaan. Behalve met Lucas Aerospace komt ze met voorbeelden van burgerinitiatieven en coöperaties die in de afgelopen jaren in verschillende landen zijn ontstaan. Maar die zijn allemaal kleinschalig. Hoe vanuit dat vertrekpunt de wereld hervormd moet worden, maakt ze niet duidelijk. Het zijn de zwakste hoofdstukken van het boek.

Blakeley verwerpt daarbij te snel dat hervormingen binnen het kapitalisme zelf mogelijk zouden kunnen zijn. Ook gaat ze eraan voorbij dat onder het kapitalisme van de afgelopen decennia de welvaart is toegenomen in veel landen en het percentage mensen dat leeft onder de armoedegrens wereldwijd is afgenomen. Groei en vooruitgang zijn niet louter en alleen ten goede gekomen aan de vermogenden en de grote bedrijven. Ze wuift als het onmogelijkheid weg dat er bedrijven en kapitaalverschaffers zijn die andere wegen in willen slaan. Hervormingen zijn onvermijdelijk.

De socialistische oplossingen van Blakely mogen misschien niet aanspreken, haar analyse geeft stof tot nadenken voor iedereen.