Hoe cultuur het conservatieve verhaal in de Verenigde Staten voedt

‘Er is een oorlog gaande tegen onze manier van leven”, zegt het personage John Dutton (gespeeld door Kevin Costner) als hij gouverneur wil worden van Montana in de neo-western Yellowstone. Met cowboyhoed op en de raspende stem die hem de authenticiteit van de nuchtere, hardwerkende man moet geven, vervolgt hij: „De smerige waarheid is dat ze ons land willen. Het zal er nooit meer uitzien als ons land. Dat is wat vooruitgang tegenwoordig betekent. Dus… als dit de vooruitgang is die je wil, stem dan niet op mij.”

Deze scene uit de populaire serie Yellowstone – waarvan deel twee van seizoen vijf sinds vorige week te zien is – laat geen twijfel bestaan: deze patriarch, van een ranch die al zeven generaties toebehoort aan de familie Dutton, is de juiste kandidaat. Hij is niet uit op macht, maar wil het gebied redden van corrupte politici en ondernemers die het willen omvormen tot vliegveld en casinostad. Het is duidelijk wie dat een aansprekend verhaal vindt: de correlatie tussen een Republikeinse stem en het kijken naar een tv-serie was in 2020 nergens zo sterk als bij Yellowstone.

De witte man, die na de hoogtijdagen van Top Gun en Indiana Jones een beetje op de achtergrond raakte, wordt de laatste jaren weer wat nadrukkelijker omarmd of opnieuw op het witte doek gegooid. Veel Amerikaanse series als Station 19, The Resident, FBI en 911 of 911-Lone Star vertelden de laatste jaren, zeker na de Black Lives Matter protesten, vooral het verhaal van agenten, artsen en brandweerlieden die midden in een diverse samenleving staan. Ze gaan niet alleen over helden van hulpdiensten die mensen redden, maar tonen tussen de verhaallijnen door ook de gevolgen van institutioneel racisme, of patiënten die geen zorgverzekering kunnen betalen en agenten die uitleggen dat een kort rokje dragen geen uitnodiging tot verkrachting is. Ook gaat menig aflevering over de kwalijke kant van politiegeweld. De reddingsteams zijn vaak een toonbeeld van diversiteit.

Yellowstone vertelt een ander verhaal. Deze serie past binnen een conservatieve stroming in de Amerikaanse cultuur waarin de onzekerheid die identiteitspolitiek met zich meebrengt, wordt gethematiseerd. Dat gebeurt niet alleen op tv: ook in film, comedy, muziek en beeldende kunst is meer aandacht voor traditionele waarden, die gevierd worden als tegenhanger van globalisering en diversiteit. Waar een serie als Bridgerton ongekend divers was, viert Yellowstone een heldenverhaal van de onafhankelijke witte held: de dagen van John Wayne lijken terug.

Cultuuruitingen vormen al van oudsher een belangrijke graadmeter voor het overheersende gevoel in een samenleving, en kunnen ook worden gebruikt om een verhaal over de samenleving te sturen. Republikeinse makers weten dat ook en spelen er op in, waarbij de opkomende Republikeinse stem in comedy de opvallendste is, maar ook andere cultuuruitingen tonen hoe de Republikeinse stemmer de wereld ziet.

‘Diversiteitslaagje’

Yellowstone is een interessante casus. Ruwe-bolster-blanke-pit Kevin Costner heeft (net als in het beroemde Dances With Wolves) wel degelijk oog voor de belangen van native Americans wat landbezit aangaat. Alleen draait het in deze serie vooral om loyaliteit en om Amerikaanse waarden die bedreigd worden door fratsen van buitenstaanders. Dat native Americans het verhaal ondersteunen, geeft de serie een eigen ‘diversiteitslaagje’.

Anders dan bij publiekslievelingen als de vele politieseries, nemen de hoofdpersonages in Yellowstone het recht in eigen handen. Waar series als Law & Order: Special Victims Unit of de FBI uiteindelijk uitgaan van de goede bedoelingen van de instituties, voelen de personages in Yellowstone zich gedwongen zelf actie te nemen. De overheid wordt gezien als de vijand.

„Vooruitgang heeft jouw toestemming niet nodig”, krijgt Dutton bijvoorbeeld te horen wanneer hij bezwaar aantekent bij toekomstplannen van het gebied. De buitenwereld is er volgens hem op uit de familie uit de „toekomst te wissen” en „elk bewijs dat de familie daar ooit woonde” ongedaan te maken. Aziatische bezoekers die op het land staan en niet snappen dat één man zo veel land in zijn eentje kan hebben, worden weggejaagd met geweerschoten en de mededeling: „Dit is Amerika, wij delen ons land niet”. Iedereen die daar anders over denkt, wordt in het beste geval in elkaar geslagen of bedreigd, en in het slechtste geval een kopje kleiner gemaakt, zonder dat dit consequenties heeft.

‘Wie is hier nu de Hitler?’

Of het nu in films, series, comedy, beeldende kunst of muziek is: de aantijging dat Republikeinen politiek incorrect zijn, wordt steeds vaker omgedraaid. „Als de Democraten het zo belangrijk vinden dat een vrouw de eerste president wordt, waarom maken ze dan Kamala Harris niet nog voor de komende twee maanden president? Dat kan gewoon, maar doen ze niet. Zijn ze wellicht zelf racistisch? Wie is hier nu eigenlijk de Hitler?” Aldus Greg Gutfeld in zijn comedy-nieuwshow Gutfeld!, die op Fox News wordt uitgezonden. De show wil tegenwicht bieden aan populaire satirische nieuwsprogramma’s als The Daily Show op Comedy Central, en doet in de opzet denken aan de late shows van Jimmy Kimmel en Stephen Colbert: eerst wordt ingegaan op de actuele kwesties, om daarna met een gast te praten. Waar Colbert als gast vicepresident Kamala Harris ontving en dagelijks vooral Trump de maat neemt, was bij Gutfeld! Donald Trump te gast en wordt Harris de maat genomen.

Ook kaart Gutfeld de „leugens” aan die de media volgens hem verspreiden. Juist Trump is inclusief, kijk maar naar de vele latino’s die op hem gestemd hebben. Trumps toekomstplannen worden te zwartgallig neergezet, meent hij, terwijl er niets aan de hand is: er zullen alleen goede veranderingen komen. „Winkeldieven moeten gaan betalen voor hun boodschappen. En gangs van migranten zullen op zoek moeten naar een nieuwe makelaar.”

Presentator Greg Gutfeld, een aanhanger van Trump, afgelopen januari tijdens een aflevering van zijn show Gutfeld!

Foto Roy Rochlin/Getty Images



Lees ook

Populaire podcaster Joe Rogan hielp Trump met het bereiken van jonge mannen

De Amerikaanse podcaster Joe Rogan bij een UFC-evenement in 2023.

Waar comedy meestal meer een links-liberaal uitgangspunt had en de Republikeinen het lange tijd moesten doen met de mopperende Archie Bunker uit de jaren-zeventig-comedy All in the Family, maakt conservatief Amerika een inhaalslag. Steeds meer conservatieve comedians zoeken de spotlights op. De populairste podcastmaker is Joe Rogan – hij heeft op streamingdienst Spotify 14,6 miljoen volgers, op YouTube 18,4 miljoen, en wordt ‘de Oprah Winfrey voor mannen’ genoemd. Hij ontving niet alleen Donald Trump in zijn drie uur durende podcast, maar ook comedians die ‘identiteitspolitiek’ hekelen en waarschuwen tegen cancelcultuur.

Tony Hinchcliffe laat in zijn podcast Kill Tony conservatieve comedians aan het woord. De onderwerpen zijn de open grens met Mexico, democratische ‘agenda’s’, Aziaten, en homoseksualiteit (met grappen die voelen als een tijdreis naar de jaren vijftig). Zijn opmerking tijdens Trumps rally in New York over Puerto Rico als vuilniseiland, was niet verrassend voor wie zijn shows beluistert. „Thank you for restoring white pride”, luidt een reactie van een luisteraar onder een show, en dat is precies de bevestiging en opluchting die je hoort tijdens de shows.

‘Right-wing country’

Waar bekende namen in de muziek vooral achter Harris gingen staan – Beyoncé, Taylor Swift, Bruce Springsteen – zijn er genoeg zangers die door Republikeinse politici worden geprezen: de ‘right-wing country music hits’, volgens nieuws- en opiniewebsite Vox. Het gaat in die muziek om de authenticiteit van de witte zanger die tegen de achtergrond van de Amerikaanse vlag het geluid van ‘vrijheid’ laat horen. In de countrywereld – die overigens zeker niet exclusief conservatief is – worden mannen als Morgan Wallen, Jason Aldean en Oliver Anthony nadrukkelijk omarmd.

Morgan Wallen tijdens een optreden in Knoxville, Tennessee.
Foto John Shearer/Getty Images

Nadat er een video werd vrijgegeven waarin Wallen dronken begon te schelden met het n-woord, groeide zijn succes alleen maar. Typerend is vooral Aldean met zijn ‘bro-country’-muziek. De teksten gaan over vrouwen, trucks en traditionele waarden van de man die hard moet werken voor de kost. Een van zijn grote hits is ‘Try That In a Small Town’, waarin hij de verdorvenheid van de grote stad plaatst tegenover het stadje op het platteland. ‘Urban’ versus ‘country’ is in Amerika al codetaal voor zwart versus wit, dus de tekst kreeg, zeker in de tijd van Black Lives Matter, een bijsmaak: „Well, try that in a small town / See how far you make it down the road / Around here we take care of our own / You cross that line, it won’t take long / For you to find out, I recommend you don’t.

Jason Aldean afgelopen mei tijdens de Academy of Country Music Awards in Frisco, Texas.
Foto Christopher Polk/Getty Images

Controversieel werd het nummer door de videoclip, die werd gefilmd voor de rechtbank van Columbia, Tennessee, waar in de jaren twintig een notoire lynchpartij had plaatsgevonden. Smakeloos of racistisch? Hoe dan ook: na deze controverse nam de populariteit van Aldean enorm toe.

Politieke schilderijen

De conservatieve beeldvorming vindt zijn culminatie in de schilderijen van Jon McNaughton, die sinds 2018 nog bekender en controversiëler werd door zijn Trump-schilderijen. Deze op Fox News al vaker geprezen realistische schilder heeft een voorkeur voor romantische landschappen, maar ook voor politieke werken. Na de aanslag op Trump kwam hij al snel met een geschilderde versie van de foto waarop Trump met bloedend oor zijn vuist in de lucht steekt.

Breder bekend werd hij na zijn schilderij The Forgotten Man (2010) waarop alle presidenten tot en met Barack Obama zijn afgebeeld. Op het werk staat Obama met de armen over elkaar. Zijn voeten staan op de grondwet en hij heeft geen oog voor een wanhopige jongen op een bankje. Enkele Republikeinse presidenten zien de jongeman wel, kijken zijn kant op of wijzen Obama op de ‘vergeten man’ op het bankje. Presidenten als J.F. Kennedy en Bill Clinton geven de halsstarrige Obama applaus.

Het werk kreeg veel landelijke bekendheid vanwege de kritiek op Obama en in 2016 ging op Fox News het gerucht dat het werk in het Witte Huis zou komen te hangen. Het werk werd in 2018 door de Britse krant The Guardian aangewezen als hét werk dat Trumps presidentschap moest verbeelden, zoals poster Obama’ s Hope! dat in 2008 deed.

McNaughton komt op voor traditionele christelijke waarden die bedreigd worden – hij noemt zijn werk dan ook niet politiek, maar patriottisch. Als kunstenaar is hij een outcast, maar in maatschappelijke zin heeft hij in Amerika het tij mee. Op zijn schilderij Politically Incorrect zien we een man met een Bijbel in de ene hand en een AR-15 in de andere. Hij heeft een ‘Make America Great Again’-pet op en een T-shirt aan waarop ‘All Lives Matter’ staat. Zijn uitleg bij dit werk laat zich lezen als een samenvatting van de culturele renaissance die het nieuwe verhaal van de Verenigde Staten vertelt. Het is een pleidooi – dat symbool staat voor veel conservatieve stemmen in de kunsten – voor wapenbezit en de Amerikaanse droom die beschermd moet worden, en sluit af met de woorden: „ALL Lives Matter/ And you cannot favor race / The Constitution is colorblind / Wokeness – a disgrace! // There is an absolute truth / Bigoted leftists always forget: / You cannot censure people / Or the politically incorrect.

Correctie (20 november 2024): In een eerdere versie stond dat de man op het schilderij ‚Politically Incorrect’ een AK-47 droeg, dat moet een AR-15 zijn. Dat is hierboven aangepast.