
In de Netflix-hitserie Adolescence brengt de dertienjarige Jamie een meisje van dezelfde leeftijd met messteken om het leven. In de aflevering op school, waar de politie het motief probeert te ontrafelen, neemt de zoon van de rechercheur zijn vader apart om hem de codetaal van emoji’s over vrouwenhaat en vernedering uit te leggen. Hij kan zijn vaders onwetendheid amper verdragen. „Fantastisch acteerwerk”, zegt Karin Lagraauw. „Ze kijken volledig langs elkaar heen, leven echt in verschillende werelden. Dát is de werkelijkheid.”
Lagraauw, die als coach veel met jongeren werkt, deelde afgelopen week naar aanleiding van de serie een persoonlijk verhaal op LinkedIn. Vorig voorjaar werd hun zoon, toen vijftien, opgejaagd door een groep oudere jongens nadat online verhalen de ronde deden. Ook Lagraauws kennis Lissa van Zijp doet haar verhaal. Haar dochter werd drie jaar geleden afgeperst via Snapchat. „Je gaat toch denken: where did I go wrong?”
Voor de helderheid: hun tieners zijn geen daders, zoals Jamie uit Adolescence. Integendeel. Maar de schaduwzijde van social media kent vele nuances. Wat hun kinderen overkwam is niet ongebruikelijk. Mensen hebben geen idee, zegt Karin Lagraauw. „Ik heb ook de halve tijd geen idee, maar ik weet in ieder geval dat ik het niet weet. Ik wéét dat er een heel groot zwart gat is, met een enorme zuigkracht.” De onlinewereld dus. „Die is gevaarlijk.”
Omwille van hun privacy worden de namen van betrokken tieners niet genoemd en dus ook niet de achternaam van de vaders. „Als ouder zeg je als ze klein zijn al: niet met vreemden meegaan”, zegt Van Zijp. „Later is het: ga niet chatten met vreemden, stuur geen foto’s van jezelf. Als iemand iets geks vraagt, ga er niet op in.” Op de basisschool was er ook al een incident geweest in de klas van haar dochter, ook toen was er al gesproken over het versturen van naaktfoto’s. „We dachten dat we dat redelijk afgetimmerd hadden.”
Haar dochter was twaalf. Ze had niet veel vrienden op haar nieuwe school. „Op een vrijdag, ik was aan het werk, had ik ineens een aantal gemiste omroepen”, zegt Van Zijp op het terras van hetzelfde café in Voorburg. „Ik had een meisje dat helemaal aan het trillen was, volledig in paniek. En de politie was onderweg.” Die was ingeschakeld door haar vader Henk. Die zegt aan de telefoon dat de paniek in de stem van zijn dochter „het ergste is wat ik mee kon maken”. Hij zat toen in het buitenland.
Een jongen van wie ze dacht dat hij zeventien was, had haar om intieme foto’s gevraagd. En die had ze gestuurd. Direct begon hij haar te chanteren. Ze moest 500 euro overmaken, binnen vijf minuten. „Ga je het doen of moet ik al die kk foto’s plaatsen. Heb 1 foto met je kankerhoofd erop.” Henk heeft zijn zoon, haar broer, direct met diens telefoon afbeeldingen laten maken van het scherm. „De politie was heel lief”, zegt Van Zijp. „Maar ja, that’s it. Die kunnen verder ook niets.”
Henk liet het er niet bij zitten. Via een nep-profiel deed hij zich voor als vijftienjarig meisje en wist hij op Snapchat met de afperser in contact te komen. Dat lukte, en hij vroeg al snel weer om foto’s. Maandenlang volgde Henk het account, om te zien of de eigenaar iets prijsgaf, toen hij ineens een foto met herkenbaar navigatiescherm postte met de woorden ‘bijna thuis’. Op de lokale buurtapp van de socialenetwerksite ‘Nextdoor’ postte Henk vervolgens de profielfoto van de jongen, met de boodschap dat hij hem wilde bedanken met een bloemetje omdat hij zijn dochter zo goed had geholpen. „Herkent iemand hem?” Warempel: diens vader reageerde.
Bij de aanhouding van de jongen stonden de intieme foto’s nog op zijn telefoon. Daarmee was ook sprake van bezit van kinderporno, zodat de politie een stevige zaak had. Anders hadden ze er misschien nooit meer iets van gehoord, denken de ouders.
Onzekerheid bij tieners is van alle tijden, zegt Karin Lagraauw, moeder van de bedreigde tienerzoon. Maar het lijkt haar nu zoveel ingewikkelder. „Ik krijg het er Spaans benauwd van. Het is zo toxic.” Wat haar betreft zou Snapchat verboden moeten worden. „Dat zeg ik al jaren.”
Het chatmedium waar foto’s en berichten meteen weer verdwijnen, vandaar ‘snap’ en ‘chat’, is zeer populair bij jongeren. De aantrekkingskracht zit onder meer in filters, waarmee je je als van alles kunt uitdossen bij het videobellen. Er zijn talloze chatgroepjes waar je dan wel of niet aan toegevoegd wordt. En het houdt nooit op. „Zo scary”, zegt Lagraauw.
Zo liep het rond haar zoon uit de hand. Ze wil niet te veel in detail treden, om betrokkenen te beschermen. Ze houdt het op jaloezie als bron van de ellende. Dat leidde tot roddels, die escaleerden tot oproepen om hem op te wachten. Op Snapchat is het „geëxplodeerd”, zegt Lagraauw. Je kon aan de locaties zien dat ze zich rond hun huis ophielden, zegt ze. „Ik dacht: jas aan, in gesprek met ze. Maar toen zei mijn zoon: dat gaan we niet doen.”
Ook later, op school, stond een groep gereed om hem wat aan te doen, zegt ze. Een vriend kwam langs om te melden dat er in een Snapchat-groepje gedreigd werd met geweld. „Ze wilden zijn vingers eraf snijden, dat soort praat”, zegt Lagraauw. De school kon niet meer doen dan monitoren: elke actie zou de situatie verergeren, was de inschatting. Een stage in een stad verderop bracht rust.
Hoe haar zoon zich destijds hield, noemt ze bewonderenswaardig. Het heeft geholpen dat hun zoon zijn ouders meenam en zich niet naar binnen keerde, zegt vader Maarten. Zijn vrouw noemt hem een brandjesblusser, „maar het was heel lastig om je vinger te leggen op wat er aan de hand was”, zegt hij. „Het stressniveau was hoog. Je wil er voor hem zijn. Je wil geen curlingouder zijn”, een benaming voor ouders die alle obstakels wegvegen voor hun kinderen. „Maar op zo’n moment even wel.” Ook hij dacht: gewoon even praten met die gasten. „Maar dat mocht absoluut niet. Hij is niet vaak zo duidelijk.”
Lagraauw en haar man hebben de serie Adolescence met z’n tweeën gekeken, hun zoon kwam er af en toe bij. „Zo gaat dat”, zegt ze. „Hebben ze wat fragmenten op TikTok gezien en dan zeggen ze: ‘Heb ik al gezien’.” Maar bij de scène van de rechercheur en zijn zoon, was hij er toevallig ook. „Toen stond ie vol aan hoor.”
De serie is niet alleen een aanklacht tegen onlinecultuur. Gelaagder is de boodschap over opvoeding en gezinsdynamiek. „Wij hebben de verantwoordelijkheid”, zegt Lagraauw. „Niet de kinderen. Niet de overheid. Het is heel makkelijk om te naar alles en iedereen te wijzen, maar loop eerst even naar de spiegel. Ben ik eigenlijk beschikbaar?”
De traumatische ervaring van haar dochter heeft Van Zijp vooral alert gemaakt. „Karin heeft het altijd over emotionele betrokkenheid. Je kan er wel zijn, maar ben je ook echt? Ik dacht dat ik er altijd was. Maar was ik er ook altijd emotioneel? Dat durf ik niet te beweren. Wie kan dat nou zeggen van zichzelf?”
Het liefst zou ze aan iedereen vertellen was er is gebeurd met haar dochter, als waarschuwing. „Pas op, pas op, pas op. Maar uiteindelijk kun je heel weinig. Wees alert. En communiceer. Je kunt niet meer doen dan duidelijk maken dat je kinderen niet bang hoeven te zijn iets aan je te vertellen. Dat is de essentie, denk ik. Ik verwacht niet dat ze me alles vertellen, maar ik wil dat ze wéten dat ze alles kunnen vertellen.”
Zij trekt de activiteiten van haar dochter online niet na. Vader Henk „af en toe” wel. De pincode van de telefoon is altijd hetzelfde. „Als het uit de klauwen loopt, moet je wel kunnen ingrijpen, vind ik.” Wel vindt hij dat ze inmiddels oud genoeg is om daarin los gelaten te worden.
Moeten ‘we’ kinderen vaker vragen hoe hun dag online was? Karin Lagraauw lacht. „Als je aan jongeren vraagt wat de irritantste vraag is, dan is het: ‘hoe was het op school?’ Dit is eigenlijk dezelfde vraag.” Maar wat dan? „Mijn advies: laat je meenemen in hun wereld, wees oprecht nieuwsgierig. Of vraag eens iets onbenulligs. Zoals: is dat iets voor mij, Snapchat? ‘Echt niet’, zeggen ze dan. Maar dan heb je ze wel aan. Want als je vraagt: hoe was je dag online? Dan zoef, gaat dat luik dicht. ‘Ga ik jou echt niet vertellen’.”
Het gaat goed met haar zoon. Inmiddels, zegt Lagraauw, is er toenadering tot een aantal van de bedreigers geweest. En tot betrokken ouders. Die inmiddels ook inzien dat de roddels die de aanleiding waren, niet klopten. Dat is ook de reden dat haar zoon het goed vindt dat zij dit verhaal deelt, zegt ze.
Van Zijps dochter is nog lang bang geweest voor vreemde mannen. Ze heeft psychologische hulp gehad en heeft nieuwe vrienden. „Ze maakt het goed. Ik was zo trots dat ze naar de rechtszaal durfde te komen.” De afperser, die negentien was ten tijde van het vergrijp, is afgelopen najaar veroordeeld. Op de zitting werd aangevoerd dat de vader van de dader niets meer met hem te maken wil hebben. „Als je het hebt over gezinsdynamiek”, zegt Van Zijp. „Dat is ook heftig hè.”
