Hij was de „broze man met de uilenbril, het grijze sluike haar en het eeuwige sjekkie”, zoals zijn oud-studenten Niels Graaf en Geerten Waling hem omschreven.
Historicus Frits Boterman, die deze week overleed, was niet alleen een studeerkamergeleerde die een omvangrijk historisch oeuvre nalaat maar ook een begenadigd docent die generaties studenten geschiedenis het vak heeft bijgebracht.
In zijn werk stonden Duitsland en de Nederlandse betrekkingen met dat land – en misverstanden erover – centraal. Vanuit zijn dissertatie in 1992 over Oswald Spengler en diens Der Untergang des Abendlandes wist hij concentrische cirkels te trekken en een scala aan verwante onderwerpen te behandelen: de Nederlands-Duitse relaties, de cultuur in de Republiek van Weimar, het Derde Rijk, tot aan Angela Merkel toe. Generaties studenten lazen en lezen nu nog zijn Moderne geschiedenis van Duitsland, 1800-heden (1996 eerste editie) omdat dit boek helder en overzichtelijk de belangrijkste gebeurtenissen in de Duitse geschiedenis weergeeft.
Zijn magnum opus is Cultuur als macht, Cultuurgeschiedenis van Duitsland 1800-heden (2013), waarin hij uiteenzet hoe cultuur als bepalende factor de macht in Duitsland vleugels kon geven. Boterman was ervan overtuigd dat Duitse conservatieve, reactionaire filosofen er met hun zware gedachtegoed toe hebben bijgedragen dat de eerste Duitse democratie ten onderging. Aan de nieuwssite Duitslandweb liet hij weten het boek te zien als „een protest tegen de kortademige hap-snap hiphop boekjes die de geschiedwetenschap bedreigen. Je moet het niet halfslachtig doen maar meteen helemaal goed”.
Frits Boterman werd in 1948 geboren in Amsterdam, en daarmee was hij een representant van de protestgeneratie. Maar Boterman was er de man niet naar om de barricades op te gaan. Hij werd leraar aan een Amsterdams lyceum en kreeg op latere leeftijd een promotieplaats aan de UvA. Daarna werd hij universitair docent, bijzonder hoogleraar nieuwste Duitse geschiedenis in Groningen en vanaf 2003 deeltijdhoogleraar moderne geschiedenis van Duitsland na 1750. Studenten kwamen graag naar zijn colleges juist omdat hij een docent van de oude stempel was: geen PowerPoints, maar een verhaal dat zo werd verteld dat zijn gehoor aan zijn lippen hing. Zijn colleges leverden hem op hun beurt weer stof op voor volgende boeken.
Ook in zijn onderzoekswerk was Boterman een man van een vorige generatie. Een enkele keer publiceerde hij in het Engels, maar hoofdzakelijk schreef hij in het Nederlands, wat aan de academie nu ongebruikelijk is. Zijn proefschrift over Spengler verscheen in Duitse vertaling.
Hij sprong op de bres toen rokers buiten het gebouw werden geplaatst
In zijn werkwijze had Boterman iets stoïcijns. Na zijn emeritaat was hij geregeld onbereikbaar, beantwoordde hij geen e-mail en wilde hij alleen tijd vrijmaken als het echt om de inhoud ging. Hij was een man van vaste gewoontes waar hij niet van af te brengen was, zoals roken tijdens het bespreken van scripties. Van nature geen actievoerder, sprong hij op de bres toen rokers eerst buiten het gebouw werden geplaatst en later ook daar het veld moesten ruimen.
Ook op andere terreinen was hij vasthoudend. Nog lang nadat de opleiding geschiedenis een nieuwe afstudeerceremonie had ingesteld waarbij de familie in de zaal aanwezig mocht zijn, hield hij vast aan de klassieke ceremonie. De student werd ondervraagd door twee examinatoren met de deur op een kier, de familie moest buiten wachten. Na afloop van de ceremonie zei hij dan tevreden dat dit toch veel beter was omdat we zo alle tijd hadden voor een goed gesprek.
Een van Botermans gewoontes was de aankondiging dat hij nu echt zijn laatste boek ging schrijven. Steeds vond hij een reden om toch weer aan een volgend werk te beginnen. Ook had hij een begin gemaakt met zijn intellectuele memoires, die nu onvoltooid zullen blijven. Wel verschijnt juist deze maand zijn boek Het Weimar-experiment over de cultuurstrijd die uiteindelijk leidde tot de ondergang van de Weimarrepubliek. Aan de hand van zeven utopische toekomstverwachtingen laat hij zien hoe onverenigbare ideeën op elkaar inwerkten en uiteindelijk leidden tot de ondergang van de democratie en de machtsovername van Hitler.
Lees ook
Voor ‘donker’ deel van Duitsland is de Muur niet gevallen