In Groot-Brittannië mag hij dan een van de bekendste hedendaagse choreografen met een hiphopachtergrond zijn, maar in Sittard repeteert Botis Seva (33) voor zijn nieuwe voorstelling gewoon in een lichtelijk afgeragde dansstudio, weggestopt in een non-descript winkelcentrumpje. Maandag gaat Until we sleep van Seva’s gezelschap Far from the norm in première in Kerkrade in het kader van het schrit_tmacher Festival, dat dit jaar zijn 29ste editie beleeft met voorstellingen in Heerlen, Kerkrade en Sittard, het Duitse Aken en het Belgische Eupen.
Zo vlak voor de première, zegt danser Joshua, is het vooral een kwestie van finetuning, want het grootste deel van het materiaal is er al. Dat verklaart de grote mate van zelfstandigheid waarmee de dansers werken: voor zichzelf bewegingen markerend of gezamenlijk frases herhalend, met of zonder muziek. Seva ondertussen hult zich lange tijd in langdurige stiltes, al dan niet als in gebed verzonken, knielend, met zijn hoofd op de grond. „Dan ben ik bezig de puzzel op te lossen en details strakker te krijgen”, vertelt hij. „Op andere momenten ben ik sturender, krachtiger. Ik geef niet op tot ik de essentie heb gevonden van wat ik zoek. Die mix van zachtheid en discipline zie je denk ik ook wel in mijn werk.”
In strakke ritmes repeteren de zeven dansers in Sittard tribale cirkeldansen. Ze tijgeren over de vloer, laten hun borst agressief naar voren ‘poppen’ – popping is een hiphopstijl waarbij een danser de spieren spant en ontspant met een korte, krachtige schok als resultaat – en maken hals-doorsnij-gebaren. Een andere scène lijkt eerder een soort piëta, met een vrouw die vol mededogen een man, gewond of stervende, op haar schoot wiegt.
In Nederland was al eerder werk van Seva te zien. In 2019 en 2021 presenteerde het hiphop dancefestival Summer Dance Forever zijn choreografie Blkdog (2019); een uiterst beklemmende voorstelling over angst en depressie. Seva putte uit zijn eigen gevoelens van onmacht die hem vlak na de geboorte van zijn zoontje bevingen. Als kind uit een eenoudergezin miste hij een rolmodel voor het vaderschap. Zijn moeder, geëmigreerd uit Angola, voedde in haar eentje vier kinderen op in het ruige Oost-Londen. Als vrouw met traditionele normen en immigrantenidealen had zij voor haar zoon liever een academische carrière gezien, wat voor de nodige wrijving zorgde toen hij voor de dans koos. Inmiddels heeft zij vrede met zijn keuze.
Vrouwelijke leidersrol
Gezien die achtergrond is het misschien niet toevallig dat in Until we sleep een vrouw de leidersrol vervult. Zij maakt een soort vervreemdende, mystieke reis, op zoek naar antwoorden op levensvragen. „Een beetje zoals de heroïsche trajecten die je in films wel ziet. Until we sleep is een bespiegeling over leiderschap, de manieren waarop je dat kunt invullen, en de balans zoeken tussen leiding geven aan een gemeenschap en die ook een eigen verantwoordelijkheid gunnen. Naar welke stem luister je als leider? Die van de wereld om je heen, de stem van God, je eigen stem? Het slingert heen en weer tussen luisteren en leiden.”
In het werk dat hij de laatste tien jaar maakte – niet alleen voor zijn eigen gezelschap, ook voor andere groepen – duiken regelmatig urgente maatschappelijke thema’s op, zoals discriminatie en racisme. Naast die grote problemen toont hij ook het leed dat zich achter de voordeur afspeelt; huiselijk geweld, verslaving en de dagelijkse worsteling van mensen wier stem niet wordt gehoord. „Ik vind het onmogelijk iets te creëren zonder me bewust te zijn van wat er in de wereld gebeurt: oorlog, geweld, verlies. We zijn ongevoelig gemaakt voor het duistere in de wereld en de wreedheid van de mensen onderling. Maar Until we sleep gaat uiteindelijk over hoop, licht en vrede vinden in de chaos.”
In de nieuwe voorstelling verwerkt hij frustraties over hoe de wereld in elkaar zit, over machtsstructuren en consumentisme en daarmee, zegt hij, is het een persoonlijker stuk dan veel ander werk. Zelf jong vader geworden, maakt hij zich zorgen over de kinderen die in het huidige gure maatschappelijke klimaat opgroeien. „Het stuk verwijst niet naar specifieke gebeurtenissen, maar vooral naar de emotie die zij oproepen en de vragen over het waarom van ons bestaan.”
Geloof
Zelf vindt hij in deze wereld vol onrecht en rampspoed houvast in het geloof. Het is, naast de dans, zijn redding geweest en heeft hem geleerd de chaos om zich heen te begrijpen. Ook in de studio speelt het geloof een rol. „We beginnen repetities meestal met een gebed. Het brengt ons dichter bij elkaar en verbindt ons als groep met een hoger doel. Veel van de dansers zijn ook gelovig. Ik denk dat ik me daarom vooral tot hen als mens voel aangetrokken, meer dan tot de fantastische dansers die zij daarnaast ook zijn.”
In Sittard leggen Seva en de dansers de laatste hand aan de nieuwe voorstelling, die daarna op tournee gaat. Tegelijkertijd is de internationale tour van Blkdog nog steeds in volle gang. De voorstelling werd bekroond met een Olivier Award en bezorgde Seva de eer om als eerste hiphopchoreograaf ooit de prestigieuze prijs in ontvangst te mogen nemen; een teken dat de kloof tussen hiphop en hedendaagse dans stukje bij beetje wordt gedicht.
„Ik vind de tegenstelling hedendaags versus hiphop niet erg nuttig. Hiphop is even belangrijk als hedendaagse dans. Maar het is meer dan een stijl, het is een cultuur, een engagement, een discipline. Iedereen haalt zijn inspiratie uit allerlei vormen, of dat nu dans is of een breder veld. Zelf haal ik mijn inspiratie ook uit film, beeldende kunst, tekst. Dans ontwikkelt zich zoals de maatschappij zich ontwikkelt. In die zin is niets origineel; we zijn voortdurend bezig het danstheater opnieuw uit te vinden.”