N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie Theater
Locatietheater Collectief Blauwdruk maakte een hilarische locatievoorstelling over het Alkmaars Ontzet uit 1573. Met aanstekelijk spelplezier gaan ze aan de haal met de Tachtigjarige Oorlog. En het doet je afvragen wat het begrip ‘vrijheid’ eigenlijk behelst.
‘Het is op veel dagen in de geschiedenis – de meeste denk ik wel – best aangenaam om een Spanjaard te zijn. Maar vandaag is dat er helaas niet één van”, zo spreekt acteur Tijn Panis, hier in de rol van Spaanse kok-soldaat Pedro. Hij staat tot zijn enkels in een mooi uitgelichte waterpoel, ergens midden in de Oudorperpolder. Het is 8 oktober 1573, Pedro heeft net te horen gekregen dat hij de oorlog verloren heeft. De dag zou de geschiedenis in gaan als ‘Het Alkmaars Ontzet’ en kan nog ieder jaar rekenen op een uitbundig feest. En nu, 450 jaar na dato, dus ook op een theatervoorstelling.
Collectief Blauwdruk viel in de afgelopen jaren op door opmerkelijke repertoirekeuzes. Vondel, Homerus, Molière. Met een fenomenale taalbehendigheid slaagt de groep erin om gedateerd gewaande teksten nieuw leven in te blazen. Ditmaal kwam er geen klassieker aan te pas en is de tekst van eindregisseur Matthijs IJgosse. Zouden de theatermakers, die van het absurde huwelijk tussen archaïsche taal en straatjargon hun handelsmerk maakten, overeind blijven met een eigen tekst? Over een veldslag van 450 jaar geleden?
Nou en of. Met aanstekelijk spelplezier gaan deze taalfanaten aan de haal met de Tachtigjarige Oorlog. Het resultaat is een hoogst energieke voorstelling waar je uit zou willen blijven citeren, zo hoog is de grapdichtheid en zo spot on de verwijzingen naar de actualiteit.
Schaduwzijde
Spanjaard Pedro probeert z’n vastgelopen foodbakfiets uit de waterplas te duwen als er twee mannen uit Alkmaar op het poeltje stuiten. Deze ‘Alcmariërs’ (Romijn Scholten en Bram Walter) hebben net te horen gekregen dat ze de oorlog hebben gewonnen en zijn uitgelaten over hun zonet verworven vrijheid. („Wij zijn vrij en wij gaan dit vasthouden!”) Maar hoe doe je dat, leven in vrijheid? Het blijkt lastiger dan gedacht. Met het bevrijdingsfeest gaat het bijvoorbeeld alvast helemaal mis. („Net nog zoenden Jan en Allemanszoon elkaar vol op de muil, en nu slaan ze elkaar de tanden uit de bek, omdat ze meningsverschillen hebben.”) En wat moeten ze nou met die Spanjaard? Na de eerste reflex hem meteen maar dood te maken, besluiten ze hem te houden als ‘Spanjaardje voor de dorst’. („Muy waardevol!”)
Wat volgt is een hilarische uitwisseling over de waarde van tradities, („Al wat door Filips de Tweede gecanceld is, mag nu weer!”), nationalisme, erfschuld (een lange scène waarin de twee Hollanders de Spanjaard regisseren bij het aanbieden van z’n excuses) en vooral dus: dat gekke begrip ‘vrijheid’. „Hoe vaker jullie dat woord gebruikten, hoe meer ik met geen enkele haar op m’n Spaanse hoofd nog begreep wat jullie daar nou eigenlijk mee bedoelden”, zegt Pedro, en zo vergaat het mij als toeschouwer eigenlijk ook.
„Waarom niet onder ogen zien […] dat een aanhoudende obsessie met vrijheid de weerspiegeling kan zijn van een doodsdrift?” schreef de Amerikaanse schrijver Maggie Nelson. IJgosse citeert haar in het tekstboekje van de voorstelling als motto. Zo betoogt ook deze voorstelling dat het begrip ‘vrijheid’, dat zich door z’n vaagheid voor vrijwel ieder politiek karretje laat spannen, op zijn minst beschikt over een schaduwzijde. In naam van de vrijheid is immers al heel wat bloed vergoten. In Pedro’s woorden: een „schitterende deceptie”.