Hij wilde haar slaan tot haar ‘hersenen zouden lekken’

Robert C. (34) draagt een keurig, gestreken pak. Zijn bruine haar lijkt recent geknipt. „Uw edelachtbare, ik ga een volledig open boek zijn”, zegt hij bij aanvang van de zitting.

Deze woensdagochtend staat hij terecht voor twee delicten. Op 2 januari deed zijn partner, die de zitting niet bijwoont, aangifte van mishandeling. En op 7 maart pleegde hij een delict dat daaruit voortvloeide: toen zou hij zich niet hebben gehouden aan de ‘gedragsaanwijzing’ die de officier van justitie hem na de mishandeling oplegde, waarin staat dat hij geen contact met zijn partner mag opnemen.

De rechter houdt C. passages uit de aangifte van de mishandeling voor. „Ze werd wakker en jullie kregen ruzie over geld. U zei dat u al uw geld aan haar besteedde.” Tijdens de aangifte zei de vrouw ook dat ze na die aantijgingen van Robert C. kalm bleef, maar dat hij haar tegen haar achterwerk schopte toen hij na het douchen terugkwam in de slaapkamer, waar hun baby van negen maanden ook was. Verdachte C. noemde zijn partner volgens de aangifte „een hoer” en de relatie was een „vergissing”. Later zou C. haar meermaals met een vlakke hand in het gezicht hebben geslagen. De rechter tegen de verdachte: „Ze zei dat u haar mond dichthield met uw hand, waardoor ze niet meer kon ademen. Ze raakte in paniek.” Tijdens de aangifte zien de agenten de verse blauwe plekken op haar gezicht tevoorschijn komen. „Wilt u al reageren?”, vraagt de rechter.

„Ik snap haar angst”, zegt C. „Ik ben te boos geweest. En ik heb een lage stem, die dreigend kan klinken. Maar het is pas uit de hand gelopen toen het grimmig werd in de keuken.” Daar, zegt C., pakte zij een mes. Toen ze daarmee begon te dreigen, is het fysiek geworden, zegt hij, niet eerder. Maar volgens het slachtoffer pakte ze het mes uit zelfverdediging, omdat C. haar had aangevallen.

Hypothetisch bedoeld

C. toont wel berouw. „De situatie is door mijn boosheid en woede geëscaleerd. En ik heb daar gewoon enorm spijt van, edelachtbare.” Hij vertelt dat ze vaker ruzie hadden, en maakt er een punt van dat zij dan ook een actieve rol speelde. „Dan stond ik op tien meter afstand, en liep ze met ons kind in haar armen dwars door me heen om te gaan schreeuwen op straat.”

Robert C. is vaker vanwege geweld in aanraking geweest met justitie, zegt de rechter. „U bent al eens veroordeeld voor huiselijk geweld tegen uw ex”, zegt ze tegen C. Dat was een „hele nare ex die mijn gloednieuwe auto had onder gekrast”, herinnert C. zich. In 2012 zat hij drie maanden vast vanwege een andere mishandeling.

Hoe zit het met het Instagram-bericht van 7 maart, waarmee hij de gedragsaanwijzing overtrad? Daarin schreef hij aan het slachtoffer dat hij haar zou gaan slaan totdat haar „hersenen zouden lekken”. Dat wilde hij niet echt gaan doen, zegt C. nu in de rechtbank in Utrecht: dat was hypothetisch bedoeld.

Trouwens, ze hadden al veel eerder na de mishandeling op 2 januari weer contact, zegt hij. „Dat kwam van haar kant. Ze vertelde me dat ze zwanger was.” Dat was ondanks alles een heel vreugdevol moment, zegt C. „Het was misschien een teken om toch met elkaar verder te gaan.”

Tijdens de aangifte zien de agenten de verse blauwe plekken op haar gezicht tevoorschijn komen

Hun relatie verkeerde ook voor de aangiftes al in zwaar weer. Eerder hadden ze al een kind verloren. „De zwangerschap kan het gat van het verlies misschien opvullen”, zegt C., die denkt dat ze alweer samen zouden leven als de gedragsaanwijzing niet was opgelegd. „En ik weet dat ze een gezin met mij wil.”

De officier gaat niet mee in het verhaal van C., die het naar het schijnt allemaal maar één groot misverstand vindt. „Toen de politie kort na de mishandeling naar het huis kwam, vluchtte de verdachte in zijn boxershort van het balkon.” Dat is het gedrag van iemand die een misdaad heeft gepleegd, meent ze. Ze benadrukt dat C.’s partner zelf aangifte deed van het overschrijden van de gedragsaanwijzing.

De rechter legt C. een taakstraf op van negentig uur. En hoewel de gedragsaanwijzing voorlopig nog in stand blijft, is C. blij met de uitspraak. „Ik ben ervan onder de indruk dat u zoveel inzicht heeft dat u geen definitief contactverbod hebt opgelegd. Ik neem dit met fiere handen aan.”