Hij bleef haar online naaktfoto’s vragen, al had haar vader hem gezegd dat ze minderjarig was

De zaak

De 24-jarige verdachte uit Alkmaar heeft het minderjarige slachtoffer in deze zedenzaak nog nooit in het echt gezien. Aan de meer dan 14.000 berichten die zij via Snapchat wisselden – het grootste deel ging over seks en seksuele handelingen – zegt hij geen „actieve herinneringen” te hebben. Dit geldt ook voor het dreigende telefoontje dat hij kreeg van de vader van het slachtoffer, waarin hij werd gewaarschuwd dat diens dochter minderjarig was en dat hij moest stoppen met het sturen van berichten naar haar.

De advocaat van de verdachte stelt dat zijn cliënt niet vermoedde dat het slachtoffer minderjarig was. Ze had cupmaat D, heel veel make-up op en ervaring met seksualiteit, zegt hij. Tevens zou zijn cliënt het meisje nooit gedwongen hebben om naaktfoto’s of masturbatiefilmpjes van zichzelf te maken of sturen.

Maar volgens de aanklager heeft de verdachte tussen november 2021 en oktober 2022 via Snapchat seksueel getinte gesprekken gevoerd met het meisje, dat toen 14 en 15 jaar oud was. Hij zou haar ook hebben aangemoedigd om seksuele poses aan te nemen, foto’s en filmpjes te maken en die naar hem te sturen. Daarom wordt hij ook verdacht van het bezit van kinderporno.

Het slachtoffer is afwezig in de rechtbank. In het politieverhoor heeft ze verklaard dat zij en de verdachte elkaar al in 2019 leerden kennen via Snapchat. Hij was 19 en zij vertelde dat ze 13 jaar oud was, maar in werkelijkheid was ze tijdens het eerste contact 12. De verdachte zou haar gevraagd hebben een filmpje te maken waarin ze zich bevredigde, en zij zou dit hebben gedaan uit liefde voor hem. Het contact werd onderbroken toen haar ouders het ontdekten in 2020, waarna de vader de verdachte belde en waarschuwde. Toch nam het meisje opnieuw contact op met de verdachte. Het stopte pas in 2022, toen haar ouders achter het hernieuwde contact kwamen en haar vader aangifte deed.

Ze hield ervan gecommandeerd te worden

Verdachte

De rechter vraagt aan de verdachte waarom volgens hem het slachtoffer die beelden stuurde. „Voor haar genot en plezier, omdat ze ervan hield om gecommandeerd te worden”, antwoordt hij. De verdachte kan zich de inhoud van haar filmpjes niet herinneren, wel dat zij ze vrijwillig naar hem stuurde. De rechtbank stelt dat hij aanwijzingen en tips heeft gegeven, maar de verdachte beweert zich deze details niet te herinneren, omdat hij andere prioriteiten had, zoals zijn schooldiploma en rijbewijs.

Vriendinnen van het slachtoffer zouden de filmpjes hebben gevonden en verspreid, waarna het meisje twee keer heeft geprobeerd om zelfmoord te plegen.

De verdachte zou haar op een gegeven moment om beelden hebben gevraagd waarin ze seksuele handelingen verricht met een andere man, maar hieraan zegt hij geen „actieve herinneringen” te hebben. De rechter vraagt hem of het moeilijk is om zich dit te herinneren, omdat het vervelend is om aan te denken. De verdachte antwoordt dat het simpelweg niet bij hem opkomt. Een tweede rechter merkt op dat hij zich wel herinnert wat het slachtoffer belastte, maar niets wat hemzelf betreft. „U herinnert zich wel dat zij contact opnam en het wilde. Begrijpt u dat ik dat opvallend vind?”, vraagt de rechter. De verdachte reageert: „Nee, eigenlijk niet.”

In het reclasseringsrapport wordt vermeld dat de verdachte in zijn jeugd gediagnosticeerd is met de autismespectrumstoornis PDD-NOS, een ontwikkelingsstoornis die invloed kan hebben op zijn communicatie met het slachtoffer. De reclassering stelt dat de verdachte mogelijk signalen van het slachtoffer niet heeft herkend of verkeerd heeft geïnterpreteerd.

De officier van justitie wil rekening houden met zijn stoornis en eist een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van 200 uur. Als hij de taakstraf niet uitvoert, moet hij 100 dagen gevangenisstraf uitzitten. Hiermee wijkt het OM af van het gebruikelijke taakstrafverbod bij zedendelicten, omdat er geen sprake was van een ‘hands-on delict’, ofwel fysiek misbruik.

Het oordeel

De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan alle aanklachten, waaronder het sturen van seksueel getinte berichten naar een „jong en kwetsbaar” meisje, terwijl hij wist dat het slachtoffer minderjarig was. Dat het meisje mogelijk ouder leek, maakt de gedragingen van de verdachte niet minder strafbaar. De rechtbank benadrukt „dat minderjarigen beschermd moeten worden tegen dit soort gedragingen” en dat de verdachte „een ernstige inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer”.

De verdachte krijgt een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden. Hij hoeft deze niet uit te zitten zolang hij gedurende twee jaar geen nieuwe strafbare feiten pleegt en de adviezen van de reclassering opvolgt. Daarnaast moet hij zich melden bij de reclassering en een GGZ-behandeling volgen om de wensen en grenzen van anderen beter te begrijpen. De verdachte krijgt ook een taakstraf van 200 uur, als hij deze niet uitvoert, moet hij 100 dagen vastzitten.

Verder moet hij het slachtoffer een schadevergoeding van 2.544 euro betalen voor materiële en emotionele schade. Als hij dit bedrag niet betaalt, kan hij maximaal 35 dagen in de gevangenis worden geplaatst. Een contactverbod wordt niet noodzakelijk geacht, aangezien de verdachte en het slachtoffer geen contact meer hebben.