Naast een vluchtheuvel in het centrum van Boulogne-sur-Mer ligt Mathieu van der Poel op de grond. Alwéér, net zoals hij op het asfalt lag nadat hij in 2019 de Amstel Gold Race had gewonnen na een onnavolgbare inhaalrace. Of zoals in 2021, toen hij uitgeput op zijn rug rolde na een succesvolle solo van vijftig kilometer in Tirreno-Adriatico.
Opnieuw heeft Van der Poel een bijzondere overwinning aan zijn erelijst toegevoegd. De tweede etappe van de Tour van 2025 – met 209 kilometer de langste in het routeboek en met drie gemeen steile heuvels in de finale net een voorjaarsklassieker – was voor hem, na een alfasprint met klassementsmannen Tadej Pogacar en Jonas Vingegaard. Het leverde de Nederlander bovendien de gele trui op, die hij overnam van ploeggenoot Jasper Philipsen.
Van der Poel had wel zin in deze Tour de France, liet hij vorige week nog weten. Dat is in het verleden wel anders geweest. De afgelopen twee jaar was de Nederlander een van de grootste critici van de parcoursbouwers van de Ronde van Frankrijk. In zijn ogen waren er maar weinig etappes waarin hij een kans maakte. En als hij niet kan winnen, dan vindt Van der Poel er weinig aan.
Onder de prachtig versierde gewelven van de Opera in Lille liet de Nederlander afgelopen donderdag echter blijken zich er dit jaar op te verheugen. „Het is wel een leuke eerste week die eraan zit te komen”, zei hij, doelend op zeker vier etappes in de eerste tien dagen met korte klimmetjes in de finale, die hem met zijn explosieve versnelling bergop op het lijf zijn geschreven.
Verkeersinfarct
Van der Poel begon dus als grote favoriet aan de tweede etappe, en hij wachtte niet langer dan nodig was om zijn behoefte aan zeges te bevredigen. Al duurde het zondagochtend wel even voor de rit van start kon. Het leek in startplaats Lauwin-Planque, een dorpje van net geen 1.600 inwoners, wel alsof het peloton opnieuw in het Vlaamse voorjaar beland was. Het regende pijpenstelen en de enige toegangsweg tot het gehucht kon de komst van het Tourcircus totaal niet aan. Daardoor begonnen de renners een kwartier later; de teambussen waren simpelweg niet op tijd bij de start. Nadat het peloton vertrokken was, moesten tractoren de auto’s en bussen van de Tourorganisatie en journalisten uit de modder lostrekken.
In de voorfinale, die door de met akkers en graanvelden belegde heuvels van de Opaalkust voerde, weerstond Van der Poel kundig elke aanval. En op de verraderlijk scherp omhoog lopende weg naar de finish bleef hij geduldig, zorgde hij als eerste de laatste bocht in te sturen, en had toen net genoeg over om Pogacar voor te blijven in de sprint.
„Ik had de drie voorlaatste beklimmingen niet verkend, die waren zwaarder dan ik had verwacht”, zei Van der Poel na afloop, een felnieuwe gele trui om zijn schouders. „Gelukkig kon ik die fase overleven, en toen de laatste kilometer begon, wist ik wat ik moest doen. Als eerste de laatste bocht in, en toen was het nog maar 150 meter.”
Het was de tweede keer dat Van der Poel een Touretappe won, nadat hij in 2021 op de Mur-de-Bretagne de beste was. „Het was al vier jaar geleden dat ik voor het laatst gewonnen had hier, dus het werd wel weer eens tijd.”
Andere voorbereiding
Van der Poel zei verder dat hij de afgelopen jaren geworsteld had met zijn prestaties in de Tour. Terwijl hij vlak voor of na de grootste wielerwedstrijd van het jaar regelmatig kon pieken, met de wereldtitel in 2023 als beste voorbeeld, lukte dat in de Ronde van Frankrijk niet.

Mathieu van der Poel na zijn ritzege op het podium in de gele leiderstrui.
„Daarom hebben we dit jaar een andere voorbereiding geprobeerd”, zei Van der Poel. Hij kopieerde zijn trainingsaanloop naar het klassieke voorjaar, met eerst een hoogtestage en daarna een etappekoers van een week om in topvorm te komen. Een paar weken geleden verloor Van der Poel in het Criterium du Dauphiné nog een sprintje van Pogacar en Vingegaard, nu versloeg hij ze. „Dus dat is een goede keuze geweest.”
Voor zijn Belgische ploeg Alpecin-Deceuninck was het dubbel feest dit openingsweekend van de Tour, nadat sprinter Philipsen de openingsrit had gewonnen. „Yes Matje!”, schreeuwde de Belg zondag na de finish, om vervolgens de opgekrabbelde Van der Poel een dikke knuffel te geven. „Ik heb het idee dat onze hele ploeg met een betere conditie bij de start van de Tour staan dan vorig jaar”, zei ploegleider Philippe Roodhooft bij de bus. „En het is duidelijk dat het op dit moment allemaal lukt voor ons.”
‘Droom voor ons team’
Lang dacht Van der Poel nog dat Philipsen in de gele trui kon blijven, daarbij geholpen door de tegenwind die het tempo drukte op de klimmetjes in de finale. Maar toen de beklimmingen tegenvielen en de Belg achterop raakte, ging Van der Poel voor zijn eigen kans. „Dit is een droom voor ons team, en alles wat nu nog komt is een bonus.”
Er is nog van alles mogelijk voor Van der Poel. Hij heeft dit jaar voor het eerst serieus getraind op tijdrijden, wat hem goed van pas komt om de gele trui te behouden als komende woensdag een tijdrit van 33 kilometer in Caen op het programma staat. Van der Poel ontkende vorige week met die gedachte op het tijdrijden geoefend te hebben. „Ik heb wel nog een uur op de tijdritfiets gereden, maar ik denk dat de tijdrit te lang is om de gele trui te behouden.”
Bovenal zijn er deze week nog drie etappes (4, 6 en 7) met vergelijkbare slotfases als zondag, eindigend met de zevende etappe aanstaande vrijdag op de Mûr-de-Bretagne. „Het wordt wel leuk om daar terug te keren, dat is voor mij toch wel een speciale plek”, zei Van der Poel, „maar ik denk dat er daarnaast nog best wel wat kansen komen voor mij.”
