Het verdienmodel van detacheerder Arts & Specialist: minimale zorg voor asielzoekers tegen maximale winst

Reportage

Noodzorg asielzoekers Detacheerder Arts & Specialist rekent hoge prijzen voor ‘noodzorg’ aan asielzoekers. Ze sturen pas afgestudeerde artsen zonder middelen – zelfs geen verband.

In Almere werd een leegstaande brandweerkazerne een ‘crisisnoodopvang.’

In Almere werd een leegstaande brandweerkazerne een ‘crisisnoodopvang.’



Foto Eric Brinkhorst

Op haar allereerste werkdag staat een suïcidaal meisje aan haar tafel. Uit West-Afrika, ze is al weet niet hoelang op de vlucht, heeft drie nachten niet geslapen. Ze is in haar thuisland verkracht, vertelt ze, heeft in Nederland een abortus gehad. Ze is depressief, paniekerig, ze wil dood, maar dan echt.

De basisarts, 30 jaar, is in de zomer van 2022 aan het werk gezet met niet meer dan een stethoscoop en een kladblok. Ze wil niet met haar naam in de krant, omdat ze een ‘integriteitsverklaring’ heeft moeten tekenen waarin een boete staat van 22.500 euro voor het delen van vertrouwelijke informatie. In de brandweerkazerne in Almere, waar ze sinds vandaag voor 29 euro bruto per uur ‘noodzorg’ aan honderden vluchtelingen levert, is geen dossier van het meisje. Haar verhaal is niet na te gaan. Er zijn überhaupt geen dossiers. Er is ook geen systeem om dossiers in aan te leggen. Er is geen ervaren arts die mee kan kijken, geen psychiater in de buurt die ze kent. De recruiter bellen die haar hier heeft neergezet heeft geen zin, wat weet die ervan? Er is geen werkinstructie, geen tolk, of zelfs maar een onderzoekstafel.

Het enige dat ze heeft gekregen van het detacheringsbureau Arts & Specialist, is het nummer van een huisarts met wie ze telefonisch kan overleggen over lastige vragen. Dat is een onverstoorbare Fries die als huisarts over de grens in Duitsland werkt. Alle asielzoekers hebben psychische problemen, zegt die aan de telefoon. Heel heftig, maar trek je er niet te veel van aan. „Bel de crisisdienst maar.” De crisisdienst komt, geeft het meisje pillen, en vertrekt weer. Het meisje blijft in de kazerne.

Oké. En nu?

Nu niks. De huisarts komt niet terug op de lijn om te informeren hoe het gaat. De basisarts moet zelf contact houden met de psychiater en het meisje in de gaten houden. „Ik stond er alleen voor”, zegt de basisarts. „Gelukkig hielpen de slaappillen en knapte ze op toen ze een andere kamer kreeg.”

Achterwacht

Die onverstoorbare achterwacht aan de andere kant van de lijn, dat is de 72-jarige Oepke Haagsma uit Oppenhuizen. Hij rolde in dit werk toen detacheringsbedrijf Arts & Specialist hem opbelde. Of hij niet tegen betaling supervisie op afstand kon verzorgen voor jonge basisartsen in crisisnoodopvanglocaties? Dat gaat prima tussen zijn andere werkzaamheden door. „Er is nooit een patiënt die niet een minuutje kan wachten.”

Haagsma draait al jaren over de Duitse grens in Twist zijn eigen Hausarztpraxis en hij houdt spreekuren in verpleeghuizen en gevangenissen. Tot een paar jaar geleden was hij huisarts in Nederland tot z’n huisartsregistratie verliep – volgens hem geen probleem voor zijn supervisiewerk. Ze mogen hem ook ’s nachts bellen, hij is toch altijd aan het werk.

Ze bellen niet zo vaak. Vier, vijf keer per dag, soms meer, soms minder. Als iemand heel suïcidaal is, of psychotisch, of vreselijk slapeloos, of onverklaarbare buikpijn heeft, of ligt te gillen op de grond en ze weten niet wat eraan scheelt.

Maar je moet ze een beetje kennen, die asielzoekers. Mensen uit Albanië reageren anders dan uit Kosovo of Nigeria, weet hij. De één valt flauw op de grond, de ander gaat liggen krijsen, en sommigen bedonderen de kluit in de hoop op een verblijfsvergunning. Hij weet dit soort dingen, want hij heeft er veel ervaring mee. Voor werken met vluchtelingen, zegt hij, moet je eigenlijk een doorgewinterde „huisarts plus” zijn.

Hij heeft geen idee wie de artsen zijn die hem bellen of waar ze zitten. Hij weet wel dat ze piepjong zijn en die ervaring niet hebben.

Het zijn veelal jonge basisartsen die Arts & Specialist op dit moment in dertig crisisnoodopvanglocaties aan het werk zet – zonder spullen, goede begeleiding of digitale dossiers. NRC sprak bewoners van de noodopvang, basisartsen en ‘achterwacht-huisartsen’ die voor Arts & Specialist werkten, lokale huisartsen, mensen die crisisnoodopvanglocaties beheren en andere betrokkenen – zo’n twintig in totaal – en had inzage in financiële gegevens. En daaruit komt het verdienmodel naar voren: marginale zorg, minimale investeringen, maximale winst.

Camping, gevangenis, kazerne

De geëngageerde basisarts uit Almere is niet de enige die in de zomer van 2022 op tv de schrijnende beelden ziet van de overvolle grasvelden voor aanmeldcentrum Ter Apel en vindt dat ze er iets mee moet.

Detacheerder Arts & Specialist, tak van Medi Interim, onderdeel van Start People, dochter van RGF Staffing dat valt onder het Japanse uitzendconglomeraat Recruit Holdings, heeft hetzelfde idee.

Het bedrijf volgt net als de rest van Nederland het nieuws over hoe het COA nagenoeg bezwijkt onder de werkdruk en hoe staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel, VVD) bij gemeentes smeekt en bedelt om nieuwe opvanglocaties. Crisisnoodopvang, zo heten de plekken die gemeentes in allerijl optuigen, en ze zijn nog soberder dan de overvolle opvang en noodopvang van het COA. Een reusachtige tent in een weiland bij Purmerend, een schip in Nieuwegein, een leegstaand hotel in Kedichem, een gevangenis in Veenhuizen, een camping in Exloo, een kazerne in Almere.

Geld is geen probleem. Het gebrek aan bereidheid van gemeenten om vluchtelingen op te vangen des te meer. Om gemeenten te overtuigen toch zo’n opvang te openen, mogen alle kosten bij het COA gedeclareerd worden, van catering tot beveiliging – zonder maximum.

Hoe sober ook, op al die plekken moet wel iets van zorg worden geregeld. De groep die in Ter Apel asiel moet aanvragen heeft vaak lange omzwervingen achter de rug en heeft veel zorg nodig.

De vaste huisartsenleverancier van het COA is Gezondheidszorg Asielzoekers (GZA). GZA levert huisartsenzorg in asielzoekerscentra en beheert een telefoonlijn voor asielzoekers en artsen. Het bedrijf won in 2016 een aanbesteding van het COA met een ‘abnormaal laag’ bod, onthulden Trouw en De Groene Amsterdammer maandag. Maar wanneer na de zomer van 2022 tientallen crisisnoodopvangplekken worden ingericht, blijkt dat GZA daar niet genoeg artsen en verpleegkundigen voor heeft. En zittende huisartsen schrikken van de hoeveelheid extra werk die zo’n locatie in hun buurt met zich meebrengt.

Arts & Specialist heeft juist mensen óver. De coronacrisis, waarin de detacheerder veel medisch personeel uithuurde aan test- en vaccinatiestraten van de GGD, is voorbij. Het jaarverslag over 2021 van moederholding RGF Staffing meldt dat Covid-19 goed was voor 211 miljoen euro omzet, op een totaalomzet van 985 miljoen. RGF Staffing ziet het einde van de pandemie als „risico op verminderde omzet”, waardoor nu nieuwe markten moeten worden aangeboord.

De asielcrisis is een welkome toevoeging aan het „productportfolio”. Arts & Specialist biedt zich eerst aan bij gemeentes en veiligheidsregio’s om de zorg in de opvang voor Oekraïners te regelen, en sluit na de zomer een groot contract met het COA om zorg in de crisisnoodopvang te leveren. Minister Ernst Kuipers (Volksgezondheid, D66) noemt Arts & Specialist in september als partij die de gaten zal opvullen die GZA laat vallen. In het eigen blad van Medi Interim vertelt het bedrijf trots hoe personeel ’s ochtends nog in de vaccinatietent staat, en ’s middags op de noodopvang aan de slag gaat.

Maar hoe goed is het product dat deze commerciële nieuwkomer op de asielmarkt biedt? En waarom moet het zoveel kosten?

De spreekkamer van Arts & Specialist in Purmerend. En een spreekkamer in een hotel van een door Arts & Specialist gedetacheerde arts.

Geen huisartsuitrusting

Je kunt zeggen: het is crisis.

Zo dachten ze in eerste instantie ook bij een huisartsenkoepel in het midden van het land, toen ze de tarieven van Arts & Specialist onder ogen kregen. De vraag was of Arts & Specialist mensen kon leveren op de noodopvang voor Oekraïners, omdat de zittende huisartsen dat er niet bij konden hebben. Het contact kwam via de GGD.

De huisartsen kregen een voorstel dat NRC inzag: ruim 80 euro per uur voor een basisarts op locatie. Dat is tientallen euro’s bovenop wat andere medische detacheringsbureaus vragen, maar goed, het zijn lastige tijden. Voor dat geld stuurt Arts & Specialist veelal jonge, bevlogen basisartsen die net uit hun coschappen komen. De basisartsen hebben de zesjarige studie geneeskunde gedaan, maar nog geen specialisatie afgerond. Normaliter werken zij onder directe supervisie van een medisch specialist of huisarts. Maar Arts & Specialist zet ze zelfstandig aan het werk, zonder team of begeleiding, zonder vaste overlegmomenten en zonder nazorg bij heftige ervaringen. Ja, er is die telefonische achterwacht, soms aan de andere kant van het land, soms alleen te appen.

Die achterwacht maakt het duur. Bij elk uur dat een basisarts, of soms een doktersassistent, aan de slag is op locatie, moet een geregistreerde huisarts op afstand worden afgerekend die bereikbaar is voor overleg. Voor nog eens bijna 100 euro per uur erbij, als package deal. De onderhandelaar: „Dat is ongelooflijk veel geld. Hoe vaak wordt zo’n arts nou gebeld? Een paar keer per dag? Bovendien betekent zo’n huisarts op afstand helemaal niks. Als er wat is, gaat de patiënt alsnog naar de lokale huisarts of de spoedpost en krijg je alsnog de rommel over de schutting.”

Sommige huisartsen zijn bovendien achterwacht voor meerdere locaties tegelijk, waarbij ze, zo bevestigt Arts & Specialist desgevraagd, „hun uren voor de locaties factureren” – dus dubbel of vaker.

De marges voor de detacheerder zijn fors. De Algemene Rekenkamer wees in januari nog op de hoge tarieven die marktpartijen in deze crisis rekenen. Het bedrijf vraagt 80 euro per uur voor een basisarts – die verdient zelf circa 30 euro. Voor een achterwacht vraagt het 100 euro – die verdient circa 40 euro. Het COA, dat inkoopt bij Arts & Specialist, wil niet vertellen of het ook deze prijzen betaalt.

Eén achterwacht-huisarts die beschikbaar was voor basisartsen in het oosten van het land stopte er na een paar maanden weer mee. „Ik werd een paar keer per dag gebeld en moest wat recepten doorsturen. Ik kreeg daar de hele dag voor betaald, 40 euro per uur. Ik kon dat niet voor mezelf verantwoorden. Ik ben maar spreekuren bij de Oekraïners gaan draaien.”

Geen noodzakelijke huisartsuitrusting, zoals een bloeddrukmeter, glucosemeter of oorkijker. Geen verband. Geen scalpel. Geen naalden of buisjes om bloed af te nemen. Geen printer. Maar vooral: geen elektronisch dossiersysteem.

De basisartsen worden vrijwel zonder spullen naar een crisisnoodopvang gestuurd. Ze hebben geen noodzakelijke huisartsuitrusting, zoals een bloeddrukmeter, glucosemeter of oorkijker. Geen verband. Geen scalpel. Geen naalden of buisjes om bloed af te nemen. Dat ziet Arts & Specialist, dat zich in een reactie „personeelsleverancier en geen zorgorganisatie” noemt, als de verantwoordelijkheid van de beheerder van de opvang. Er zijn ook geen codes waarmee verwezen kan worden naar specialisten. Geen printer. Geen mailadressen. Maar vooral: geen elektronisch dossiersysteem. De onderhandelaar van de huisartsenkoepel in het midden van het land: „Ik vroeg: hoe houden jullie een dossier bij? Met welk systeem? Asielzoekers verhuizen immers vaak. Dat doen we op papier, zeiden ze, want dat is handig. Goed. Toen hebben we ‘nee’ gezegd.”

Na negen maanden heeft Arts & Specialist nog steeds niet geïnvesteerd in een elektronisch patiëntsysteem of zichzelf aangesloten bij een bestaand systeem. Maar met pen en papier dossiers aanleggen is vreselijk, zeggen basisartsen. Ze moeten meeschrijven terwijl ze proberen te begrijpen wat vluchtelingen in een andere taal vertellen. Het terugzoeken van dossiers is tijdrovend, asielzoekers vergeten ze mee te nemen naar een nieuwe plek. En om afspraken met het ziekenhuis te maken, typen artsen bevindingen van papier over naar de computer en weer terug.

Omgekeerd zijn ook de artsen in de crisisnoodopvanglocaties slecht te bereiken voor andere zorgverleners. Uitslagen verdwijnen daardoor. Een organisator van een crisisnoodopvang zag een basisarts zelf maar een Gmail-adres aanmaken om te kunnen communiceren over patiënten. Eén basisarts vertelt hoe, bij gebrek aan digitaal adres, de uitslagen van bloedtesten binnenkwamen bij een huisarts in de buurt. Bewoners van de crisisnoodopvang moesten zelf op spreekuur komen vragen hoe het stond met hun bloedresultaten, niemand die het bijhield. „Dan belde ik de huisartsenpraktijk en vroeg ik of de uitslagen bekend waren en of ze die weer naar mij konden doormailen. Heel inefficiënt en slordig. En als een patiënt in de tussentijd verhuisde naar een andere locatie, werden de uitslagen nooit door iemand gezien.”

Concurrenten

Als Irene van Rooij (27) in september vorig jaar op haar vierde dag aan het werk is, zit tegenover haar een jonge vrouw met hevige pijn in haar zij en hoge koorts. Ze werkt dan voor Arts & Specialist als basisarts in een Brabants hotel. Het voorraadje paracetamol dat Van Rooij heeft, volstaat niet meer. Ze vermoedt dat de vrouw een nierbekkenontsteking heeft en wil een ambulance laten komen.

De arts van de spoedeisende hulp aan de andere kant van de lijn ziet dat anders. Stuur maar naar de huisarts, zegt hij vanuit het ziekenhuis, voor wat antibiotica en pijnstilling. Maar dat is geen optie, vindt Van Rooij. De vrouw kan met haar pijn niet zomaar in een taxi worden vervoerd. Hoe langer ze praten, hoe meer Van Rooij de indruk krijgt dat het om het geld draait. Want wie betaalt straks de rekening voor deze onverzekerde vluchteling?

Ik probeerde zaken te regelen waar ik geen verstand van had en waar ik niet voor was opgeleid. Ik googelde de antwoorden terwijl ik aan de lijn was. Intussen zat er wel een patiënt voor me met angst en pijn

Irene van Rooij basisarts

Het zijn discussies die de basisartsen regelmatig voeren. Als ze iemand willen doorverwijzen, krijgen ze vragen waar ze het antwoord niet op hebben. Waar mogen de zorgkosten worden gedeclareerd? Heeft de vluchteling wel een registratienummer bij het COA? Arts en Specialist heeft geen draaiboek of factsheet met veelgestelde vragen. Van Rooij: „Ik probeerde zaken te regelen waar ik geen verstand van had en waar ik niet voor was opgeleid. Ik googelde de antwoorden terwijl ik aan de lijn was. Intussen zat er wel een patiënt voor me met angst en pijn.”

Ook over de beschikbaarheid van tolken is niets gecommuniceerd. Bewoners spreken Arabisch, Russisch of Tigrinya. Van Rooij: „Niemand had me verteld over of er iets van een tolkentelefoon was. Ik gebruikte daarom een app. Daardoor vroeg ik me telkens af: mis ik belangrijke informatie? En kan een andere arts hier dan verder mee?”

„Oké. En nu?” is de vraag die veel basisartsen stellen. Mensen verdwijnen weer uit zicht, hun papieren dossier achterlatend. Veel bewoners vertrekken naar een asielzoekerscentrum in beheer van het COA, waar GZA de zorg levert. Maar juist de samenwerking met deze organisatie, ook een commerciële partij, loopt stroef, merken de werknemers van Arts & Specialist. Ze krijgen zelf maar heel moeizaam dossiers als ze erom vragen, en kunnen niks opsturen. GZA vindt dat Arts & Specialist zelf moet zorgen voor een elektronisch dossier, als het gegevens wil uitwisselen.

Ook nummers van GZA-artsen krijgen de basisartsen van Arts & Specialist niet zomaar. Een groepje artsen noteert noodgedwongen zelf elk telefoonnummer en e-mailadres dat ze in handen krijgen van collega’s bij de GZA, en puzzelen zo een telefoonlijst bij elkaar. Een achtervang-arts: „De relatie tussen GZA en Arts & Specialist is moeizaam. Het zijn natuurlijk concurrenten. Je zou toch hopen dat de bazen een keer de koppen bij elkaar steken en zeggen: hoe gaan we de uitwisseling regelen?”

Sommigen verblijven al negen maanden in een tent bij Purmerend. Foto Olivier Middendorp

Bult

Voor een witte container met een papiertje ‘Dokters’ erop staat een plukje mensen te wachten. In Purmerend wonen 450 mensen in een grote witte tent op een weiland achter een industrieterrein, sommigen al driekwart jaar. Er is geen woordvoerder aanwezig, dus de verslaggevers mogen het terrein niet op. Vanuit portacabins houden beveiligers met portofoons nauwlettend de ingang in de gaten. Binnen verblijven de vluchtelingen tussen schotten, het is koud, het doek klappert door de harde wind, vorige week vielen er nog twee stalen balken uit het dak.

Een groepje mannen sjokt het hek uit om met de verslaggevers te praten. Eén loopt mank door een zere voet, een ander fietst heen en weer, bij wijze van fysiotherapie, zegt-ie zelf. Een derde, die al negen maanden in de tent woont, heeft een grote, zachte bult op zijn enkel die hij niet begrijpt.

Omdat de tent en de container geen eigen postadres hebben, verdwenen in de eerste maanden nogal eens ziekenhuisbrieven met uitslagen en afspraken, of belandden ze bij het bodemonderzoekbedrijf in het weiland ernaast. Een huisartsenpraktijk in de buurt verklaarde zich bereid de post te ontvangen – met tegenzin „omdat het iedereen meer werk kost dan gedacht”.

Na negen maanden zijn zaken ietwat verbeterd, mede door aanhoudend aandringen van artsen zelf. Zo weten de basisartsen beter de weg, zijn er meer vaste gezichten en meer spullen. Maar grote knelpunten zoals het gebrek aan digitale dossiervorming, zijn nog steeds niet opgelost.

De Inspectie Gezondheidszorg waarschuwde begin maart nog dat de gezondheidszorg voor asielzoekers in crisisnoodopvangcentra „forse tekortkomingen” kent, die „urgente risico’s voor hun gezondheid” opleveren.

Het gebrek aan verbetering stoort de basisartsen die voor Arts & Specialist werken. Ze snappen dat het de eerste weken op een nieuwe plek improviseren is. Zorg verlenen onder druk is voor sommigen juist deel van de aantrekkingskracht. Maar na negen maanden zou het anders moeten zijn. Een aantal mensen dat NRC sprak, is om die reden afgehaakt.

Het model werkt niet voor de lange duur. In de handreiking die het COA verstrekt aan gemeenten die een crisisnoodopvanglocatie openen, staat dat asielzoekers in deze „zeer korte opvangfase” alleen recht hebben op niet uitstelbare medische zorg, met de aanname dat vluchtelingen er maximaal één week verblijven. Maar nu de asielketen is vastgelopen en asielzoekers er geen dagen maar maanden verblijven, verandert uitstelbare zorg vanzelf in niet uitstelbare zorg. De mannen buiten het hek vertellen over een bewoner met een acute hernia die maar niet behandeld werd, tot er ‘s nachts een ambulance moest komen.

Uitstel van zorg maakt dit soort commerciële noodzorg uiteindelijk kostbaar. Tel daarbij de hoge tarieven die marktpartijen rekenen plus het dubbele werk dat artsen moeten doen door het gebrek aan infrastructuur en digitale dossiervorming en het is evident: dit is peperduur. Niet voor niets gaan de asielkosten dit jaar 3 miljard euro boven budget.

De man met de bult op zijn enkel kan niks meer doen dan wachten. Hopelijk begint binnenkort zijn procedure en verhuist hij van de tent in Purmerend naar een regulier asielzoekerscentrum met méér dan noodzorg. Misschien doen ze daar wel iets aan die bult.