Ze is vijfvoudig wereldkampioen, vijfvoudig Europees kampioen, ze won goud en brak een wereldrecord in een olympisch stadion ten overstaan van tachtigduizend toeschouwers en vele miljoenen televisiekijkers. Marlou van Rhijn- die als kind haar benen verloor- kreeg de bijnaam Blade Babe. Anderhalf jaar geleden stopte ze als paralympisch topatleet. Nu zet ze zich in om kinderen met een handicap aan het sporten te krijgen. Met Pieter van der Wielen praat Van Rhijn over haar paralympische succes en het leven na de topsport, over hoe ze is opgevoed met ‘kan niet bestaat niet’ en de mooiste balletschoenen van de klas. En over kinderen enge verhalen vertellen over een witte haai wanneerdie iets té nieuwsgierig waren naar haar handicap.
Heeft u vragen, suggesties of ideeën over onze journalistiek? Mail dan naar onze ombudsman via [email protected].
‘Go girls’, staat in grote gele letters geschreven op een spandoek bij een grijs stenen huis aan de voet van de Côte de Cadoudal. Al twee keer is het peloton de steile klim overgegaan in het lokale lusje rond het Bretonse dorp Plumelec. Nu dwingt een treintje van Visma-Lease a Bike (LAB) het uitgedunde peloton tot een lint, vanaf een paar kilometer voor de laatste hellingproef tot aan de finish.
De openingsrit van de Tour de France gaat in sneltreinvaart voorbij. Slechts 78 kilometer moeten de vrouwen afleggen, waardoor alle energie er in korte tijd uitkomt. „Ik verwacht vuurwerk”, voorspelde de Nederlandse Visma-LAB-renner Marianne Vos op voorhand. De route had ze al scherp in haar geheugen, aangezien ze een paar dagen voor de openingsdag naar Bretagne reisde om het parcours te verkennen. „Het parcours gaat op en naar beneden, is soms erg smal. Iedereen zal vooraan [in het peloton] willen zitten.”
Vuurwerk wordt het, met een cruciale rol voor Visma-LAB. Zo hard als ze kan rijdt Eva van Agt (28) af op de laatste bocht naar de 1,7 kilometer lange klim, met haar ploeggenoten Vos (38) en de klassementsrenner Pauline Ferrand-Prévot (33) in het wiel. Het zijn de veteranen die het voor Visma-LAB moeten gaan doen: „De twee koninginnen”, noemt Van Agt ze. „Ze zijn heel complementair. Pauline focust zich op de lange klimmen, Marianne is meer een puncheur.”
Als Van Agt op iets minder dan een kilometer voor de streep leeg is gereden, hebben Vos en Ferrand-Prévot nog weinig energie verspild. Dan is het tijd voor deel twee van ‘plan-Visma’: een aanval van Ferrand-Prévot. Op zo’n 600 meter van de finish slaat ze een gat met de concurrentie. Tien meter pakt ze, vijftien meter. Vos duikt in het wiel van de Mauritiaanse renner Kim Le Court (AG-Insurance). „Ik weet hoe sterk Pauline is, ze had een goede kans om te winnen. Maar in het peloton zat ook nog vuurkracht”, zegt Vos achteraf.
Zo hard als ze kunnen moedigen de Fransen langs de kant van de weg hen richting de top aan. ‘Pau Pau’, staat er op hun geel-zwart geverfde bordjes. Ferrand-Prévot is een grootheid in Frankrijk, te danken aan haar tien wereldtitels in het mountainbiken. Na haar goud op de Olympische Spelen in Parijs besloot ze terug te keren op de weg. Binnen nu en drie jaar wil ze de Tour winnen – dit jaar ziet ze nog als een leerschool.
Le Court heeft inderdaad nog wat in de benen zitten en dreigt Ferrand-Prévot weer in te halen. Vos schakelt razendsnel: als zij niet haar sprint inzet en over haar ploeggenoot heen gaat, eindigen de Visma-vrouwen als nummer twee en drie. Een paar meter voor de meet schiet ze langs Ferrand-Prévot, die juichend als derde finisht.
Een emotionele omhelzing volgt. „Thank you”, zegt Vos tegen Ferrand-Prévot, die al als tiener met haar in de Rabobank-ploeg reed. „We hebben weinig woorden nodig om elkaar te begrijpen”, zegt ze achteraf.
Als Ferrand-Prévot bij de ploegbus komt, hebben tientallen fans zich al verzameld. Tijdens het uitfietsen zegt ze dat het altijd de bedoeling was dat Vos zou winnen. „Toen ik haar zag passeren dacht ik ‘oef, dit is zo cool.’” Dat ze zelf de kans mist om als Française in haar eerste Tour meteen het geel te pakken, vindt ze geen probleem: „Ik wilde het geel niet echt. Het is misschien stom om te zeggen, maar ik hoef geen extra druk op me.”
Ook de helpers die de Visma-LAB-trein naar de slotklim hebben gereden, vallen elkaar juichend in de armen. „Ze is echt gek hè?”, roept de Britse Imogen Wolff over Vos. „Ze laat weer zien dat ze waarschijnlijk de grootste vrouwelijke wielrenner ooit is”, vindt ploegleider Jos van Emden. „Ik ben niet objectief, maar ze blijft bewijzen dat ze de beste is.”
Als Vos hoort dat Van Agt haar en Ferrand-Prévot de „koninginnen” noemt, kaatst ze terug: „Vandaag was Eva de koningin, ze klom echt geweldig op de slotklim. Zo’n begin van de Tour had ik niet verwacht. We hopen dat we zo door kunnen gaan.”
In Soedan heeft de paramilitaire groep Rapid Support Forces (RSF) de vorming van een ‘parallelle regering’ aangekondigd. Dat meldt persbureau Reuters zaterdagavond. De militaire leider van de paramilitaire groep, generaal Hemedti, moet die regering gaan voorzitten. Verder werden de functies van premier en regionale gouverneurs verdeeld. Het plan werd aangekondigd in een persconferentie vanuit Nyala, een van de grootste steden in de westelijke Darfur-regio, die de RSF deels in handen heeft.
Het Soedanese regeringsleger, onder leiding van president Abdel Fattah Burhan, heeft de het idee van een alternatieve regering veroordeeld. Het regeringsleger belooft te zullen blijven vechten totdat het alle delen van Soedan onder controle heeft. Het regeringsleger heeft de laatste maanden winst geboekt ten opzichte van RS: in de centrale delen van het land, waaronder rond hoofdstad Khartoem, is de paramilitaire groep verdreven.
Het regeringsleger van Soedan is sinds 2023 in gevecht met de RSF. De oorlog geldt als een van de grootste humanitaire crises ter wereld, volgens de VN zelfs de grootste. Meer dan 150.000 mensen kwamen in de afgelopen twee jaar om het leven. Ook raakten zo’n 12 miljoen mensen ontheemd.
Lees ook
Miljoenen lijden door oorlog, ontheemding, honger, gebrek aan zorg – maar ‘Soedan krijgt nauwelijks aandacht’
In 2019 noteerde een verslaggever van Quote nog dat het „opvallend fris” rook in de dure, chique, door influencers opgehemelde Amsterdamse sportschool Saints & Stars die hij bezocht, zeker „voor een hok waar dagelijks honderden mensen zich fysiek laten martelen”. Zijn oog viel er op kledingrekken met sexy sporttenues van het eigen merk. Hij citeerde sportschooleigenaar Tom Moos: „Je hoopt dat het een brand wordt waarin iedereen trots wil rondlopen.”
Sinds vrijdag is het dat zeker niet meer. Toen onthulde verslaggever Tahrim Ramdjan in de Amsterdamse krant Het Parool hoe minstens 23 Filipijnse en Indonesische medewerkers die de vier vestigingen schoonhielden, op verschillende manieren werden uitgebuit.
De schoonmakers vertelden dat ze zeven dagen per week moesten werken, tot zeventien uur per dag. Dat de sportschool hun paspoort had ingenomen. Dat hun een werkvisum was beloofd, wat er niet van kwam, waardoor hun verblijfsvergunning verviel en ze illegaal werden in de Europese Unie. Dat sommigen werden gehuisvest in een huis van de sportschooleigenaar, waar ze met twee of drie andere schoonmakers die ze niet kenden in één bed moesten slapen, of op de grond. Het Parool zag appjes waarin het hoofd housekeeping van Saints & Stars dreigde het loon van de schoonmakers in te houden als klanten zouden klagen over de schoonmaak.
Influencers
Woensdagavond heeft de Opsporingsdienst van de Arbeidsinspectie de boekhouder van een Amsterdamse sportschool aangehouden wegens valsheid in geschrifte. De Arbeidsinspectie mag niet zeggen om welke sportschool het gaat, maar Filipijnse en Indonesische schoonmakers hadden misstanden gemeld en na controles bleek dat 23 schoonmakers niet in Nederland mochten werken. De Arbeidsinspectie onderzoekt nu onder meer of er vervalste documenten in de personeelsadministratie zitten.
Saints & Stars liet aan Het Parool weten volledige medewerking aan het onderzoek te verlenen en verklaarde: „In lijn met onze kernwaarde, namelijk dat het welzijn en de gezondheid van mensen vooropstaat, zullen wij de komende tijd eerst de bevindingen van het onderzoek afwachten en hierna alles in het werk stellen om een goede oplossing te vinden voor alle betrokkenen.”
Intussen zijn vier bezorgde Parool-lezers een crowdfunding voor de schoonmakers begonnen. Ze kenden elkaar niet, maar meldden zich bij de krant, die hen bij elkaar bracht. „Ik las het artikel en werd heel boos”, zegt Rébecca Franco, postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Zij doet het woord ook namens Nika Šimičić, Demi en Isabelle (die liever hun achternaam niet noemen). „Het is goed dat de sportschool wordt aangepakt en dat de inspectie onderzoek doet, maar de schoonmakers hebben direct hulp nodig. Ze hebben geen papieren, geen huisvesting en geen inkomen.”
Onderzoek
Het streefbedrag is 80.000 euro. „Dat is voor 23 mensen één à twee maanden inkomen. Het is om een gat te vullen, zonder de verantwoordelijkheid te willen wegnemen bij Saints & Stars.” Binnen 24 uur werd er ruim 22.500 euro gedoneerd. „Wat ik heel erg hoop”, zegt Franco, „is dat alle mensen die brand ambassador zijn geweest voor Saints & Stars het geld dat ze daarmee hebben verdiend willen doneren.” Ze heeft verschillende influencers via hun managers gemaild, maar had zaterdagmiddag nog van geen van hen iets gehoord.
Zowel de crowdfunders als de Arbeidsinspectie hebben contact met de schoonmakers, maar willen niet zeggen hoe het met hen gaat. „Ik wil niet voor hen spreken”, zegt Franco. „Het is vertrouwelijke informatie”, zegt Daniëlle Rebel, woordvoerder van de Arbeidsinspectie. „Ik kan ook niet zeggen om welke sportschool het gaat.” Rebel benadrukt dat de Arbeidsinspectie weinig bevoegdheden heeft als het gaat om de slachtoffers; daar zijn organisaties als FairWork en het Coördinatiecentrum tegen Mensenhandel (CoMensha) voor. De Arbeidsinspectie richt zich op overtredingen van arbeidswetten.
„Het is mooi dat er zoveel aandacht is voor deze 23 mensen”, zegt Rebel. „Maar deze situatie is helaas niet uniek. Het is heel naar om te zeggen, maar we komen dagelijks situaties tegen waarin mensen bijvoorbeeld onderbetaald of op staande voet ontslagen worden of niet eens weten wie hun werkgever precies is.” In welke branches speelt dat vooral? „De schoonmaakbranche, de distributie, de vleessector, de industrie, de bouw. Sectoren waar veel werk dat vast zou kunnen zijn door flexarbeiders wordt gedaan. Vaak gaat het om arbeidsmigranten die tegen een laag loon niet-specialistisch werk doen.”
Stad voor de rijken
Het is geen toeval dat dit nu bij schoonmakers gebeurt, zegt ook Franco, die zelf onderzoek doet naar uitbuiting van mensen die huishoudelijk werk en sekswerk doen via online platforms. „Die groep wordt gemarginaliseerd en daar doen we met zijn allen aan mee. Neem zo’n chique luxe sportschool waar mensen alleen maar op zichzelf letten en niet zien dat anderen worden uitgebuit. We zijn van Amsterdam met zijn allen een stad voor de rijken aan het maken. Alles moet gladgestreken worden en wat niet gladgestreken kan worden, wordt onzichtbaar gemaakt.”
Dat speelt breder dan Amsterdam. „Nederland is een lagelonenland aan het worden”, zegt Rebel. „Je kunt je afvragen hoeveel distributiecentra Nederland eigenlijk moet hebben en of de vleessector hier wel zo groot moet zijn als je ziet dat meer dan de helft van dat vlees naar de export gaat. De lasten van al dat flexwerk worden afgewenteld op de samenleving. De zorg staat onder druk, er is een woningtekort, door stikstof kunnen we weinig huizen bouwen. En de groep arbeidsmigranten die naar Nederland worden gehaald blijft maar groeien. Voor veel mensen is dat niet zichtbaar. Maar hoeveel pakketjes laat je bijvoorbeeld bezorgen? Dat zijn morele vragen, die mensen zich kunnen stellen en waar ze zich meer bewust van mogen zijn.”
Maar, zegt Rebel, uiteindelijk zijn werkgevers natuurlijk verantwoordelijk voor de werkomstandigheden van hun medewerkers. „Zij moeten zorg dragen voor goed werkgeverschap. Zij zijn verantwoordelijk voor gezond, veilig én eerlijk werk.”