Het succes van omroepman Frans Klein had een prijs die uiteindelijk te hoog was

Profiel

NPO-bestuurder Frans Klein schopte het tot Omroepman van jaar 2020. Met de onthullingen over DWDD, afgelopen november, haalde zijn verleden hem in. Hij keert niet terug bij de publieke omroep.

Frans Klein in 2020 op de rode loper van het Boekenbal.
Frans Klein in 2020 op de rode loper van het Boekenbal. Jeroen Jumelet/ANP

Frans Klein was „trots op die mentaliteit”, want het was „topsport op het scherp van de snede”. De manier waarop de toenmalig mediadirecteur van de VARA de menselijke prijs van het succes in 2010 vergoelijkte in een artikel in Nieuwe Revu maakte destijds weinig los. Toen de citaten twaalf jaar later werden opgerakeld bij de onthullingen over de giftige werkcultuur bij De Wereld Draait Door, illustreerden ze met terugwerkende kracht hoe hij had weggekeken. De show, met kijkcijferkanon Matthijs van Nieuwkerk, moest door.

Toen de Volkskrant vorig jaar zijn DWDD-onderzoek begon wilde de krant iets systemisch blootleggen. En systemisch betekende in dit geval: wat wist men op directieniveau bij de VARA, later BNNVARA, en wat deed men eraan? Tot 2014, de helft van de looptijd van de talkshow, was Klein de man die er iets aan had kunnen doen. Zijn rol in het drama was, meer dan de tirannieke uitbarstingen van Van Nieuwkerk, de kern van het artikel. „Ik kan niet anders dan spijt hebben”, zei hij terugkijkend. „Anders zou ik opgesloten moeten worden.”

Na de negen maanden die hij sindsdien op non-actief stond, maakte de NPO vrijdag bekend dat Klein niet meer terugkeert als directeur Video. Hij zou volgens bronnen van Algemeen Dagblad bij Talpa (SBS6, Veronica, Net5) van John de Mol aan het werk gaan.

Er was voor Klein geen weg meer terug. Door de toegenomen reikwijdte van haar onderzoek, stelde de commissie onder leiding van oud-minister Martin van Rijn, die werd ingesteld na het Volkskrant-artikel over DWDD, de presentatie van haar rapport uit tot na de zomer. Klein heeft een oordeel over zijn rol in de kwestie kennelijk niet willen afwachten. Hij reageerde niet op pogingen van NRC tot contact.

Als directeur Video had Klein de eindverantwoordelijkheid over de besteding van een half miljard overheidsgeld voor tv-programma’s. Omroepen dragen programma’s aan, de NPO schiet ze af – of geeft groen licht, en dan gaat de subsidiekraan open. Dat vereist een vlekkeloze reputatie.

Restaurants

Kleins beroep op voortschrijdend inzicht had hij al eerder in stelling gebracht, toen NRC onthulde dat hij met zijn broer een dubieuze fiscale constructie bleek te bezitten bij de Thaise restaurants van de familie. „Noem het naïef”, zei hij. Hij deed het voor zijn „broertje”. Pas in 2016 trok hij zich terug uit de constructie, terwijl al jaren bekend was dat de adviseurs achter deze ‘Engelse route’ door de FIOD aangepakt waren.

De integriteitscommissie van de publieke omroep, CIPO, oordeelde dat Klein aan de vereisten had voldaan door eigenaarschap van een restaurant te melden als nevenfunctie. En de Raad van Toezicht van de NPO mocht volstaan met een oordeel over de aard van de privéwerkzaamheden. Van de fiscale constructie die er onder lag hoefde de publieke omroep geen weet te hebben en Klein dus ook geen melding te doen. Hij kon door.

Het succes van DWDD en de latenightshows van Paul de Leeuw katapulteerden voormalig radiobestuurder Klein in 2014 tot directeur Video, de belangrijkste inhoudelijke bestuursfunctie bij de NPO. In 2020 werd hij door vakblad Broadcast Magazine uitgeroepen tot Omroepman van het Jaar, voor – samengevat – de impact die de NPO nog altijd heeft terwijl de commerciële omroepen marktaandeel inleverden. Hij werd geëerd voor onder meer het op poten zetten van de omroepoverstijgende talkshow Op1, die in dat coronajaar een succesformule bleek.

Andere tijden

De barstjes in zijn reputatie werden groter. Twee jaar geleden culmineerde deze onvrede tijdens een bezuinigingsronde waarin geschiedenisprogramma Andere Tijden (NTR/VPRO) budget moest inleveren en het schijnbaar moest afleggen tegen oppervlakkige formats. De NPO stelde dat de VPRO Andere Tijden zelf had aangedragen voor korting. Toenmalig VPRO-directeur Lennart van der Meulen zei dat dat was met „het pistool tegen de borst”. Klein kon, in een dubbelinterview met NPO2-netmanager Gijs van Beuzekom in NRC, zijn woede amper onderdrukken. „Het treft ons als je zegt: ‘Daar heb je de kijkcijferfetisjisten weer’.”

Zijn vijanden buitelden over elkaar in heen in een onderzoeksserie van Follow the Money, met voorbeelden waarbij Klein en de zendermanagers – ogenschijnlijk buiten omroepen om – presentatoren voor programma’s polsten of formats doordrukten en omroepen voor voldongen feiten stelden. Ja, erkende Klein, hij sprak met veel mensen. „Als er voorstellen binnenkomen, zetten we die samen met de omroepen in het uitzendschema, op basis van door iedereen goedgekeurde jaarplannen. Hoe kun je dan zeggen: hij beslist alles?” Verklaring voor alle wrok werd verwoord door toenmalig NPO-bestuursvoorzitter Shula Rijxman: „Wij grossieren in afwijzingen van programmavoorstellen.”

Opgeklommen

In gesprek met de Volkskrant voor het DWDD-artikel afgelopen november zei Klein, geboren in Hilversum, dat hij „niet altijd een grote Frans Klein” was geweest. „Ik was ook een kleine Frans Klein”, opgeklommen in een keiharde VARA-cultuur. Om maar te zeggen: hoe kun je een angstcultuur als zodanig herkennen als je er zelf in bent grootgebracht? „Ik ben er niet trots op, ik vind het niet fraai – maar die werkcultuur was op veel plekken in Hilversum zo hard.”

Onder leiding van bestuursvoorzitter Frederieke Leeflang gaat de NPO nu een andere kant op. De NPO liet vrijdagavond in een kort persbericht weten dat Klein afscheid neemt „op een moment dat de NPO een nieuwe weg is ingeslagen”, een strategie die „wij, samen met met omroepen, ontwikkelen”. Meer hierover wil een woordvoerder niet zeggen. De benoemingsprocedure voor een nieuwe directeur Video is in gang gezet. Tot die tijd zullen Remco van Leen en Jojanneke Doorn op interimbasis Kleins taken vervullen.