Het rijk ziet de rivier al door deze polder stromen

Regterdiep, Noorderdiep, Ganzendiep, Ketel, Goot. Even voorbij Kampen vertakte de IJssel zich in vijven, stroomde tussen rietland en de eerste ingedijkte polders van Kampereiland naar de Zuiderzee, Urk en Schokland aan de horizon. In die tijd kwam de zee soms de dijk over. Daarom staan boerderijen hier op terpen.

Nu zijn de meeste waterlopen in de oude delta gedempt of afgesloten. De IJssel stroomt nu als zichzelf langs Kampereiland, tussen Noordoostpolder en Flevoland het IJsselmeer in. Kampereiland is omdijkt, een grote polder, maar je komt er nog steeds alleen via bruggen. „Dit blijft een eiland”, zegt Jan Anne Roetman. „Wij voelen ons verbonden, al zijn we geen Urk.”

Roetman (40) is melkveehouder, zoals veel van de 75 pachters. Om halfzes vanochtend heeft hij zijn zwartbonte Holsteins gemolken. De boerderij, waar hij is geboren, heeft hij van zijn ouders overgenomen. Wie weet wil een van zijn drie zoons het bedrijf ook voortzetten.

Of dat kan, is de vraag. Want vanaf dit jaar beschouwt het Rijk dit niet langer als een gewone polder, maar als ‘stroomvoerend deel van het rivierbed’. Opnieuw een delta, de facto uiterwaard, het ‘halfland’ uit Toine Heijmans’ roman Buitendijks.

Een veranderd klimaat zorgt voor hogere afvoeren van de rivieren, is de verwachting. De vorige winter gaf een voorproefje, toen piekafvoer vanuit Duitsland wekenlang niet via het IJsselmeer kon worden geloosd door te hoge waterstanden in de Waddenzee. Juist rond Kampen ging het bijna over de rand. Onder het nieuwe regime moeten gebieden als Kampereiland niet alleen water kunnen bergen – het is al langer een ‘overloopgebied’ – maar voortaan mogen ook geen activiteiten meer plaatsvinden die „de verruiming van de rivieren belemmeren of duurder maken”.

Voor overstroming zijn de boeren niet zo bang, maar hun polder „op slot zetten is de doodsteek voor de leefbaarheid”, zegt Roetman, die ook voorzitter van de pachtersbond is. Huizen bouwen zodat er meer jongeren in de vergrijzende polder willen wonen, wordt verboden, zegt hij. Vergeet een lening bij de bank om te kunnen investeren of grond te kopen, „want, ja, onverzekerbaar overstromingsrisico.” En vergeet dan ook maar dat een volgende generatie een bedrijf kan overnemen.

Tot half november konden de 500 inwoners hun ‘zienswijze’ geven op de Beleidslijn grote rivieren. Dat hebben ze gedaan, zonder omgekeerde vlaggen en tractorterreur, met begrip voor het beheer van de rivier waarmee ze al zo lang leven. Maar is het niet vreemd dat gemeente en waterschap een gewone polder zien die voor het Rijk nu buitendijks ligt? En wat betekent de belofte dat „toekomstigbestendig ondernemen” mogelijk blijft? „Volle bak kont tegen de krib werkt niet”, zegt Roetman. „We hopen op maatwerk, om te beginnen een gesprek.”

Geen ‘halfland’ willen worden is een redelijk verzoek als je hier woont. En voor het Rijk lijkt hier een kans te liggen om een nieuwe vastloper te voorkomen. Heet dat niet polderen?


Lees ook

Een reis langs het hoogwater: ‘De grenzen van het waterbeheer komen in zicht’

Een polder bij de Smalle Ee, bij Drachten, wordt onder water gezet, op 4 januari. Waterschap Friesland benut wateropvanggebieden om overstromingen te voorkomen. Foto Jilmer Postma/ANP