‘Laten we nu doen alsof we in een warm zwembad zitten.” Dirigent Katharina Morin (29, Duitsland) repeteert het vierde deel uit Benjamin Brittens Serenade voor tenor, hoorn en strijkers. Van het Paris Mozart Orchestra wil ze een wat zwaardere, meer sonore klank. „Waah, waah, waah,” zingt ze laag en zacht, terwijl ze met gebalde vuisten door de lucht duwt. „Waah, waah, waah,” doen de strijkers. Morin knikt. „En nu een kléin beetje zachter.” Ze knijpt duim en wijsvinger samen. „Maar mét die intensiteit van daarnet!”
In de hypermoderne Philharmonie de Paris is zaterdag 16 maart de halve finale van La Maestra aan de gang. Het internationale dirigentenconcours exclusief voor vrouwen is aan de derde editie toe. 197 kandidaten hebben zich aangemeld, 14 mochten zich live presenteren in de kwartfinale: een klein halfuur werken met het Paris Mozart Orchestra, het orkest van La Maestra-oprichter en chefdirigent Claire Gibault. De zeven dirigenten die doorgingen naar de halve finale konden op dubbel zoveel repetitietijd rekenen.
Instinct
„Die repetities, daarin moeten ze zich bewijzen,” zegt Rob Hilberink, directeur van het Internationaal Dirigentenconcours Rotterdam. Zaterdagochtend staat hij op Rotterdam Centraal te wachten op de Eurostar naar Parijs. „Dirigeren is eigenlijk een heel praktisch beroep. Je moet weten: Hoe benut je slim je tijd? Waar focus je op? Hoe ga je om met al die mensen? Hoe krijg je ze in korte tijd mee in je muzikale visie?”
Visie, daar dromen ze van in Parijs. Het is ook het moeilijkst te vinden volgens juryvoorzitter Nathalie Stutzmann. Ze bouwde als alt een internationale carrière op en pakte elf jaar geleden het dirigeerstokje op. Inmiddels is ze de tweede vrouw die chef-dirigent is van een Amerikaans toporkest, het Atlanta Symphony Orchestra. „Qua technische vaardigheden zit het vaak wel goed bij de jonge generatie dirigenten,” vertelt Stutzmann later in een kleedkamer van de Philharmonie. „Maar dirigenten met charisma en een sterke muzikaliteit, die krachtig én kwetsbaar zijn, die alles durven te laten zien van wat het is om mens te zijn? Die zijn zeldzaam. Dat is een instinct, niet iets intellectueels wat je kunt leren. Dat zit in je hart, in je ziel, in je bloed.”
Eeuwen achterstand
Vrouwelijke dirigenten zijn in de afgelopen paar jaar meer onder de aandacht gekomen. In 2023 speelde Cate Blanchett in Tár de rol van de succesvolle, maar machtsbeluste dirigent Lydia Tár. De documentaire Knowing the Score volgde de Australische topdirigent Simone Young. De NPO kwam met de driedelige serie Vrouwen op de bok. Maar met het aandeel vrouwelijke dirigenten is het nog steeds bar slecht gesteld, meldt La Maestra, dat het in 2022 liet onderzoeken. Dat jaar had acht procent van de orkesten wereldwijd (het onderzoek telde er 778) een vrouwelijke chef-dirigent. In Nederland hebben twee van de negen symfonieorkesten met rijkssubsidie een vrouwelijke chef: de Amerikaanse Karina Canellakis bij het Radio Filharmonisch Orkest en de Duitse Anja Bihlmaier bij het Residentie Orkest.
Het onderzoek van La Maestra liet ook zien dat het aandeel vrouwelijke dirigenten gestaag stijgt. Is het dan nodig, zo’n dirigentenconcours voor alleen vrouwen? „Men stelt altijd maar die vraag,” verzucht Stutzmann in haar toespraak na de finale. Toch speelde die ook in haar hoofd, toen ze werd gevraagd als juryvoorzitter, vertelde ze eerder. „Ik dacht: plaats je vrouwen met zo’n concours niet in een soort getto? Maar in de motivatiebrieven las ik verhalen van vrouwen aan wie hun hele jeugd was verteld dat dirigeren geen beroep is voor een vrouw. Dat gebeurt kennelijk nog steeds. Dus is dit concours nodig? Ja, om vrouwelijke dirigenten in de schijnwerpers te zetten.”
Floris Don, Manager Artistieke Zaken bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest, staat ook achter de opzet van La Maestra, laat hij de dag na de finale per telefoon weten. Hij zat in de commissie die alle 197 inschrijvingen doorploegde. „Er zijn allerlei maatschappelijke omstandigheden waardoor vrouwelijke dirigenten eeuwen achterstand hebben op de mannen. We moeten er alles aan doen om dat gelijk te trekken. Dit concours is een van de manieren om daar aandacht op te vestigen.”
Hilberink van het Internationaal Dirigentenconcours Rotterdam ziet die signaleringsfunctie, maar is zelf ‘niet zo’n fan’ van de opzet: „Als je zo’n initiatief organiseert, dan moet je niemand uitsluiten. Concoursen kijken naar de toekomst: wie komen eraan? Mannen en vrouwen hebben evenveel kwaliteiten voor een dirigeercarrière. En steeds meer vrouwen zien dat het ook voor hen is weggelegd. Dit jaar is het aantal vrouwelijke inschrijvers in Rotterdam opnieuw gestegen en de kwaliteit is ontzettend hoog.”
Toewijding
Zaterdagavond na tienen begint de laatste halvefinalist aan haar repetitie. We hebben er intussen al zesmaal vijftig minuten repeteren opzitten, maar Bar Avni (34, Israël) heeft iets waarmee ze je terug op het puntje van je stoel brengt. „Echt uitwringen, strijkers, het moet zweten,” merkt ze op bij Brittens Serenade. Van alle kandidaten die dag lijkt ze het meest relaxed. „Het zou me verbazen als ze morgen niet wint,” fluistert een Amerikaan in het publiek. En inderdaad: zondagavond na een intens finale-concert wordt het stapeltje ingelijste oorkondes naast Avni’s stoel steeds hoger. Bij drie comités – cultuurzender Arte, de Franse concertzalen en orkesten, en de European Concert Hall Organisation – én het Paris Mozart Orchestra is ze favoriet. Daarbovenop komt de eerste prijs van de jury: € 20.000.
Avni, overweldigd door haar winst en moe van vier inspannende dagen, is om middernacht – een glaasje bubbels in de hand – verbaasd dat er internationale pers aanwezig is. Vol lof vertelt ze over de organisatie achter het concours. „Wist je dat al onze reis- en hotelkosten worden vergoed, óók als je niet door bent naar de volgende ronde? Dat is echt uitzonderlijk.” Een dag eerder is Hebe de Champeaux (42), de Nederlandse kwartfinalist, net zo lovend. Voor haar eindigde het concours na de kwartfinale, maar ze houdt een warm gevoel over aan haar deelname. „Er stroomt heel veel liefde voor vrouwelijke dirigenten door deze organisatie, die overigens bijna helemaal uit vrouwen bestaat. Iedereen is zó toegewijd aan de deelnemers. Dat voelt totaal anders dan bij andere concoursen.”
Springplank
Laureaten van vorige edities namen via de tweejarige La Maestra Academy deel aan masterclasses en assisteerden grote namen als François-Xavier Roth, Jaap van Zweden, Marin Alsop, Manfred Honeck en William Christie. Aan de agenda’s van de laureaten te zien heeft het concours gefungeerd als een goed verende springplank. Twee highlights: Stephanie Childress, die in 2020 de tweede prijs won, werd voor Mozart-opera’s gevraagd door het Britse operahuis Glyndebourne en de Staatsoper Hamburg. De eerste prijswinnaar uit 2022, Anna Sułkowska-Migoń, maakte afgelopen januari haar debuut bij het Philadelphia Orchestra, van oudsher een van de Big Five onder de Amerikaanse orkesten.
Ook zonder te winnen kan een concours zomaar wat opleveren. Veruit de jongste kandidaat, de negentienjarige Olha Dondyk uit Oekraïne, bracht het dit weekend tot de halve finale, maar haar inschrijving was al genoeg om uitgenodigd te worden door het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Afgelopen januari stond ze er op de bok bij een benefietconcert voor Oekraïne, haar eerste keer voor een professioneel orkest. Van de delegatie van de Europese concertzalen kreeg Dondyk zondag een eervolle vermelding; ze houden haar de komende jaren scherp in de gaten. Volgend seizoen leidt ze opnieuw het Rotterdams bij de familievoorstelling Peter en de Wolf. Niet onbelangrijk, als het gaat om de voorbeeldfunctie voor de nieuwe generatie, zegt Floris Don. „Dan zien kinderen niet meer dat typische beeld van een man met grijs haar.”