Een man op Friese doorlopers zet nog maar eens flink aan op het rechte eind, zijn blik gericht op het ijs in de bocht voor zich. Dat er links van hem een aantal mannen in strakke schaatspakken met een nog grotere snelheid door een nog krappere bocht vliegen, ziet hij niet. Net zo min krijgt hij mee dat er even later zich een podiumceremonie voltrekt, compleet met opzwepende muziek, medailles en plastic bloemen. Onverstoorbaar zwiept de man zijn houten schaatsen opzij en glijdt voorbij voor nog een rondje.
Argeloos schaatsten recreanten dit weekend hun 400-meterrondjes in de Elfstedenhal in Leeuwarden, terwijl op het middenterrein zich voor een paar honderd toeschouwers het NK shorttrack voltrok. Voor ’s lands beste shorttrackers stonden, naast de Nederlandse titels, kwalificatieplekken op het spel voor het Europees Kampioenschap, komend weekend in het Duitse Dresden.
Zoals elk jaar leek de nationale titelstrijd op een officieel aangeklede trainingswedstrijd voor de Nationale Trainingsselectie (NTS) van bondscoach Niels Kerstholt. De kampioenen – Jens van ’t Wout won zowel de 500, 1.000 als 1.500 meter bij de mannen en Michelle Velzeboer deed hetzelfde bij de vrouwen – kwamen uit zijn stal, net als de meeste van de finalisten.
Neem de 1.000 meter op zondag: bij de vrouwen plaatsten alleen Bibi Arts en Kiek Straathof, die uitkomen voor regionale talententeams, zich voor de finale. Bij de mannen gold dat voor Niels Kingma van de plaatselijke shorttrackclub Trias, zij het dat hij zijn plek kreeg aangewezen nadat hij door een ander onderuit was gereden in de halve finale. De andere acht finaleplaatsen op de 1.000 meter gingen naar rijders van de NTS.
Hoeveel belang heeft een NK als de kanshebbers al dagelijks met elkaar trainen? En wat is een nationale titel waard als de internationale toppers ontbreken, zoals bij de vrouwen het geval was? Suzanne Schulting, Xandra Velzeboer en Selma Poutsma lieten het NK schieten vanwege uiteenlopende blessures.
‘Een moetje’
„Ik denk dat de meeste schaatsers het NK toch wel zien als een moetje”, zei kersvers drievoudig Nederlands kampioen Michelle Velzeboer – jongere zus van de afwezige Xandra. „Ze rijden liever internationale wedstrijden als een WK, want dan kun je iets onbevangener rijden. Op het NK móét je vooral een ticket halen voor het EK.” Toch was ze blij met haar titels, zei Velzeboer. „Ik weet ook wel dat dit toernooi een ander niveau had dan normaal, maar ik wilde laten zien dat ik een waardige Nederlands kampioen ben. Ik ben blij dat dat is gelukt.”
Bondscoach Kerstholt ziet tijdens wedstrijden als het NK dingen die hij op trainingen niet ziet. „Kijk naar Kay Huisman, die rijdt afgelopen week in de trainingen een rondje onder de acht seconden, dat is heel snel. Maar dit weekend zit hij er drie keer naast. Aan de andere kant heb je Teun Boer, die heel zakelijk heeft gereden [en zich plaatste voor het EK op de 500 meter, red.]. Dat soort dingen kun je alleen zien tijdens wedstrijden. Daar heb ik wat aan, en de sporter ook.”
Voor de een betekent het NK meer dan de ander. Kampioen Van ’t Wout won dit weekend alweer zijn achtste nationale titel. „Het is een mooi meetpunt voor mij, om te kijken waar ik in Nederland sta. Vorig jaar had ik nog wat foutjes en kreeg ik penalties, nu kon ik wegrijden van de groep en de races controleren. Dat is het bewijs dat ik conditioneel goed ben.” Tegelijkertijd vond hij de titelstrijd geen verplicht nummer. „Als shorttracker wil je gewoon racen, tenminste, dat heb ik. Dit is veel leuker dan trainen.”
Sven Roes plaatste zich dankzij twee tweede plekken op de 1.000 en 1.500 meter voor het EK. „Weer een weekend race-ervaring erbij”, zei hij nuchter, na een periode van twee jaar waarin hij door blessures aan zijn heup en rug twee jaar nauwelijks kon schaatsen. Hij noemde zijn zilveren medailles een bevestiging dat hij terug is. „Ik start gewoon aan elke wedstrijd om te winnen, maar gezien mijn traject had ik niet verwacht me te gaan plaatsen voor het EK. Dat me dat wel gelukt is, is best lekker.”
Overschaduwd
Het NK shorttrack was dit jaar verplaatst op voorspraak van de bondscoach, vertelde Kerstholt. In voorgaande jaren vond het toernooi steeds rond de jaarwisseling plaats, nu was het bijna twee weken later. Daardoor werd het shorttracken dit weekend overschaduwd door de langebaanschaatsers die op het EK allround en EK sprint in actie kwamen, zo’n dertig kilometer verderop in Thialf in Heerenveen. Maar daar gaf Kerstholt weinig om. „Op deze manier konden we goed richting het EK shorttrack bouwen. Want als je volgende week fit moet zijn, ben je dat nu ook.” Dat enkele rijders uit zijn selectie – zoals Schulting, Poutsma en Angel Daleman die de twee disciplines combineren – daardoor gedwongen werden te kiezen, nam hij voor lief.
Daleman, het pas 17-jarige talent dat dit jaar voor het eerst op het hoogste niveau meedoet, koos voor dit toernooi en merkte dat ze vooraf „echt heel zenuwachtig” was, vertelde ze. De afgelopen maanden kwam Daleman juist vooral uit op de langebaan en brak daar spectaculair door met podiumplaatsen bij wereldbekerwedstrijden. „Maar in het shorttrack wist ik niet zo goed wat ik van mezelf kon verwachten.” Daleman veroverde een zilveren (1.500 meter) en bronzen (500 meter) medaille. „Ik groeide in het toernooi, dus dat is superveel waard.”
Met nog ruim een jaar te gaan tot de Olympische Spelen in Milaan was het NK ook weer een meetmoment, zei Kerstholt, en wat hij dit weekend zag stemde tot tevredenheid. „Er komen heel veel dingen kijken bij shorttrack, zoals tactiek en materiaal en noem maar op. Maar het begint in de basis met snelheid en als ik dan zie hoe de groep hier rondrijdt, dan zijn we goed op weg.”