Het moeilijkste bewaren ze in de formatie voor het laatst

Nog niet eerder waren de onderhandelaars van PVV, VVD, NSC en BBB zó vroeg begonnen: dinsdagochtend om kwart voor negen. En niet eerder was het onderwerp, onder grote tijdsdruk, zó ingewikkeld: op deze een-na-laatste dag van de kabinetsformatie gingen ze het hebben over de financiën. En je zou kunnen zeggen, zoals de informateurs Elbert Dijkgraaf en Richard van Zwol maandagavond deden, dat het niet uitmaakt waar het aan het eind nog over gaat. „De laatste loodjes”, zei Van Zwol, „wegen altíjd het zwaarst.”

Maar geldt dat óók voor het onderwerp dat volgens Pieter Omtzigt zelf in februari de reden was om de formatie op te blazen? Hij vond toen „de staat van de overheidsfinanciën” zo ernstig dat hij niet langer aan tafel wilde blijven zitten. „Financiën is alles”, zei Omtzigt na die breuk in de talkshow Humberto.

Op dinsdagochtend zegt Omtzigt tegen journalisten dat de vier partijen „nog aan de onderhandelingen over financiën” moeten „beginnen”. Er was de afgelopen weken wel een zogenoemde ‘zijtafel’, met Kamerleden van PVV, VVD, NSC en BBB die de beslissingen over de financiën aan het voorbereiden waren. Maar die beslissingen zélf zijn aan de vier partijleiders.

De verschillen tussen de vier partijen zijn groot, zeker ook als het om geld gaat. Twee partijen, de VVD en NSC, leggen sterk de nadruk op financiële degelijkheid. In die partijen leven twijfels over de financiële discipline van de PVV, en in mindere mate BBB. Die twijfels zijn, ook na acht weken onderhandelen, nooit verdwenen. De PVV stemt op terreinen als zorg en sociale zekerheid vaak mee met linkse partijen.

Modellen en statistieken

Drie van de vier partijen hebben hun verkiezingsprogramma’s niet laten doorrekenen door het Centraal Planbureau, alleen de VVD liet een doorrekening maken. Pieter Omtzigt zegt al jarenlang dat hij niet gelooft in politiek gebaseerd op modellen en statistieken. Wilders laat zijn verkiezingsprogramma’s al sinds 2017 niet meer doorrekenen, omdat hij de rekenmethode van het CPB wantrouwt. Dat betekent dat de partijen in deze formatie vanaf nul moesten beginnen.

De onderhandelaars zijn niet vergeten waarom de formatie in februari misliep. Pieter Omtzigt wilde weten waar de financiële risico’s van een nieuw kabinet lagen. Op zijn verzoek brachten de ministeries die risico’s uitgebreid in kaart. Omtzigt schrok daar naar eigen zeggen zo van, dat hij het niet verantwoord vond de formatie voort te zetten. Andere partijen waren daar verbaasd over, vooral ook omdat het scenario’s waren die alleen uitgingen van het slechtste geval. Wat de verbazing bij de anderen nog groter maakte: in de weken erna, toen Omtzigt toch weer meedeed aan een nieuwe formatieronde, speelden die donkere scenario’s niet of nauwelijks meer een rol. Er werd niet meer over gepraat.

Financiën, vertellen mensen met ervaring met kabinetsformaties, zijn niet alleen belangrijk omdat het over geld gaat. Iedere onderhandelaar weet: de wereld is onvoorspelbaar, en schattingen over uitgaven zijn nog ruw. Maar de symboliek erachter is net zo belangrijk. Als er overeenstemming is over geld, betekent dat dat er wederzijds vertrouwen is. En, andersom, als er geen vertrouwen is, is financiële degelijkheid vaak het onderwerp waarop het misgaat. Dat bewees Omtzigt in februari nog. En het bleek eerder ook in 2003, toen de formatie tussen CDA en PvdA misliep door onenigheid over de financiën, en mogelijke bezuinigingen. Maar wat daar echt achter zat, was een gebrek aan vertrouwen: CDA-leider Jan Peter Balkenende en PvdA-leider Wouter Bos wantrouwden elkaars motieven, waardoor onderhandelen onmogelijk werd.

De tijd dringt

Het is ongebruikelijk dat zo laat in een kabinetsformatie nog zo gedetailleerd over financiën onderhandeld wordt. Woensdag om middernacht moet er een eindverslag liggen van de informateurs. Een akkoord tussen de vier partijen moet nog langs de fracties, die nog opmerkingen mogen maken, en moeten instemmen. Er ligt veel druk op de allerlaatste fase van de onderhandelingen.

Die druk heeft ook een functie: Pieter Omtzigt, die aarzelingen heeft bij de samenwerking met de PVV, stuurt in onderhandelingen vaak aan op uitstel. Juist druk, het besef dat een uitweg niet mogelijk is, kan hem ertoe verleiden nu wel definitief ‘ja’ te zeggen. Daar komt nog bij: hoe later in het formatieproces de lastige onderwerpen aan de orde komen, hoe moeilijker het wordt om er nog uit te stappen. Al kan het, weten betrokkenen, ook nog steeds ‘nee’ worden.


Lees ook
Alles gaat totaal anders. Ook het voordragen van de premier

Pieter Omtzigt (NSC) en oud-informateur Ronald Plasterk tijdens het debat over de geklapte formatie van februari.