Het lukt Rutte niet om de Toeslagenaffaire van zich af te schudden

Analyse

Toeslagendebat Het geduld van de Tweede Kamer over de afhandeling van de Toeslagenaffaire raakt op. „De ouders raakten alles kwijt, maar Mark Rutte behield zijn baan.”

Tweede Kamerlid Renske Leijten (SP) en minister-president Mark Rutte tijdens een debat over de Toeslagenaffaire.
Tweede Kamerlid Renske Leijten (SP) en minister-president Mark Rutte tijdens een debat over de Toeslagenaffaire. Foto ROBIN UTRECHT/ANP

De Toeslagenaffaire zal voor altijd in één adem genoemd worden met de politieke erfenis van Mark Rutte. Dat lijkt welhaast een garantie, nadat de premier dinsdag de Tweede Kamer opnieuw van tekst en uitleg moest voorzien over de afhandeling van het jarenlange overheidsfalen in de affaire.

Want hoewel kabinet-Rutte IV een eigen staatssecretaris heeft gekregen voor het Toeslagendossier – Ruttes partijgenoot Aukje de Vries (VVD) – blijft de naam van Rutte als die van geen enkele andere bewindspersoon zo verbonden met de Toeslagenaffaire, en de stroperige poging tot compensatie.

Beloofde beterschap

Dat Ruttes derde kabinet aftrad vanwege de affaire, nadat eind 2020 een vernietigend rapport verscheen van een parlementaire ondervragingscommissie, heeft die verbondenheid allesbehalve weggenomen. Nog altijd zijn er grote aantallen getroffen ouders die op compensatie wachten en de beloofde beterschap in het beleid krijgt maar traag en moeizaam vorm.

„Deze ouders krijgen nog steeds zwarte dossiers. Nog steeds weten ze niet wat er gebeurd is, behalve dan dat hun leven kapot is”, zei partijloos Kamerlid Pieter Omtzigt in het debat.

Processen, procedures: alles is belangrijker dan mensen helpen. Waarom accepteert de minister-president dit? Waarom is hij onverschillig?

Renske Leijten SP-Kamerlid

„Processen, procedures: alles is belangrijker dan mensen helpen. Waarom accepteert de minister-president dit? Waarom is hij onverschillig?’’ vroeg SP-Kamerlid Renske Leijten zich af.

„De ouders raakten alles kwijt, maar Mark Rutte behield zijn baan”, zei Stephan van Baarle namens Denk. Hij viel in voor Farid Azarkan, die met Omtzigt en Leijten het dossier al jaren nauwgezet volgt. Dat Rutte nog steeds op zijn plek zit, vinden de drie Kamerleden moeilijk te verteren.

Onvrede

De onvrede van het drietal is zo groot, dat ook oppositiepartijen die níet meteen aandringen op Ruttes vertrek ervan langs kregen, zoals PvdA en GroenLinks. „Ik zie niet in waarom we opnieuw dezelfde politieke consequenties zouden moeten trekken”, zei Tom van der Lee van GroenLinks.

PvdA-leider Attje Kuiken deelde die mening. Ze verwees naar het debat van 1 april 2021, waarin Rutte op het nippertje een motie van wantrouwen overleefde. „Het was niet mijn keuze dat deze premier in deze functie terug zou komen. Maar democratie houdt ook in dat het soms toch zo gaat.”

Het toonde de scheurtjes in het oppositiefront. Leijten, die eerder samen met Van der Lee en Kuiken in de ondervragingscommissie zat, maakte zich boos en noemde hen „onverschillig”. Pas toen Rutte het woord nam, slaagde de oppositie erin gezamenlijk de aandacht op het kabinet te vestigen.

Dossiers doorlichten

Want de kabinetsaanpak piept en kraakt op allerlei manieren. Tweeënenhalf jaar na het rapport van de ondervragingscommissie is de afhandeling een stroperige bureaucratische exercitie geworden.

Er zijn intussen 28.000 mensen erkend als gedupeerden, die als standaardbedrag 30.000 euro van het kabinet hebben ontvangen. Maar een grote groep heeft naar eigen zeggen recht op meer compensatie. Hun dossiers moeten volledig worden doorgelicht.

Het kabinet dacht eerder tot 2027 nodig te hebben, maar denkt nu in 2025 klaar te zijn, herhaalde Rutte in het debat. Al is dat „een inschatting, geen belofte”, voegde hij eraan toe. Het kabinet heeft geëxperimenteerd met manieren om dossiers sneller af te handelen, bijvoorbeeld door mediation in te zetten om een gang naar de rechter te voorkomen. Dat slokt nu veel tijd op.

Ondertussen krijgen de beloftes van het kabinet maar moeilijk vorm. Omtzigt haalde de benarde positie aan van duizenden gezinnen in een ander bureaucratisch probleemdossier: zij zitten al jaren onder het bestaansminimum door een overheidsfout.

Die schrijnende situatie bewijst volgens Omtzigt dat het kabinet er nog altijd niet in slaagt mensen in de problemen snel te helpen. De hardheidsclausules die het kabinet beloofde in de nasleep van de Toeslagenaffaire, wetsclausules die rechters meer vrijheid geven om van harde wetgeving af te wijken en maatwerk toe te passen, zijn er bijvoorbeeld nog steeds niet.

En dan is er de argwaan over nieuwe stukken die pas recent werden vrijgeven door het kabinet waaruit bleek dat waarschuwende mails over de ernst van de Toeslagenaffaire uit 2019 niet waren gedeeld met de parlementaire ondervragingscommissie. Het is de vraag of die de kabinetsaanpak daadwerkelijk hadden kunnen omgooien, maar een deel van de oppositie eiste dinsdag een verklaring.

Lees ook: wie draagt verantwoordelijkheid in de Toeslagenaffaire?

Volgens Rutte is het recente opduiken van de stukken te wijten aan de omvang van de informatie. Hij wees op de gigantische hoeveelheid data die voor de parlementaire enquête is aangeleverd: 25 miljoen documenten op de schijven van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en nog eens meer dan 20 miljoen documenten bij Financiën, inclusief de dienst Toeslagen.

Maar Leijten en Omtzigt kan hij daarmee niet meer overtuigen. „Ze lagen niet op het belastingkantoor in Winterswijk, ze lagen op het kantoor van de staatssecretaris! Ze zijn zes keer over het hoofd gezien, terwijl het hele parlement op z’n kop staat”, zei Omtzigt. „Moeten we dan blijven vertrouwen dat de informatiehuishouding niet op orde is, of moeten we dan denken: misschien is hier niet hard genoeg gezocht?”