Van de makers van NRC Vandaag: het verhaal van dit weekend. Welke levens gaan schuil achter de actualiteit? Over wie gaat het nieuws? En welke denkbeelden vormen de wereld van nu?
Deze zaterdag het verhaal van Jan Paul de Bondt en Anne Moraal, over een noordelijke regio waar de wolf niet alleen het vee, maar ook een manier van leven bedreigt.
De wolf is terug in de Drents-Friese grensstreek. Bewoners zagen hem van verre aankomen, velen van hen zijn bang en boos. Ook op elkaar. De komst van het dier stemt tot nadenken: verdwijnt het schaap uit het Drentse landschap?
Honderd prachtige en soms schokkende winnende wildedierenfoto’s uit de jaarlijkse Wildlife Photographer of the Year competitie van Londens natuurhistorisch museum zijn tot zondag 3 november te zien in Forum Groningen. Voor de 59ste editie van die wedstrijd van vorig jaar werden door professionele en amateurfotografen bijna 50.000 natuurfoto’s uit 95 landen ingestuurd. De uitverkoren foto’s geven niet alleen een beeld van de diversiteit van de natuur, maar ook van de kwetsbaarheid ervan en de invloed van de mens op de natuur. Forum Groningen werkt voor deze expositie samen met het National History Museum in Londen, die de wedstrijd jaarlijks organiseert.
Lees ook
De foto’s van de World Wildlife Photography wedstrijd
In de donkere tentoonstellingszaal in Groningen zijn de foto’s groot op lichtbakken aan de wand goed te bekijken. Er zijn ook films te zien, waarin fotografen hun werkwijze tonen.
Een van de winnende foto’s in de categorie zoogdieren is die van de Amerikaans-Zimbabwaanse fotograaf Dana Allen. In Zuid-Afrika volgde hij de poging van een jong luipaard om een stekelvarken te pakken. Het beest zette zijn stekels op. Na een kwartier gaf de luipaard het op en begon de stekels uit zijn poot te halen, aldus Allen.
Twee andere indrukwekkende foto’s gaan over de invloed van de mens op de natuur. De Nederlandse fotograaf Jasper Doest fotografeerde in een natuurpark in Gabon een olifant in doodsnood. Het dier was aangereden door de trein die door het natuurpark Lopé National Park rijdt om mangaan, een zogeheten overgangsmetaal uit de mijn van Moanda naar de hoofdstad Libreville te brengen. Jaarlijks worden zo’n twintig olifanten door de ertstrein aangereden. Deze olifant overleefde de aanrijding niet.
En de Nederlands-Vlaamse fotograaf Jef Pattyn legde in Puerto López in Ecuador vast hoe vissers hun vangst aan wal brachten.
Forum Groningen organiseert bij deze expositie ook eigen landelijke natuurfotowedstrijd, geïnspireerd op de Wildlife Photographer of the Year competitie. Tot en met 8 september kunnen professionele en amateurfotografen van alle leeftijden een foto inzenden, via forum.nl/fotowedstrijd. De beste zullen in Forum Groningen geëxposeerd worden.
Met het kaartje voor de Wildlife Photographer-expo kan je ook de andere expositie in Forum bezoeken, America & Trump by Andres Serrano, met foto’s en een curieuze collectie Trump-objecten, zoals zijn gesigneerde goudkleurige ‘Never surrender’- sneakers.
Expositie Wildlife Photographer of the Year, Forum Groningen, t/m 3 nov. Inl. forum.nl
En jawel hoor, hij flikte het. Op dag vijf van de Tour, in een etappe die finishte op een bedrijventerrein in het stadje Saint-Vulbas ten oosten van Lyon, pakte sprinter Mark Cavendish het record waar hij al jaren op jaagt: zijn 35ste etappezege in de Tour de France. Behendig werkte hij zich in de kop van het peloton door een paar openingen in de kop naar voren en klopte de zijn concurrenten met bijna een fietslengte verschil.
‘Cav’ is nu de renner met de meeste Touretappes ooit op zijn naam – één meer dan Eddy Merckx, door velen gezien als de beste wielrenner aller tijden. De andere coureurs, inclusief zijn directe concurrenten in de sprint, waren zich bewust van het historische moment: ze feliciteerden Cavendish na de finish uitbundig.
Tijdens de persconferentie na afloop kon Cavendish (39) zijn emoties moeilijk in bedwang houden. Met horten en stoten vertelde hij hoe de laatste kilometers van de sprint had afgelegd. „Rustig blijven en vertrouwen op mijn ploeggenoten. Meer kon ik niet doen.” Stilte. „Dit was van mijn sportpsychologie-praatje. Niet heel eloquent verwoord.”
In de versukkeling
De weg naar het record was lang en moeilijk voor Cavendish – sinds enkele weken ‘Sir Mark’. Zijn eerste etappeoverwinning in de Tour behaalde hij in 2008, toen de massasprints gedomineerd werden door een generatie renners die inmiddels al jaren met pensioen is: Oscar Freire, André Greipel, Robbie McEwan. Na jaren van totale dominantie raakte Cavendish halverwege vorig decennium in de versukkeling – naar later bleek door een hevige depressie. Hij kwam terug en won in 2021 na vijf jaar droogte weer vier Touretappes.
Vorig jaar strandde Cavendish’ jacht op het record van Merckx toen hij ten val kwam en moest opgeven. Daarop besloot hij zijn al aangekondigde pensioen nog één jaar uit te stellen, maar ook in deze Tour leek het er al snel op alsof hij voortijdig zou sneuvelen: in de eerste etappe voelde hij zich door de hitte zo beroerd dat hij op de fiets overgaf en door teamgenoten binnen de tijdslimiet naar de finish moest worden geloodst.
Lees ook
Wanneer is het genoeg voor Sir Mark Cavendish?
Bij de teambus van Cavendish’ ploeg Astana, geparkeerd langs een korenveld langs de rand van Saint-Vulbas, slaan de stafleden elkaar na de zege brullend op de schouders. De Griekse wielercoach Vasilis Anastopoulos, die een sleutelrol speelde bij Cavendish’ comeback na zijn depressie, is in tranen. „We hebben zoveel tegenslagen gehad”, zegt hij. „We hebben drie maanden doorgebracht in Griekenland. Iedere dag getraind. Vorige week hadden we nog een paar goede sessies en was ik optimistisch. En toen kwam die zonnesteek.”
Gezin op bezoek
Even later zit Nederlander Cees Bol, de belangrijkste helper van Cavendish in de sprinttrein, tevreden op de motorkap van een auto. De spanning in de ploeg nam de afgelopen dagen toe, vertelt hij, na Cavendish’ horrordag in de eerste etappe én een gemiste kans bij de sprintrit naar Turijn op maandag. „Je merkte een voorkeur om pas echt over de sprint te praten op de ochtend van de etappe”, zegt hij. „Geweldig dat het vandaag is gelukt.”
Cavendish heeft zijn recordzege goed getimed: afgelopen dinsdag arriveerden zijn vrouw en vijf kinderen vanuit Engeland in de Tourkaravaan. „Ik ben dit jaar drie weken thuis geweest denk ik”, zei hij na de finish.
Soms voelt bedrijfsleider Lia Klick (59) zich de „psycholoog van de buurt”. Vaste klanten (zo’n 80 procent van het totaal) van het tankstation van Autoradam in Amsterdam vertellen haar alles. Vooral de ouderen. Die willen bij haar kwijt dat hun hondje ziek is, of dat de kleinkinderen niet zijn langsgekomen. „Een tankstation is een soort buurthuis”, zegt ze.
Voor ouderen is een bezoek aan het tankstation een dagelijks riedeltje. „Tanken, koffie halen, misschien stofzuigen van de auto”, zegt Klick. Met een stanleymes in de hand staat ze naast een kar met gestapelde kartonnen dozen. Een nieuwe voorraad schoonmaakdoekjes en auto-startkabels om uit te pakken. Sommige oudere klanten ziet ze een paar keer per week tanken voor 5 euro. „Ik vraag dan waarom ze er gister niet wat meer in hebben gegooid. Dit is voor mij een uitje, zeggen ze dan. Zo kom ik nog buiten.”
Overnames
Klick hoopt dat de economen van ING ongelijk hebben. Zij verwachten dat de komende vijf tot tien jaar het aantal tankstations in Nederland zal halveren. Momenteel telt Nederland er in totaal zo’n vierduizend. Die hebben allemaal te maken met stijgende lonen en andere kosten. Vanaf 2030 mogen ze geen tabak meer verkopen. Maar de belangrijkste reden, zegt ING sectoreconoom trade en retail Dirk Mulder, is de verplichte transitie van diesel- en benzineauto’s naar elektrische auto’s.
Vanaf 2035 mogen in de EU alleen nog auto’s worden verkocht die geen CO2 uitstoten. „De gemiddelde levensduur van een auto is 19 jaar”, zegt Mulder. „Diesel en benzine auto’s die voor 2035 nog gekocht worden, kunnen nog tot ongeveer 2053 rijden. Gedurende die tijd wordt de afzet aanzienlijk minder. De komende jaren kunnen pomphouders dit gaan merken.”
Ze klagen dat ze maar korte afstanden kunnen afleggen en dan alweer moeten opladen
Tegelijkertijd verwacht de ING de komende jaren veel overnames in de sector omdat pompstations moeite zullen hebben om overeind te blijven. „Een grote keten die twintig pompen overneemt, zal er daarvan misschien wel vijf sluiten die minder opbrengsten genereren.”
Vooral onbemande tankstations zullen hieronder lijden, verwacht Mulder. Die kunnen hun bedrijfsactiviteiten doorgaans niet uitbreiden, omdat ze daar de ruimte en capaciteit niet voor hebben. „Tankstations die wel personeel hebben, kijken nu al hoe ze hun inkomsten minder afhankelijk kunnen maken van de verkoop van brandstof. Ze zetten er vaak al elektrische laadpalen of een wasservice bij.”
Weinig enthousiasme
En daarom maakt Klick zich nog geen zorgen over Autoradam, een kleine keten met een paar vestigingen in Almere en de buurt van Amsterdam. Het bedrijfsmodel is gericht op veel meer dan alleen benzine en diesel verkopen. Bij het Amsterdamse filiaal op een bedrijventerrein in de buurt van het Westerpark kun je onder meer tanken, je auto én kleren wassen, stofzuigen en een auto huren. Sigaretten verkopen ze ook veel. Binnenkort vers belegde broodjes.
Dagelijks komen er gemiddeld zo’n 450 klanten, zegt Klick. En deze woensdag nog meer, want het is „tankdag”. Iedere woensdag kunnen mensen dan met korting komen tanken. De laatste maanden gooien klanten hun tank weer helemaal vol. Dat was anders toen de brandstofprijzen door de oorlog in Oekraïne zo hoog waren. Mensen waren zuinig: ze vulden hun tank misschien voor een derde.
Binnenkort worden de oude diesel- en benzinepompen bij het filiaal vervangen voor nieuwe. Laadpalen staan er niet. Tot nu toe hoort Klick van haar klanten weinig enthousiasme voor elektrische auto’s. Veel taxichauffeurs die sinds kort elektrisch rijden komen nog steeds bij Autoradam voor koffie of om hun auto schoon te maken. „Ze klagen dat ze maar korte afstanden kunnen afleggen en dan alweer moeten opladen.”
Een paar kilometer verderop, in een woonwijk aan de andere kant van het park, staat de 55-jarige Muhammed Elissawi zijn zaak Scooter World „op te knappen”. In zijn garage repareert hij scooters, voert hij taxaties uit en houdt hij zich bezig met de in- en verkoop van losse onderdelen. Vlak voor de garage staat een onbemande benzinepomp. Die verhuurt hij aan tankstationketen TinQ. Een deel van de opbrengst van de verkochte benzine en diesel is voor hem.
Het voordeel van zo’n onbemande pomp, zegt Elissawi, is dat je geen gedoe hebt met klanten óf met personeel. Hij runt zijn garage als een eenmanszaak. Voorlopig maakt hij zich geen zorgen over zijn brandstofverkoop. „Ik heb veel klanten, omdat mijn prijzen laag zijn.” Ongeveer de helft van zijn omzet komt nu van de pomp, de andere helft van de scooterwerkzaamheden. Elissawi denkt dat de branche over ongeveer tien jaar wel gaat merken dat er meer elektrisch gereden wordt. „Nu hoor ik dat mensen nog twijfelen om over te stappen, maar op een gegeven moment moet het wel.”
Pringles
Sectoreconoom Mulder verwacht dat kleinere pompen die midden in een wijk staan, zoals die van Elissawi, misschien een grotere kans hebben om langer door te blijven gaan. „Tankstations in buitengebieden waar minder verkeer langskomt, zullen een grotere daling in het aantal bezoekers zien dan pompen in de grote stad.”
Pomphouders in de grensgebieden bij Duitsland en België zullen mogelijk het hardst geraakt worden. Die hebben het nu ook al zwaarder, zegt Mulder. Veel klanten rijden door naar het buitenland, omdat het daar goedkoper is. Naast de transitie naar elektrische auto’s, zal ook het tabaksverbod hen raken. „In deze gebieden zullen er nog sneller meer pompen gaan sluiten.”
Elissawi mist momenteel vooral de grote aantallen toeristen die voorheen in zijn buurt een appartement huurden via Airbnb. Sinds een paar jaar moeten Amsterdamse woningbezitters een vergunning hebben om hun woning via het platform te verhuren. „Voor die tijd verhuurde ik ook fietsen. Vaak wel tien per dag. Klanten kochten voordat ze op de fiets stapten vaak ook snoep, drankjes, chips of chocola.”
Nu er minder toeristen zijn focust hij zich vooral op het werk rondom de scooters. Naast een lange rij jerrycans met benzine staan nog een paar bussen Pringles. „Die eet ik zelf.”