Nederland begint 2025 met de beste overheidsfinanciën in tijden, zou je kunnen denken. De staatsschuld was in de eerste drie kwartalen van 2024 op haar laagste punt in vijftig jaar, berekende het Centraal Bureau voor de Statistiek deze week. Daarnaast had de overheid over de eerste negen maanden van 2024 een veel kleiner begrotingstekort dan vooraf ingeschat.
Dat lijken fijne uitgangspunten voor een minder turbulente kabinetsperiode. Eind vorig jaar sloot de coalitie haastige en rommelige deals met de oppositie over de onderwijsbezuinigingen en de btw-verhoging. Voor het terugdraaien van de btw-verhoging moeten de Tweede Kamer en het kabinet nog geld vinden. Om de onderwijsbegroting te redden, werd onbedoeld op verpleegkundigen bezuinigd.
Toch is de kans op ruzie over geld groot. In Den Haag klinken alarmerende geluiden over begrotingsdilemma’s. Het is maar de vraag of de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB het eens wordt over de Voorjaarsnota. Dat is een update van de bij Prinsjesdag gepresenteerde begroting over 2025, maar vooral de belangrijkste voorzet voor de begroting van 2026 en de jaren erna.
De pijn zit op meerdere plekken, en heeft te maken met tegenvallers, niet behaalde doelen en onrealistische plannen. En hoewel een lage staatsschuld positief klinkt, veroorzaakt ook die spanning in de coalitie. NSC maakt er al langer een punt van dat het verwachte begrotingstekort te somber wordt ingeschat door het Centraal Planbureau. Daardoor is bij het opstellen van de begroting onnodig weinig geld te verdelen, vindt NSC.
Om aan de zorgen van NSC over de ramingen tegemoet te komen, laat het ministerie van Financiën een groep experts onderzoek uitvoeren naar de ramingen en hoe die beter kunnen. Minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) waarschuwde dat voorkomen moet worden dat „onbewust wantrouwen” wordt gevoed over de ramingen. „Die staan hoog aangeschreven, ook internationaal.”
Kapotbezuinigen
Maar juist dat wantrouwen speelt op, ook in de coalitie. BBB ging maandag met het oog op de Voorjaarsnota een stap verder dan NSC. De partij suggereert de prognoses geheel terzijde te leggen. Tweede Kamerlid Henk Vermeer zei in het radioprogramma Sven op 1 niet te accepteren „dat Nederland kapotbezuinigd wordt via boekhoudkundige regels”. Over de prognoses van het CPB zei hij: „Uiteindelijk neemt het kabinet een besluit. Het kabinet moet het politieke lef hebben om besluiten te nemen waarvan het vindt dat die realistisch zijn.”
De uitspraken van Vermeer klinken als een wens terug te komen op afspraken over het begrotingstekort in het hoofdlijnenakkoord. Daarin staat dat als het tekort in de ramingen boven de 3 procent komt, het kabinet aanvullende bezuinigingen doorvoert. Daarmee zijn de woorden van het BBB-Kamerlid een recept voor gedoe dit voorjaar.
Uit eerdere berekeningen bleek al: er is weinig ruimte in 2026. Eind februari volgt een update van die berekening.
De PVV geeft over het algemeen weinig om begrotingsdiscipline. BBB en NSC vinden de VVD wél recht tegenover zich. De VVD, inclusief minister Heinen, pleit al langer voor strikt financieel beleid. Ook omdat Heinen een strenge minister van Financiën wil zijn en de overheidsfinanciën op orde wil brengen. De staatsschuld staat eind 2024 – uitgedrukt als percentage van de omvang van de Nederlandse economie – op 42,2 procent. Op de lange termijn loopt de staatsschuld echter snel op, tot 70 procent in 2038. Dat is ver boven de Brusselse norm van 60 procent.
Btw-verhoging
Heinen zal ook streng moeten zijn, omdat de Voorjaarsnota los van de kritiek op de prognoses een ingewikkelde puzzel is. De rommelige afsluiting van 2024 maakt dat het kabinet voor een aantal moeilijke keuzes staat. Waar gaat het kabinet geld vinden om de voorgenomen btw-verhoging op media, cultuur, sport en boeken terug te draaien? Ook ligt opnieuw op tafel of het budget voor ontwikkelingshulp gekoppeld moet worden aan de ontwikkeling van de economie. Op dit moment is het budget niet gekoppeld, daar is NSC niet blij mee.
Daarnaast heeft het kabinet te maken met tegenvallers. De vernieuwing van de vermogensbelasting is verder uitgesteld. Dat brengt extra kosten met zich mee. Ook heeft een deel van de arbeidsongeschikten een te lage uitkering ontvangen, bleek afgelopen jaar. Dat moet opgelost worden en kost geld.
Bovendien is gebleken dat de klimaatdoelen voor 2030 hoogstwaarschijnlijk niet gehaald zullen worden. Om die wel te halen – en dat is volgens het hoofdlijnenakkoord het voornemen – zullen aanvullende maatregelen genomen moeten worden. Ook daar zit een prijskaartje aan.
Op een aantal gebieden heeft het kabinet zich rijk gerekend. Hoe realistisch is bijvoorbeeld de sterke daling van het budget voor asiel? Daar wordt in 2027 een flinke hap uitgenomen, gebaseerd op de veronderstelling dat de asielaanvragen sterk dalen.
De onderhandelingen voor de Voorjaarsnota zouden zo ingewikkeld kunnen worden, dat het kabinet erover valt, werd voor de kerstvakantie al gesuggereerd. Een kabinetsval over geldzaken zou de VVD niet slecht uitkomen. De kiezer vertrouwt de VVD over het algemeen met geld, blijkt uit onderzoeken.