Het jarige Schiedam heeft géén postzegel, maar wel net als Amsterdam een maandenlang feest

De pakhuizen langs de gracht schitteren in de winterzon, een paar Portugese toeristen maken selfies met de oude zeilschepen en op de ophaalbruggetjes. Proberen de lokale drank, kibbeling en haring van een stalletje op de markt. Bij de VVV vertelt een vrijwilliger dat de naast gelegen kerk het oudste gebouw van de stad is.

750 jaar bestaat deze stad, wat groots gevierd gaat worden. Met onder meer lichtprojecties op iconische gebouwen, veel kunst en muziek en een ‘bakspektakel’. Zeven maanden lang feest, omdat „dit echt een moment in ons bestaan is”, zegt wethouder Anouschka Biekman (Toerisme, D66).

En nee, dit is niét Amsterdam. De hoofdstad viert sinds oktober dat het komende oktober 750 jaar geleden is dat zij tolrechten kreeg, Schiedam viert stádsrechten. Op 18 maart 1275 verleende gravin Aleida van Henegouwen, regentes van Floris V, de strategisch aan de Schie gelegen plaats het recht een stadsmuur te bouwen en een markt te houden.

Je markeert een punt in het verleden en gebruikt dat om je huidige identiteit te versterken

Lotte Jensen
hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis

Veel meer steden vierden de afgelopen paar jaar hun geboorte: Utrecht werd 900, Dordrecht 800, Ommen 775, Vlaardingen en Gouda ook 750 jaar.

Lotte Jensen, hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit, onderzocht hoe rampen, meest recentelijk de Watersnoodramp van 1825, worden herdacht. De herdenkingen zeggen niet alleen iets over het verleden, zegt zij, maar ook over het heden en de toekomst.


Lees ook

Dat we de ramp uit 1825 ineens herdenken, zegt veel over onze huidige klimaatzorgen

Kunstenaar Rob Sweere maakte voor de expositie Kerstvloed 1717 een kunstwerk met de naam 'Exploded view'

Identiteit

Vieringen, zoals 3 oktober in Leiden, 1 april in Brielle of een verjaardagsfeest, doen hetzelfde, zegt Jensen: „Je markeert een punt in het verleden en gebruikt dat om je huidige identiteit te versterken.” Ze vergelijkt het met de feesten na de Vrede van Münster in 1648 die het einde van de Tachtigjarige Oorlog betekende, en die „een natievormende inslag” hadden: „Je voelt je verbonden met een gemeenschap.” En daarbij laten „vieringen zien dat je over het lijden heen bent gekomen, dat je veerkrachtig bent”, zegt ze.

„We vieren om te verbinden en te ontmoeten”, zegt de Schiedamse wethouder Biekman. Stadspromotie noemt ze bijvangst: „Hoewel het altijd leuk is als de rest van het land naar Schiedam komt, is het programma bedoeld voor en door Schiedammers.” Het doel is „om weer in contact met elkaar te komen. De individualisering zie je ook in Schiedam, polarisering is merkbaar. Dit is geen feestje om het feestje. We hopen dat de contacten bestendigen”, zegt de wethouder.

De Hoogstraat zal tijdens de viering van 750 jaar Schiedam worden versierd. Het Schiedamse stadhuis met de Liduina-kerk.

Foto’s Walter Herfst

„We hebben aan inwoners gevraagd: wanneer is het feest geslaagd? Het antwoord was: als iedere Schiedammer zegt ‘ik was erbij, ik heb iets beleefd of gezien’”, zegt Anke Bodewes, voorzitter van de Stichting Schiedam viert 750. Bij de vorige viering, in 1975, zat Schiedam volgens haar in „een dip”: de scheepsbouw en jeneversector waren in verval geraakt. „Inmiddels is er een revival: er worden hier gin en limoncello geproduceerd, en de offshore scheepsbouw is in transitie. Daar mogen we echt trots op zijn.”

Bescheidenheid

Op de vrijdagse markt weten Schiedammers nog weinig van de naderende festiviteiten. Her en der zijn wat posters te zien in ramen, of de speciaal ontworpen vlag. Bodewes zegt: „Dat komt wel, we hebben nog een maand.” Inmiddels heeft ze ruim 180 aanvragen beoordeeld van inwoners die iets willen organiseren.

Wij zijn wat bescheidener. Dat past ons wel, zij zijn de hoofdstad. Wij pretenderen niets, als je geen kapsones hebt, kan je hier prima wonen

Anke Bodewes
voorzitter van de Stichting Schiedam viert 750

Ze komt oorspronkelijk uit Amsterdam, dat een postzegel kreeg ter gelegenheid van de verjaardag en een vierdelig televisieprogramma op NPO1. Bodewes opende in de jaren tachtig een makelaarskantoor in Schiedam. Ze zegt: „Wij zijn wat bescheidener. Dat past ons wel, zij zijn de hoofdstad. Wij pretenderen niets, als je geen kapsones hebt, kan je hier prima wonen.”

In het kleine winkeltje van de Historische Vereniging – „twee middagen open, maar je kan altijd aanbellen” – weten ze natuurlijk wel dat Schiedam 750 jaar oud is. Binnen is een kleine tijdelijke expositie van ansichtkaarten en staat permanent een grote maquette tentoon, gemaakt in de jaren zestig, toen er een plan lag om dwars door de historische binnenstad een metro te trekken. Daarboven hangt een kopie van een oude kaart.

Het Stedelijk Museum in Schiedam.
Foto Walter Herfst

Aan het stratenpatroon is nauwelijks wat veranderd, vertelt vrijwilliger Leo van den Bogaerdt. Is hij trots op Schiedam? Het valt stil. Wat maakt Schiedam Schiedam, wie is de Schiedammer? Aarzeling.

Ria de Zeeuw, ook vrijwilliger, zegt: „Ik had een mooie leus ingediend voor 750 jaar: ‘Ik wil niet opscheppen, maar ik kom uit Schiedam.’” Ze zegt: „Dat past wel bij je vraag.” En: „Het is hem niet geworden.” Wat de slogan is geworden? „Niets”, zegt ze.

Later blijkt dat er wel een slogan is, maar dat die zeker nog niet bij iedereen bekend is: „Schiedam viert de toekomst.”

Een echtpaar dat binnenkomt om de vereniging boeken uit een erfenis te schenken, noemt Schiedammers nuchter. Een man die een boek komt kopen, zegt: „Dat het zo moeilijk is om zelfs dat uit ons te krijgen, laat wel zien dat we niet zo borstklopperig zijn.”

Kunstenares Yvon Koopman weet ook dat Schiedam haar verjaardag viert. Ook zij zegt dat Schiedammers „niet zo uitbundig zijn”. Ze regelde dat de veertien meter lange Walvis van kunstenaar Joep van Lieshout in een park zal komen te staan. Deze ochtend gaat ze langs winkeliers om hen feestelijke versiering voor hun etalage te laten kiezen. Ze laat de voorbeelden zien: „Tot nu toen doen ze bijna allemaal mee.”

De zes Schiedamse molens werden vroeger ingezet om graan te malen voor de jeneverindustrie.
Foto Walter Herfst