Het is tijd voor een revolutie in de rechtspraak

De rechtspraak loopt vast, en is in z’n huidige vorm onbegrijpelijk voor veel burgers. Een operatie ‘ontlasting rechtspraak’ lijkt onontkoombaar.


Illustratie Ming Ong

Ik werd tamelijk moedeloos van wat elf rechters in twaalf arrondissementen onlangs vertelden over hun werk. Vooral omdat bijna alle verhalen over de rechtspraak van het afgelopen decennium steeds hetzelfde lieten zien. Een benarde organisatie bemand door gedreven juristen met een diep besef van hun verantwoordelijkheid. Maar óók in constant gevecht met de organisatie, de politiek en de eisen van de snel veranderende samenleving. En met zichzelf. De oorzaak lijkt de uitdijende en complexere hoeveelheid wetten en regels, met almaar taaiere rechtszaken tot gevolg, plus een eeuwig capaciteitstekort.

De reorganisaties van de afgelopen decennia spelen ook een rol, die steeds omstreden bleven. De Raad voor de Rechtspraak, waarmee de rechters zichzelf besturen, bestaat twintig jaar, maar het draagvlak is intern nog altijd gering. De afschaling van negentien gerechten naar, uiteindelijk elf stuks (en van vijf hoven naar vier) was een politiek ‘moetje’. Opgedrongen vanuit dezelfde managementfilosofie die tot een Nationale Politie leidde. Rechters, officieren en hun medewerkers voelen zich overwerkt, verwaarloosd en ervaren groeiende werkdruk. Inmiddels is er een heus actiecomité dat een actieweek voorbereidt. De matige doorlooptijden van de rechtszaken verbeteren niet of te weinig. De overheid hapert op meer terreinen; van de Toeslagenaffaire kreeg de rechter een stevige tik mee. Tel daar de gerechtelijke organisatie bij op, die meestal teleurstelt als er gedigitaliseerd of veranderd moet worden. En het beeld is stagnatie.

Is de rechtspraak bezig maatschappelijke relevantie te verliezen? Is ze te lang bezig met te weinig zaken die te veel personeel en budget kosten? Terwijl intussen de planken zich vullen met honderdduizenden zaken die ‘ook nog’ wachten? Soms vrees ik het. Wordt het niet eens tijd voor een ‘voorjaarsschoonmaak’, annex Operatie Ontlasting Rechtspraak, vraag ik me af.

Dit wordt dus een oefening in speculeren. Ik zou beginnen met inventariseren waar de rechter precies mee bezig is. Van de 1,2 tot 1,4 miljoen uitspraken die rechters jaarlijks doen en die steevast als wapenfeit worden gepresenteerd, blijkt maar 400.000 een juridische inhoud te hebben, zo vond ik voor deze rubriek eerder uit. De rest is procedure, voortgang, afdoening buiten zitting, controle, toezicht, uitstel, termijnoverschrijding, afwijzing wegens wanbetalen, et cetera. Het is noodzakelijk routinewerk, al administratief voorbereid, met de rechter die ‘aftekent’ in een wettelijke controlerol. En ja, procedurele rechtvaardigheid is essentieel. Maar toch. Het is kostbare tijd, zo’n rechter die een middagje uitspraken tekent, met de termijnkalender of de rekenmachine ernaast. Moet dat wel? En als het moet, moet het dan zo?

Op hol geslagen

Dan de zaakstromen zelf. Wat is er in de afgelopen decennia naar binnen geduwd bij de rechter? Was het echt de bedoeling dat bewindvoering en curatele de grootste hoeveelheid werk zou opleveren? Dat een deel van de bestuursrechters bezig is met het louter vaststellen van de waarde van huizen en auto’s, als gevolg van op hol geslagen fiscale bezwaarprocedures? En met het opleggen van eindeloze hoeveelheden dwangsommen aan falende overheden wegens ‘niet tijdig beslissen’, die daarna nog steeds niet tijdig gaan beslissen? Of met het opleggen van jeugdmaatregelen, die de overheid vervolgens niet kan uitvoeren? Hoeveel processen spannen de vele no-cure-no-pay-bezwaarbureautjes aan, die van het formele recht een verdienmodel maakten, en een loopgravenoorlog voeren over proceskosten? Her en der zijn er perverse prikkels in de wetgeving, waar het parlement geen weet van heeft. Ook omdat de rechters het niet problematiseren en de hogere rechters er geen rem op wensen te zetten.

Ontketen een revolutie. Neem een voorsprong!

Er zijn meer zaakstromen waar vraagtekens bij passen. Aan rechtsbescherming hangt een prijskaartje, maar wie durft daarover te debatteren? En dus te prioriteren? Wil de burger meer milieustrafzaken of meer leerplichtzaken? Meer grote drugszaken of meer ruimte om tegen de snelheidscamera te protesteren? De enigen die deze gevolgen kunnen identificeren, zijn de rechters zelf. ‘De politiek’ kijkt de andere kant op of speelt mooi weer bij elk nieuw actueel ongewenst fenomeen dat strafbaar moet worden. De rechtspraak lijkt soms een politieke jukebox waar ieder gewenst liedje na inworp van een euro uit moet komen.

De juiste mensen

En dan dit: heeft de rechtspraak wel de juiste mensen in huis en kunnen die doelmatig werken? Rechtbanken functioneren dankzij het ondersteunend personeel, dat matige carrièrekansen heeft in een organisatie die is gesplitst tussen de rechters en de rest. Als de arbeidsmarkt krap is en zich elders perspectieven aandienen, lopen die vlot weg, wat nu dus het geval is. Verbeter hun salarissen, creëer intern loopbaankansen, delegeer juridisch werk. Huur meer stafjuristen in. De bestuursrechters bij de Raad van State functioneren al decennia in zo’n model.

Voer een talenten- of traineeprogramma in, met kortlopende contracten waarmee geïnteresseerde jonge juristen met meer diverse achtergronden, kunnen ontdekken of de rechtspraak iets te bieden heeft. De rest van de wereld doet dat allang. Geef hen verantwoordelijk werk, begeleid door echte rechters. Vereenvoudig de selectie én opleiding voor juristen die als rechter in opleiding worden geworven. Dat iedere rechter generiek inzetbaar moet zijn, is achterhaald. Sta dus rekruteren voor een specialisme toe – en accepteer dat niet iedereen overplaatsbaar is. Experimenteer met aanstellingen van vijf of tien jaar voordat de aanstelling ‘voor het leven’ volgt. Dat dit tot calculerend of dienstbaar gedrag zou leiden, is een zelf aangepraat spookbeeld. Het verbetert wél de selectiviteit. En het maakt het huidige beoordelingssysteem, met een Chinese muur tussen opleiders en beoordelaars minder complex. En minder bloedstollend voor wie niet overal plusjes scoort.

Sta de zittende rechters óók meer specialisatie toe – schaf het verplichte rouleren voor iedereen af. De Rechter Die Alles Kan, das war einmal. Tegen de specialisatietrend in de maatschappij valt niet op te boksen. Niets zo ondermijnend als procespartijen die vaststellen dat de rechter een lager kennisniveau heeft. Dat gaat ten koste van gezag en aanzien, het enige wat de rechtspraak heeft.

Begin een lab, een proeftuin voor rechtsbescherming in nieuwe vormen. Waar de ruim 2 miljoen functionele analfabeten in dit land mee uit de voeten kunnen. Idem voor de talloze anderstaligen, voor jonge mensen, voor de digitale generatie die schermen beter snapt dan ‘stukken’ en gewend is aan ‘real time’. Doe dat buiten de rechtspraak. Formuleer zo een antwoord op de matige toegang tot het recht, dat nu écht bereik verliest. Met al die imponerende, zwaar beveiligde gebouwen, moeilijke procedures, ingewikkelde taal, lange wachttijden met formele togamensen op podia. Ontketen een revolutie. Doe nieuwe dingen. Neem een voorsprong!