Er heerst onrust onder de voedselbanken: ze krijgen te weinig voedsel binnen. Afgelopen jaren deed zich al een daling van het aanbod voor van 5 tot 10 procent, maar dit jaar is de afname 20 procent. Voedselbanken Nederland, de koepelorganisatie voor voedselbanken, ziet een daling in de toevoer van „essentiële producten”, aldus een verklaring. „Hierdoor ontstaat een tekort aan gezonde levensmiddelen, in een tijd waar bestaanszekerheid het gesprek van de dag is.”
Oorzaak is de strijd die met name supermarkten en fabrikanten leveren tegen voedselverspilling. Die werpt z’n vruchten af. Bestuurslid Paul van Berkel, verantwoordelijk voor de voedselverwerving bij de voedselbanken: „Wij zijn blij dat we in Nederland minder voedsel verspillen. Maar dat gebruikten wij altijd voor armoedebestrijding.”
Vorig jaar kwam 1,38 procent van het voedsel in de supermarkten niet bij consumenten terecht, een afname van bijna 14 procent ten opzichte van 2020, bleek onlangs uit een rapport, op basis van zelfrapportage, van Wageningen University & Research in opdracht van de stichting Samen Tegen Voedselverspilling. Daardoor krijgen voedselbanken minder aangeboden. Ze luiden nu de noodklok over het „onbedoelde neveneffect”. Van Berkel: „Dat er minder voedsel wordt verspild, is goed voor de planeet, maar minder goed voor ons.”
Vanwaar deze plotselinge daling?
„Supermarkten en fabrikanten plannen steeds beter. Daardoor blijven er minder producten over. En producten die overblijven worden steeds vaker afgeprijsd en alsnog verkocht .”
En u kampt nu met een tekort?
„We hebben zoals elk jaar op dit moment nog genoeg voedsel, vooral door de voorraden en reststromen van Sinterklaas en Kerst. Maar voor de maanden februari en maart voorzien we een tekort. Er zijn dan nog geen verse producten van het land waarvan er altijd wel overblijven, zoals te kleine bloemkolen of te grote broccoli’s. Ook in de herfst voorzien we tekorten, door de verminderde aanvoer van houdbare producten.”
Dat gaan de klanten merken?
„Zeker. We helpen wekelijks 105.000 mensen, de meesten hoeven gelukkig alleen tijdelijk een beroep ons te doen. Per jaar hebben we 200.000 klanten, van 40.000 tot 43.000 gezinnen. Die krijgen minder voedsel.”
De doos met voedsel is minder vol?
„Nou ja, doos… Wij zijn ooit begonnen met een tas met eten. Dat is logistiek gemakkelijk. Inmiddels bieden we op veel plaatsen een supermarktconcept aan, zodat mensen zelf kunnen kiezen. Dat is respectvoller, en voorkomt verspilling, want mensen kiezen alleen wat ze echt missen. Maar inderdaad, minder om mee te nemen.”
Wat nu?
„Wij roepen iedereen op ons te blijven helpen. Er zijn al fabrikanten die een deel van hun productie aan ons geven. Ook sommige supermarkten doen dat. En consumenten kunnen helpen, door voedsel te kopen dat bij ons terechtkomt. Of ze kunnen doneren.”
Wat doet u met die donaties?
„Daar kopen wij meestal voedsel van, bij supermarkten, groothandels en fabrikanten. Daarbij streven we vooral naar gezonde producten, twee derde moet bij voorkeur in de Schijf van Vijf staan. Er blijft niets aan de strijkstok hangen. Wij werken met vrijwilligers. Wij zijn de enige bank die de eigen ondergang nastreeft.”
Wat merkt u van de armoede?
„We hebben wekelijks 105.000 klanten en dat zijn er minder dan vorig jaar. Toen steeg het aantal klanten tussen augustus en december ineens met 35 procent tot 115.000, vooral door de inflatie en hoge energieprijzen. Maar in 2020 hadden we per week 90.000 klanten en in 2021 85.000. Dus het aantal klanten nu is nog altijd hoger dan in de meeste voorgaande jaren.”
Lees ook
Kleine uitgiftepunten van de voedselbank zijn passé, zegt de directeur. ‘Supermarkten zijn beter, vooral voor de cliënten’
Leeslijst