N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Film
In de roadmovie-met-beperking groeien een gehandicapte en zijn begeleider onderweg naar elkaar toe. In ‘Presque’ is de hoofdrolspeler daadwerkelijk spastisch. Dat helpt anno 2023.
Bij het vijfjarige bestaan van NRC’s filmbijlage in 2016 hielden wij een peiling onder de lezers: wat vonden zij de beste film van de laatste vijf jaar? Het werd het Franse Intouchables uit 2011, over de vanaf zijn nek verlamde rolstoelmiljardair Philippe (François Cluzet) die zijn levensvreugde hervindt door een ruwe vriendschap met zijn Senegalese verzorger Driss (Omar Sy), zijn ‘beschermduivel’. Een hartverwarmende buddy movie. Maar de beste?
Critici, voor wie film kijken werk is, vergeten nog wel eens waarom mensen naar de bioscoop gaan. Niet per se voor een hoogst educatieve, originele of esthetische ervaring, maar om zich te verbazen, op te winden, goed te voelen. Film is een emotiemachine. En al vond Intouchables het genre niet uit, het is een perfecte uitvoering van een feelgood-formule over de gehandicapte en zijn begeleider. De gehandicapte overstijgt in zo’n film tijdelijk zijn beperkingen, de vastgedraaide begeleider zijn hang-ups. Zijn werk wordt zijn vriend, door zorg wordt hij een beter mens. Het helpt als ze samen op reis gaan: in avonturen en vluchtige contacten onderweg vormt zich het ‘odd couple’.
Een voorbeeld in het genre van ‘roadmovie met beperking’ is de Vlaamse kaskraker Hasta la Vista! – in Nederland dunnetjes overgedaan als Adios Amigos: drie gehandicapte jongeren rijden onder het mom van een wijntour naar een speciaal Spaans bordeel om hun maagdelijkheid te verliezen. Of The Peanut Butter Falcon (2018), waarin Zack, een jongeman met het Downsyndroom, om worstelaar te worden de rivier opvaart met de semicriminele garnalenvisser Shia LaBeouf. Of The Fundamentals of Caring (2016), over een geblokkeerde schrijver die zichzelf hervindt via een roadtrip lang triviale Amerikaanse attracties met de sardonische, seksueel gefrustreerde Trevor, die aan een spierziekte leidt. Maar de klassieker in het genre is Rain Man, waarin het egoïstische ettertje Tom Cruise zijn zwaar autistische broer Dustin Hoffman uit een inrichting ontvoert en dankzij hem een beter mens wordt.
Lijkwagen naar Marseilles
Momenteel zijn er twee in de bioscoop te zien. Presque, deze week in roulatie, sprokkelde publieksprijzen bijeen op filmfestivals; daarover straks meer. Rose, een andere publiekslieveling, draait al wat langer. Daarin gaat de schizofrene Rose met haar Deense zus en zwager op busvakantie naar Parijs, waar ze als meisje een grote liefde beleefde. Onderweg verbaast ze haar reisgenoten soms met haar Franse savoir vivre. Een ietwat bedacht script met bordkartonnen personages.
Presque, deze week in de bioscoop, stoeit lichtvoetig met de conventies van het genre zonder zichzelf erg serieus te nemen. In het Zwitsere Lausanne kruist het pad van begrafenisondernemer Louis (Bernard Campan) letterlijk dat van de spastische Igor (Alexandre Jollien), fietskoerier in biologische groenten – Louis rijdt hem van de weg met zijn lijkwagen. Igor, gekoeioneerd door een overbezorgde moeder, ziet direct een vriend in hem en verstopt zich in de lijkwagen als Louis – naar later blijkt om zeer persoonlijke reden – een lichaam wil afleveren in Marseilles.
Zoals het hoort, begint de vriendschap met ongemak: Louis wil Igor dumpen bij een wegrestaurant, maar geeft hem toch maar een lift naar Montpellier, waarna Igor direct een lifter uitnodigt. De extraverte Igor blijkt een connaisseur van klassieke filosofie die iedereen inpakt met passende citaten van Plato, Epictetus en Boëthius. Hij is vastbesloten zijn spraakprobleem en motorische beperking te compenseren met kennis, esprit en een zonnige levenshouding. De afhoudende oester Louis breekt hij met het grootste gemak open, al gaat hij wat ver als hij diens lijkwagen met lijk en al beschikbaar stelt aan dronken joyriders.
Igor heeft zelf ook wat verlossing nodig; gelukkig treft hij in de gang van een hotel een mythologisch wezen, ‘de hoer met het gouden hart’. Maar verder is hij vooral verlosser en biechtvader van de dichtgeklapte, op de automatische piloot levende Louis. Al moet de begrafenisondernemer Igor helpen met allerlei kleine dingen – biefstuk snijden, gulp dicht – het duo is volledig aan elkaar gewaagd: twee eenzame mannen die blij zijn een vriend te herkennen.
Hersenverlamming
Wel vraag ik me af of ik Presque net zo had gewaardeerd als hij niet zo ‘authentiek’ was geweest. Igor wordt namelijk vertolkt door Alexandre Jollien. Geboren met hersenverlamming – tijdens zijn geboorte werd hij bijna verstikt door de navelstreng – groeide Jollien uit tot een bekend filosoof en literaire coryfee sinds zijn autobiografisch getinte debuut Lof voor zwakte uit 2000, waarin de inherent kleinerende behandeling van mensen met zijn beperking een hoofdrol speelde. Wat als Igor was vertolkt door een acteur zonder zijn beperking? Dan had ik Presque vermoedelijk als kitscherig ervaren – als hij dan überhaupt gemaakt zou zijn.
Het voortgaande debat over representatie en authenticiteit bij acteren heeft mij ook niet ongemoeid gelaten, merk ik. In principe hebben acteurs alle recht een beperking te spelen die ze niet hebben. Hun werk is immers in andermans huid te kruipen. Toch is Presque zo’n leuke film omdat Alexandre Jollien grappig, maar bovenal autentiek is.
Bij die andere roadmovie met beperking die op dit moment draait, Rose, ergerde ik me aan het ‘schizofrene’ acteren van Sofie Gråbøl, bekend als inspecteur Sarah Lund in de Deense misdaadserie The Killing. Ze ‘doet’ schizofrenie best wel virtuoos, zoals Dustin Hoffman in 1988 heel knap autisme ‘deed’ in Rain Man. Maar nu ervaar ik dat als een hinderlijk maniertje. Een roadmovie met beperking heeft anno 2023 baat bij een acteur met beperking. Als die voorhanden is.