Het gaat er venijnig aan toe bij het Shell-proces

De advocaat van Shell wil rond het middaguur uur graag even wat rechtzetten. Het is in dit geval „volstrekt onjuist” dat „het grootkapitaal” weer eens onwelgevallige wetgeving zou hebben kapot gelobbyd, zoals Milieudefensie al een paar keer heeft gezegd. Een Europese richtlijn die bedrijven gaat verplichten om maatschappelijk verantwoord te ondernemen, kreeg volgens de advocaat vooral weerstand van kleinere bedrijven, die moeite zouden hebben aan al die regeltjes te voldoen. Dat de politicus die het dossier trok geëmotioneerd vertelde over de enormiteit van de lobby, zoals Milieudefensie aanvoert, zal allemaal wel zijn. Maar die zei „dus niets over Shell”. Laat dat duidelijk zijn.

De laatste zittingsdag in het hoger beroep van Shell en Milieudefensie, vrijdag, is dan al een paar uur bezig. In tegenstelling tot de eerdere zittingsdagen gaat het er nu venijnig aan toe, maar het venijn schuilt wel achter beschaafd uitgesproken juridisch jargon. Het oogt als een degenduel tussen edellieden uit vroeger tijden: elegant, sierlijk, maar tegelijk een gevecht op leven en dood.

Milieudefensie wil in dit hoger beroep een bekrachtiging van het eerdere vonnis in 2021 waardoor Shell zijn uitstoot van broeikasgassen, evenals die van zijn klanten, met bijna de helft moet terugdringen per 2030. De consequenties van deze rechtszaak zijn ingrijpend, zeggen beide partijen. Volgens Milieudefensie staat de toekomst van de mensheid op het spel, omdat Shell met zijn fossiele brandstoffen de leefomgeving aan het vernietigen is. En Shell zegt te vrezen voor het eigen voortbestaan als het als enige olie- en gasbedrijf een harde klimaatplicht krijgt opgelegd. En als de plicht voor méér olie- en gasbedrijven gaat gelden, komt er een ontwrichtende energiecrisis doordat de wereld dan onvoldoende betaalbare energie zou hebben.

De advocaten van Shell maakten hevig bezwaar tegen de „nieuwe grief”

Shell probeerde vrijdag te voorkomen dat de uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag, die op 12 november wordt verwacht, strenger uitpakt dan het eerste vonnis. Milieudefensie had het hof gevraagd om dat vonnis te verduidelijken. Shell zou volgens Milieudefensie niet aan zijn plicht mogen voldoen door bezittingen te verkopen, zoals benzinestations en olie- en gasvelden. Shell moet écht de uitstoot verminderen, desnoods door bezittingen af te schrijven. Volgens Milieudefensie is dat overigens „niet of nauwelijks” nodig: Shell kan aan het vonnis voldoen door niet in nieuwe olie- en gasvelden te investeren.

De advocaten van Shell maakten hevig bezwaar tegen deze „nieuwe grief”. Shell had geen grondig verweer kunnen voorbereiden over wat zo’n bepaling zou betekenen voor het bedrijf. Bovendien mag een hoger beroep geen verslechtering betekenen voor Shell ten opzichte van het eerdere vonnis van rechtbank, aldus Shell.

Het venijn zat ook in de discussie over in hoeverre een reductieplicht voor Shell overlapt met andere regels en beleid, die ook tot doel hebben om de uitstoot van grote vervuilers terug te dringen, zoals het Europese emissiehandelssysteem. Op de laatste zittingsdag betoogde Shell dat er wereldwijd steeds meer van dit soort systemen worden opgetuigd en dat nagenoeg al zijn Europese emissies daarmee in feite al ‘afgedekt’ zijn.


Lees ook
Steeds meer rechterlijke uitspraken over politieke kwesties: wie heeft het nou voor het zeggen?

In de zaak van de Zwitserse ‘KlimaSeniorinnen’ oordeelde het Europese Hof voor de Rechten van de Mens dinsdag dat Zwitserland met zijn gebrekkige klimaatbeleid mensenrechten schendt.

Wassen neus

Welnee, bracht Milieudefensie daar tegenin, het leeuwendeel van de emissies van Shell vindt niet in Europa plaats, maar daarbuiten – volgens zijn berekeningen meer dan 80 procent. De emissiehandelssystemen buiten Europa zijn bovendien „niet effectief”, een wassen neus. „Je ziet dat de emissies wereldwijd juist stijgen nu”, aldus advocaat Roger Cox van Milieudefensie.

Het gerechtshof wilde meer weten over de mogelijke betekenis van een ander opzienbarend vonnis eerder deze week, van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Ook over die betekenis bleken de procespartijen sterk verdeeld. Weinig betekenis, betoogde de advocaat van Shell. Het mensenrechtenhof oordeelde dat de Zwitserse staat de mensenrechten van Zwitsers onvoldoende beschermt tegen gevaarlijke klimaatverandering. En dat zegt niks over wat private ondernemingen moeten doen. Op „één belangrijk punt” was de uitspraak wel relevant, aldus Shell: dat het opleggen van een reductieplicht buiten de verantwoordelijkheid van rechters valt. Het EHRM legt het primaat bij overheden, volgens Shell, omdat er een complexe democratische belangenafweging voor nodig is, die per land kan verschillen.

Milieudefensie daarentegen hoorde juist de boodschap dat rechters „een centrale en cruciale rol hebben te spelen in het oplossen van het klimaatprobleem”, aldus Cox. De rechterlijke macht in Zwitserland kreeg namelijk „een spreekwoordelijke veeg uit de pan van het hof”, omdat zij niet serieus inging op het verzoek om bescherming door de ‘KlimaSeniorinnen’.

President-directeur Frans Everts van Shell Nederland tijdens het hoger beroep in de klimaatzaak
Foto’s Freek van den Bergh/ANP

Veeg uit de pan

Democratie kan volgens het mensenrechtenhof niet worden gereduceerd tot de wil van de meerderheid, citeerde Cox, en juist daarom zijn rechters belangrijk. Daarbij bevestigde het mensenrechtenhof volgens Cox opnieuw dat aan de bedreiging van mensenrechten door gevaarlijke klimaatverandering „uitzonderlijk zwaar gewicht” moet worden toegekend, in de afweging tegen andere belangen. Het mensenrechtenhof erkent dat staten de bescherming van mensenrechten niet ondergeschikt mogen maken „aan politieke keuzes en compromissen over de aanpak van klimaatverandering”, zei Cox. „Dan spreekt het voor zich dat mensenrechten dienen te prevaleren boven het commerciële belang van Shell.”

In zijn slotwoorden richtte Cox zich expliciet tot de vele duizenden werknemers van Shell. Hij zei te beseffen dat bekrachtiging van het vonnis voor hen „onplezierige” consequenties kan hebben. Terwijl genoeg Shell-mensen oprecht een bijdrage willen leveren aan het klimaat.

Maar het concern zelf laat Milieudefensie geen andere keuze, stelde hij, want „het is in deze procedure duidelijk geworden dat Shell zonder rechterlijk bevel zijn klimaatverantwoordelijkheid niet zal nemen”. En, vervolgde Cox, „ook veel andere bedrijven zullen het klimaatprobleem zoveel mogelijk negeren als er geen juridische druk ontstaat.”