N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Eise Eisinga Planetarium Unesco-erfgoed Het planetarium van Eise Eisinga is een uitzonderlijke manifestatie van onze drang tot weten, van het willen begrijpen hoe de kosmos in elkaar steekt. Terecht dat het de status van Unesco Werelderfgoed kreeg.
Achter de karakteristieke halsgevel van een grachtenhuis in Franeker bevindt zich een wereldwonder. Wie de trap naar boven neemt en de woonkamer met bedstee binnenstapt, kijkt zijn ogen uit. Op een Berlijns blauw houten plafond is een achttiende-eeuws miniatuurzonnestelsel aangebracht, gebouwd door Eise Eisinga. Het is het oudste planetarium ter wereld dat nog op locatie in bedrijf is, en zojuist door Unesco gepromoveerd tot Werelderfgoed.
Het is een tafereel van grote schoonheid. Midden op het plafond is de vaste zon geschilderd, uitgerust met 24 puntige stralen. Er recht onder hangt aan een koord een koperen bol. Om die zon draaien de planeten Mercurius, Venus, Aarde (met de Maan), Mars, Jupiter en Saturnus. Ditmaal bolletjes dicht op het plafond, de naar de zon gekeerde helft verguld, met ophangpunten die traag door sleuven schuiven.
De schaal van het planetarium is één op een biljoen (een millimeter is in werkelijkheid een miljoen kilometer), opdat het geheel in de kamer past. De omlooptijden van de planeten daarentegen zijn waarheidsgetrouw: 88 dagen voor Mercurius, een jaar voor de Aarde en wie Saturnus zijn rondje wil zien volbrengen moet 29 jaar en 164 dagen blijven. Een bezoek aan dit planetarium is een oefening in onthaasting.
Negen gewichten
Alles draait nog even perfect als bij oplevering in 1781. Om te zien hoe het werkt moet je nog een trap op, naar de zolder onder het zadeldak. Daar staat een overweldigende aandrijfinstallatie waarin een vracht denkwerk en ambacht zijn samengebald. Het planetarium, zo blijkt, loopt op een slingerklok met negen gewichten. Die drijft geen wijzers aan maar zet via een geraffineerd samenspel van tandraderen een partij houten hoepels en schijven in gang waaruit tienduizend met de hand gesmede spijkers steken.
In de woonkamer eronder zie je er niets van. Daar lopen de planeten, in stilte, geeft een zevende sleuf de actuele aardpositie in de dierenriem weer en biedt de wand boven de bedstee de juiste datum met bijbehorende tijdstippen van zonsopkomst en zonsondergang. Het planetarium liep (en loopt) dermate nauwkeurig dat de planeetposities nog steeds kloppen. Ook maans- en zonsverduisteringen weet het tot op de dag van vandaag feilloos te voorspellen.
Maker van dat copernicaanse kunstwerk was Eise Eisinga (1744-1828), wolkammer en toegewijd liefhebber van wetenschap. Toen in 1774 De Leeuwarder Courant berichtte dat op 8 mei van dat jaar de hemel een zeldzame ‘samenklontering’ van Jupiter, Mars, Venus, Mercurius en de maan te zien zou geven, voorspelde de Friese dominee Eelco Alta vanaf de kansel dat de aarde uit zijn baan geslingerd zou worden en in de hitte van de zon zou vergaan. Wee de mens!
Ook in Franeker, woonplaats van Eisinga, brak paniek uit. Door zijn interesse in wiskunde en astronomie wist de nuchtere Fries wel beter en nadat de ramp was uitgebleven, besloot hij thuis een planetarium te bouwen. Zo konden inwoners van Franeker en omstreken op zijn plafond met eigen ogen aanschouwen dat hun zorg iedere grond miste.
Eisinga hoopte het project in zes maanden te klaren, maar hij was er naast zijn gewone werk zeven jaar mee in de weer. Een blik op zolder verklaart waarom. Twee maanden vóór voltooiing van het planetarium ontdekte de Duits-Britse astronoom en componist William Herschel voorbij Saturnus een zevende planeet: Uranus. Die alsnog in Franeker toevoegen was geen optie: het plafond was te klein. Van meet af aan heeft Eisinga zijn planetarium opengesteld voor het publiek: na de complottheorie van dominee Alta was educatie zijn drijfveer. In die zin was de Fries een product van de Verlichting, toen amateuronderzoekers genootschappen oprichtten (de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen in 1752 als eerste) binnen welke ze tot lering en vermaak experimenten overdeden en nieuwe theorieën bediscussieerden.
De planeten in huize Eisinga liepen dermate nauwkeurig dat Jean Henri van Swinden, hoogleraar aan de Franeker universiteit, een uitgebreide beschrijving van het planetarium opstelde en deze onder astronomen in Europa verspreidde. Maar perfect werkte het niet. Variaties in de temperatuur hadden hun invloed op de nauwkeurigheid van de klok, het hart van de aandrijving. In de handleiding die Eisinga voor zijn zoons opstelde – en die na ruim twee eeuwen nog steeds dienst doet – gaf hij aan iedere tien à twaalf jaar de zaak bij te stellen.
Wolkammer
Eise Eisinga was een bijzonder mens. Geboren in het dorp Dronrijp, liep hij als leergierige jongeling wekelijks naar Franeker om zich te laten scholen in wiskunde – een tocht van twee uur. Zestien jaar oud, publiceerde Eise een lijvig boek over wiskunde, twee jaar nadien een boek over astronomie. Ook construeerde hij zonnewijzers en stelde tabellen op met hemelposities van planeten. Niettemin volgde hij zijn vader op als wolkammer. Na een loopbaan als succesvol zakenman raakte hij als patriot en lid van het stadsbestuur in 1787 in conflict met prinsgezinden en vluchtte naar Gronau, net over de Duitse grens. Na de komst van de Fransen in 1795 kon hij naar Franeker terugkeren en werd hij er hoogleraar aan de Academie. Tot Napoleon deze in 1811 sloot.
Reden voor Unesco om het planetarium van Eise Eisinga de status van Werelderfgoed te verlenen, is de originele staat waarin het zich bevindt: het mechaniek doet het nog steeds en ook de publieksfunctie is onveranderd. Nergens ter wereld bevindt zich een werkend planetarium dat op vergelijkbare wijze in een historisch pand is ingebouwd. In 1825 is het door koning Willem I aangekocht, vanaf 1922 maakte het de slag naar een breder museum.
Het planetarium van Eise Eisinga is een uitzonderlijke manifestatie van onze drang tot weten, van het willen begrijpen hoe de kosmos in elkaar steekt. Het slaat een brug tussen sterrenkundig onderzoek en wetenschap uit liefhebberij, het verbindt de ambachtsman met de professor. Met als resultaat een iconisch precisie-instrument, een schepping die zijns gelijke niet kent en waarin wetenschap en kunst hemels samenvloeien.
Dirk van Delft is oud-directeur van Rijksmuseum Boerhaave en emeritus hoogleraar Materieel erfgoed van de natuurwetenschappen.
Het Eise Eisinga Planetarium is in de zomerperiode dagelijks open, vooraf reserveren is nodig. Inl: eisinga-planetarium.nl
Aan het front in Oekraïne loopt de 48-jarige priester Sergiy rond om een luisterend oor te bieden aan Oekraïense militairen. Hij straalt kalmte uit, maar diep van binnen gaat zijn hart tekeer. Dit weet Lotte Geeven (44), want ze heeft zijn hartslag opgenomen.
Geeven maakt multimediakunst. Ze werkte eerder als emergency evacuator in conflictgebieden. In 2022, het eerste jaar van de Russisch-Oekraïense oorlog, was ze in die hoedanigheid in Oekraïne en reisde er drie weken lang met een Oekraïense vertaler langs de frontlinie. Naast haar werk als hulpverlener nam Geeven aan het front de hartslagen op van 150 Oekraïense militairen, door een stethoscoop-microfoon op hun borst te houden. Van de hartslagen en veldopnames maakte de Oekraïense elektronische artiest Koloah een muziekstuk.
Geeven en de vertaler begonnen hun bijna duizend kilometer omspannende tocht in een dorp in de zuidelijke regio Cherson. Vanaf daar reisden ze verder in de richting van de oostelijke regio Charkiv. Aan het front ontmoette Geeven militairen met allerlei soorten achtergronden. „Er was een masseur bij, een boer, botanicus, bodybuilder, meubelmaker, monnik, blockchain developer, slotenmaker”, zegt Geeven. „Ze waren allemaal tot de tanden toe bewapend en strak ingesnoerd in een scherfvest.”
Stethoscoop-microfoon
De 19-jarige Nikolai, een icoonschilder, stond op het punt om in zijn vers gestreken uniform afscheid te nemen van zijn moeder. „In de armen van zijn moeder roffelde zijn hart in een hoog tempo”, zegt Geeven. Zijn hartslag was te horen via een ingebouwde microfoon in de stethoscoop. De microfoon heeft ze samen met technici in Amsterdam ontwikkeld.
Het raakt Geeven dat mensen snel moe worden van oorlogsbeelden. Ze merkt dat doordat mensen zich afvragen waarom er „überhaupt” nog gefilmd wordt aan de frontlinie, omdat volgens hen alle beelden er hetzelfde uitzien. „Met de audio-opnamen van de hartslagen hoop ik de weerslag van de oorlog op de mens op een intieme manier toch weer dichtbij het publiek te brengen.”
Geeven ontwikkelde in 2013 met hulp van wetenschappers al eens een microfoon om te luisteren naar hoe het diepste gat van de aarde klinkt. „Het leek doodstil, maar aangesloten op een grote speaker klonk het als ver verwijderd onweer.” Ook deed ze in 2020 en 2021 forensisch audio-onderzoek naar hoe vogels protestleuzen overnemen. „Het bleek dat spotvogels de kreten van menigten overnemen in hun zang.” Volgens Geeven zeggen de geluiden die zij opneemt iets over de staat van de wereld.
Het muziekstuk genaamd TILO (lichaam in het Oekraïens) en de rauwe opnames van de harten zijn vastgelegd op één grammofoonplaat. De veldopnames en de hartslagen zijn door artiest Koloah gemengd met elektronische muziek in een hoog tempo. Geeven: „Volgens Koloah is het aantal bpm (beats per minute) in de elektronische muziek momenteel wereldwijd ontzettend hoog en laat de razendsnelle muziek op de dansvloer horen hoe slecht het met de wereld gaat.”
Lichaamsdelen verzamelen
Tijdens hun reis sliepen Geeven en de vertaler bij vrienden van vrienden of in verwoeste hotels. Of ze zich onveilig voelden? „Ik weet hoe ik moet handelen in gevaarlijke situaties, omdat ik daarin ben getraind.” Zo was ze online betrokken bij de evacuaties tijdens de val van de Afghaanse hoofdstad Kabul. Zowel Geeven als de militairen waren gewend geraakt aan gevaar.
Onderweg ontmoette ze de 38-jarige Daniel, een Oekraïense presentator en acteur, die „doodsbang” is geworden voor stilte. „Hij kan alleen in slaap vallen met het geluid van oorlogsfilms op zijn koptelefoon.” Later kwam ze Irina tegen, een sluipschutter die haar lange blonde haren had afgeknipt en nu kort stekelig haar heeft. „Ze kon haar haren niet wassen omdat er op haar dienstplek amper water is.” Door het „eenzame beroep” als sluipschutter, leidt ze aan een klinische depressie, vertelde Irina aan Geeven. Van beide militairen heeft ze de hartslagen opgenomen.
Hoe verder Geeven reisde, hoe meer stress ze via de stethoscoop-microfoon beluisterde in de lichamen van de militairen. Een van hen vertelde haar dat hij op al zijn lichaamsdelen met een waterdichte stift zijn naam heeft geschreven, „voor het geval hij zou overlijden, dan zouden de restanten van zijn lichaam gemakkelijker geïdentificeerd kunnen worden”.
Tegen het einde van haar tocht kwam Geeven een jonge Zuid-Koreaanse monnik tegen. Hij had een gitaar van een overleden militair bij zich. De gitaar was van een Spaanse jongeman genaamd Angel, die net als de monnik uit het Oekraïense vreemdelingenlegioen kwam. „De gitaar moet ik naar de moeder van Angel brengen”, zei de monnik tegen Geeven. Ook zijn hart is te „voelen” via de opnames. Vanaf begin volgend jaar komt de muziekplaat in het War Museum in de Oekraïense hoofdstad Kyiv te staan.
De preview van TILO is op 29 november bij West in Den Haag te zien en te horen. Info: westdenhaag.nl
De Britse koning Charles III bezit een wereldvermaarde kunstcollectie, die gedeeltelijk voortkomt uit de verzameling van zijn 17de-eeuwse voorganger en naamgenoot Charles II (1630-1685). In die tijd kende Engeland, anders dan bijvoorbeeld de Nederlandse Republiek of Italië, geen bijzonder grote traditie van lokale kunstproductie. Dus moesten ze het doen met kunstenaars van het Europese vasteland die ze bewonderden. De Royal Collection bulkt zelfs van bladen door Italiaanse renaissancekunstenaars van topkwaliteit. De King’s Gallery in Buckingham Palace toont nu een selectie van zo’n 150 tekeningen van kunstenaars als Fra Angelico, Leonardo da Vinci, Correggio en Carracci.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Giovanni Bellini, Het hoofd van een oude man, c. 1460–7. (te zien in King’s Gallery)” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Giovanni Bellini, Het hoofd van een oude man, c. 1460–7. (te zien in King’s Gallery)” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-1.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131400/data124854245-7be862.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-16.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-14.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-15.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-16.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-17.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/WLPPSXDKHWxzu3M4BxqlrqU9WcY=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131400/data124854245-7be862.jpg 1920w”>
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Bernardino Campi, De Maagd en het Kind, ca. 1570–80. (te zien in King’s Gallery)” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Bernardino Campi, De Maagd en het Kind, ca. 1570–80. (te zien in King’s Gallery)” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-2.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131358/data124854135-175e1e.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-20.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-18.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-19.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-20.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-21.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/wuqgrsUx9mwix700ofgPXS786Fk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131358/data124854135-175e1e.jpg 1920w”>
Giovanni Bellini, Het hoofd van een oude man, c. 1460–7. (te zien in King’s Gallery) en Bernardino Campi, De Maagd en het Kind, ca. 1570–80. (te zien in King’s Gallery)
Foto’s Royal Collection Trust
De expositie – met secties als ‘figuren’, ‘koppen’, ‘studies voor paleisdecoraties’ – laat zien dat tekeningen in de 15de en 16de eeuw meestal niet bedoeld waren als zelfstandige kunstwerken. Vaak zijn figuren, motieven of composities getekend ter voorbereiding van een schilderij of fresco. Illustratief is een studie in rood krijt waarin de befaamde schilder Rafael de figurenrijke compositie van een groot tapijtontwerp voor de bijbelscène van de Sleuteloverdracht van Christus aan de apostel Petrus (ca 1514) uitprobeert in de vorm van een groep mannen die poseren in hun alledaagse kleren.
Bij de ‘studies naar de natuur’ zijn schetsen van landschappen, paarden en poezen, maar ook een opvallende houtskooltekening toegeschreven aan de Venetiaan Titiaan, met een natuurgetrouwe weergave van de exotische struisvogel (ca. 1550). Het lichtblauwe blad is voorzien van een raster dat erop duidt dat het motief bedoeld was om te worden overgezet naar een schilderij, maar dat werk is niet meer bekend.
De presentatie van werk van de ene briljante tekenaar na de andere, geeft daarmee een overvol maar ook adembenemend fraai overzicht van renaissance-tekeningen en hun functies, uit artistieke centra vooral in de noordelijke helft van het huidige Italië. De nadruk die daar destijds werd gelegd op het belang van het maken van tekeningen in het artistieke proces, en de grote aandacht die kunstenaars er daarom ook aan besteedden, verklaren de uitzonderlijke kwaliteit van de tekeningenproductie die deze expositie weerspiegelt.
Verbeten expressie
Van meer studieuze aard is een tweede tentoonstelling in Londen, in de Royal Academy, over Italiaanse renaissance-kunst, met 45 bruiklenen uit collecties in het Verenigd Koninkrijk en elders in Europa. Hier geen overdonderend aantal kunstenaars en tekeningen, maar juist een relatief klein aantal goedgekozen werken, uit een tijdsspanne van slechts enkele jaren, en gemaakt door drie iconische kunstenaars. In 1504 konden ze elkaar in Florence de hand schudden: Leonardo da Vinci (1452-1519) en Michelangelo (1475-1564), beiden uit de omgeving afkomstig, hadden elders gewerkt en waren in de eerste jaren van de 16de eeuw kortstondig terug in Florence. De jonge Rafael (1483-1520) uit Urbino, verbleef in dat jaar in de stad om te leren van de werken van de buitengewone kunstenaars van die tijd.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Leonardo da Vinci, De Maagd en het Kind met Sint Anna en de jonge Johannes de Doper (‘The Burlington House Cartoon’), ca. 1506-08. Houtskool met wit krijt op papier, gemonteerd op doek, 141,5 x 104,6 cm, te zien in Royal Academy).” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Leonardo da Vinci, De Maagd en het Kind met Sint Anna en de jonge Johannes de Doper (‘The Burlington House Cartoon’), ca. 1506-08. Houtskool met wit krijt op papier, gemonteerd op doek, 141,5 x 104,6 cm, te zien in Royal Academy).” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-4.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131350/data124853274-fb7729.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-27.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-25.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-26.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-27.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-28.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/8a3LOy5SoJLUBW0TXtzrCxrPcRk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131350/data124853274-fb7729.jpg 1920w”>
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Toegeschreven aan Pietro Faccini, Het hoofd van een jongeling, ca.1590.” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Toegeschreven aan Pietro Faccini, Het hoofd van een jongeling, ca.1590.” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-5.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131356/data124854129-a4a1ee.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-31.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-29.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-30.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-31.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-32.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/h0FZRYaCy1ZQiLUPLNCmuqf9x2Q=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131356/data124854129-a4a1ee.jpg 1920w”>
Leonardo da Vinci, De Maagd en het Kind met Sint Anna en de jonge Johannes de Doper (‘The Burlington House Cartoon’), ca. 1506-08. Houtskool met wit krijt op papier, gemonteerd op doek, 141,5 x 104,6 cm, te zien in Royal Academy) en Toegeschreven aan Pietro Faccini, Het hoofd van een jongeling, ca.1590.
Foto’s The National Gallery, Foto Royal Collection Trust
Op even ingenieuze als instructieve wijze toont de expositie de artistieke verhoudingen tussen de drie kunstenaars. Zo maakte Rafael schetsen naar een cirkelvormig, tachtig centimeter hoog, marmer-reliëf door Michelangelo, bijgenaamd ‘Taddei tondo’ naar opdrachtgever Taddeo Taddei (1504-1507). Het stelt de Maagd Maria voor met half liggend in haar armen het Christuskind. Hij lijkt weg te duiken voor een vleugelklapperend vogeltje (een distelvink, symbool van Christus’ latere lijdensweg) in de handen van de jonge Johannes de Doper. Rafaels tekening staat in de expositie op een sokkel precies halverwege de afstand tussen Michelangelo’s reliëf en een schilderij van Maria met kind (‘Bridgewater Madonna’, 1507), waarin Rafael een vergelijkbare compositie heeft toegepast.
Even doordacht is de plaatsing, pal tegenover Michelangelo’s tondo, van een tweede uitzonderlijk bruikleen: Leonardo da Vinci’s enorme houtskooltekening van de bijna levensgrote Maria zittend op schoot bij haar moeder Anna. Ook hier heeft het Christuskind een liggende pose en ook nu staat Johannes ernaast. Mogelijk, zoals in deze expositie en de bijbehorende catalogus voor het eerst wordt geopperd, was deze tekening bedoeld als ontwerp voor een nooit voltooid altaarstuk voor de grote zaal van het Florentijnse stadsbestuur in het Palazzo della Signoria.
Voor diezelfde zaal maakten Michelangelo en Leonardo tussen 1503 en 1506 ontwerpen voor frescoschilderingen van veldslagen waarin de stadstaat Florence in het verleden verwikkeld was geweest. Ook deze projecten zijn nooit voltooid, maar in een reeks tekeningen laat zich in de expositie prachtig volgen hoe de kunstenaars op papier hun schilderingen voorbereidden: Leonardo in de Slag bij Anghiari met aandacht voor verbeten expressie in de hoofden van mensen en paarden, Michelangelo geconcentreerd op de anatomie van naakte mannen die zich klaarmaken voor de Slag bij Cascina. En in een pentekening (1505), losjes geïnspireerd op Michelangelo’s fresco-ontwerp, maar dan met een zodanig gedraaid perspectief op twee naakte mannen dat het lijkt alsof de tekenaar zelf deel is geworden van het groepje, openbaart zich het compositorische genie van Rafael.
<figure aria-labelledby="figcaption-0" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Michelangelo Buonarroti, Mannelijk naakt, c. 1505-06. (Zwart krijt op papier, 40,4 x 22,5 cm, te zien in Royal Academy).” data-figure-id=”0″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Michelangelo Buonarroti, Mannelijk naakt, c. 1505-06. (Zwart krijt op papier, 40,4 x 22,5 cm, te zien in Royal Academy).” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-8.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131342/data124853289-11e4b2.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-41.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-39.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-40.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-41.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-42.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/dV2RHM7xo4wsgxUzUXVELUqgqEo=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131342/data124853289-11e4b2.jpg 1920w”>
<figure aria-labelledby="figcaption-1" class="figure" data-captionposition="icon" data-description="Raphael, naar Michelangelo Buonarroti, David, c. 1505-08. (pen en bruine inkt op papier, 39,6 x 21,9 centimeter, te zien in Royal Academy).” data-figure-id=”1″ data-variant=”grid”><img alt data-description="Raphael, naar Michelangelo Buonarroti, David, c. 1505-08. (pen en bruine inkt op papier, 39,6 x 21,9 centimeter, te zien in Royal Academy).” data-open-in-lightbox=”true” data-src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-9.jpg” data-src-medium=”https://s3.eu-west-1.amazonaws.com/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131355/data124853325-ff9483.jpg” decoding=”async” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-45.jpg” srcset=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-43.jpg 160w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-44.jpg 320w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-45.jpg 640w, http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/11/de-weelde-van-drie-iconische-kunstenaars-die-in-1504-elkaar-de-hand-konden-schudden-46.jpg 1280w, https://images.nrc.nl/13V9ayEYnAUiz9_3iHMefVixzYk=/1920x/filters:no_upscale()/s3/static.nrc.nl/wp-content/uploads/2024/11/25131355/data124853325-ff9483.jpg 1920w”>
Michelangelo Buonarroti, Mannelijk naakt, c. 1505-06. (Zwart krijt op papier, 40,4 x 22,5 cm, te zien in Royal Academy) en Raphael, naar Michelangelo Buonarroti, David, c. 1505-08. (pen en bruine inkt op papier, 39,6 x 21,9 centimeter, te zien in Royal Academy).
Zul je net zien: Kerst staat voor de deur – een afschuwelijke feestdag voor afschuwelijke mensen – en dan klieft je domme zusje ook nog eens haar hoofd in tweeën op de rand van haar badkuip. Het overkomt Carola (Nandi van Beurden), eigenaar van Carola’s Christmas Shop, voorheen Carels Christmas Shop. Rechtstreeks naar de hemel kan zusje Christel (Suzan Seegers) niet: ze moet zich eerst nog een laatste keer tegen Carola aan bemoeien.
Op Kerstavond meldt Christels spook zich daarom bij haar grote zus in huis om daar te verkondigen dat Carola bezocht zal worden door drie geesten. Die ervaring zal haar ervan moeten overtuigen haar leven te beteren. Daar zal wel een hoop overtuigingskracht voor nodig zijn, want Carola lijkt niet meteen onder de indruk van Christels spookverschijning. Al zal ze haar zusje (tevens haar werknemer) wel missen in de winkel. Carola: „Niemand maakt zo’n goede cappuccino als jij.”
In kerstmusical A XXXmas Carola is Carola een botte, gierige, ijskoude zakenvrouw met een hekel aan Kerst. Dat maakt haar de vrouwelijke tegenhanger van Ebenezer Scrooge, de hoofdpersoon van Charles Dickens’ A Christmas Carol, het verhaal waar A XXXmas Carola op is geïnspireerd. Wel kreeg de musical de ondertitel Precies zoals Dickens het nooit bedoeld heeft mee, dus verwacht geen adaptatie die al te loyaal blijft aan het bronmateriaal.
Sterrencast
Wat je wél van A XXXmas Carola kunt verwachten is een vijfkoppige sterrencast (naast Van Beurden en Seegers zijn ook Jeremy Baker, Thomas Cammaert en Luuk Haaze van de partij) die uitblinkt in vrolijke, meerstemmige nummers, waaronder veel bewerkingen van bekende kerstliedjes. Zowel de nummers als de grapjes volgen elkaar in rap tempo op in het script van Allard Blom. In de eerste scènes is het wel even wennen aan de dik aangezette humor, met een hoofdpersoon die veel weg heeft van een snauwerige Disneyfilm-slechterik. Carola lijkt zelfs te zijn vormgegeven als Cruella de Vil, geheel in het zwart-wit, terwijl de overige personages zich hullen in rood-groene sjaals en truien.
Naarmate Carola’s voorgeschiedenis wordt onthuld, wordt het personage minder eendimensionaal. Dat wil niet zeggen dat A XXXmas Carola een bijzonder gelaagd geheel is – qua plot en sentimentaliteitsgehalte komt het verhaal vrij dicht in de buurt van de Hallmark-films die deze maanden iedere avond op ‘Christmas Channel’ RTL8 te zien zijn. Al Carola’s herinneringen, trauma’s en dromen draaien om mannen. Maar op vrijwel alle andere vlakken dan het plot is de musical origineel en creatief; van de bij vlagen harde humor tot de catchy liedteksten. Ook naar de muziek van Sam Verhoeven kun je blijven luisteren. Vooral de kerstrevue, een jaarlijkse traditie van Carola’s vader, zit zo goed in elkaar dat het jammer is dat hij maar een paar minuten duurt. Het decor – dat bestaat uit huisjes op kniehoogte die regelmatig van plaats wisselen of eventjes in de lucht zweven – zorgt intussen voor een sprookjesachtige sfeer.
Het maakt dat je je gewillig overgeeft aan het suikerzoete einde waar A XXXmas Carola onvermijdelijk op afstevent. Zo’n suikerzoet einde is ook best lekker. Af en toe. Met Kerst, bijvoorbeeld.