Woensdag 20 december veroordeelde het Hof van Justitie in Suriname in hoger beroep de 78- jarige Surinaamse ex-president en -legerleider Desi Bouterse tot twintig jaar cel voor zijn rol in de Decembermoorden. Hans Buddingh’, schrijver van het boek De Geschiedenis van Suriname, vraagt zich af wat deze definitieve veroordeling voor de toekomst van het land én voor de bevolking betekent.
PSV zal met weinig plezier terugkijken op zijn eerste wedstrijd in de Champions League nieuwe stijl. Op bezoek in Turijn bij Juventus werd het 3-1. Invaller Ismael Saibari redde de eer voor de Eindhovenaren in de laatste minuut.
Juventus trad aan met de jongste basiself ooit in een Champions League-wedstrijd, getraind door de aanvallend ingestelde trainer Thiago Motta. De Italiaanse ploeg, nog ongeslagen in de Serie A, begon aan de wedstrijd met onder meer Teun Koopmeiners, die deze zomer voor 55 miljoen euro was overgenomen van Atalanta.
PSV moest voor de aftrap nog een onverwachte wijziging doorvoeren: de Argentijnse doelman Walter Benítez werd vlak voor de wedstrijd in Italië vader, en werd vervangen door Joël Drommel. Verder waren er basisplaatsen voor de twintigjarige Matteo Dams en de Amerikaan Ricard Ledezma. Onder anderen Rick Karsdorp, Hirving Lozano en Sergiño Dest ontbraken door blessures.
Een fris begin
Op basis van de eerste twintig minuten leek de ploeg uit Eindhoven verre van kansloos in het Allianz Stadium. Net als Juventus viel PSV volop aan, met een schotkans voor Joey Veerman. Uit het niets viel de openingstreffer van de Italianen, toen het Turkse toptalent Kenan Yildiz van afstand Drommel passeerde met een schot in de verre hoek.
Het betekende het begin van een kansloze onderneming, zeker toen Weston McKennie vijf minuten later de score verdubbelde na een actie van Nicolás González. Teun Koopmeiners, een van andere uitblinkers op het veld, was vlak voor rust nog dichtbij de 3-0. PSV, dat niet eens zo slecht speelde, droop af naar de kleedkamer.
Geen moment kans op een stunt
Het geloof op een stuntje in Turijn werd na rust al snel de Italiaanse grond in geboord, toen Nicolás González er op aangeven van de Servische spits Dusan Vlahovic toch 3-0 van maakte. Voor Juventus was dit het moment om gas terug te nemen, voor PSV het moment om te kijken of er op zijn minst nog gescoord kon worden tegen de Italiaanse ploeg.
Dat lukte in de allerlaatste minuut van de wedstrijd, toen de verdienstelijk spelende invaller Ismael Saibari de Eindhovense eer redde. Daarvoor was Juventus nog dichtbij de 4-0 geweest. De eerste Champions League-wedstrijd van het seizoen eindigde zo in mineur voor de Nederlandse kampioen, dat geen moment kans maakte op een overwinning en op momenten volledig werd overklast door de ploeg uit Turijn.
Nederlanders, was de belofte van dit kabinet, zouden erop vooruitgaan. In het hoofdlijnenakkoord van afgelopen mei deelden PVV, VVD, NSC en BBB dan ook lastenverlichtingen uit. En dat zouden Nederlanders, mede dankzij een goed draaiende economie, goed voelen in de portemonnee, voorspelde het Centraal Planbureau half augustus.
Een paar weken later, bij de officiële start van het politieke seizoen op Prinsjesdag, deelt het kabinet-Schoof toch minder ruimhartig uit dan het eerst van plan was. Minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) heeft bij het opstellen van zijn eerste begroting in augustus de te verwachte koopkrachtstijging naar beneden bijgesteld. In de eerste vooruitblik van het Centraal Planbureau werd een stijging van 1,1 procent van de koopkracht voorzien voor de middelste waarde (mediaan) van de inkomens in Nederland: de helft van de huishoudens ligt eronder, de andere helft erboven. In de eindversie van de begroting stijgt de koopkracht volgens het CPB met nog maar 0,7 procent.
En dat is best bijzonder. Meestal probeerden zijn voorgangers de koopkracht van Nederlanders juist te verbeteren in die weken in augustus. Waarom koos minister Heinen juist voor de andere route?
Verlichtingen uitsmeren
Zelf zegt de minister, nadat hij dinsdag de Miljoenennota had aangeboden in de Tweede Kamer, dat hij zocht naar een „betere balans”. Hij wil de verlichtingen uitsmeren over meerdere jaren, zegt hij.
Wat ook mee kan spelen: mensen met een uitkering gingen er in de eerste voorspellingen met 2 procent behoorlijk op vooruit. Uiteindelijk is dat in de aangepaste raming van het CPB naar beneden bijgesteld, naar 0,9 procent in de begroting.
Het is algemeen bekend dat VVD’ers vinden dat uitkeringen niet te hoog mogen worden. Anders zouden werklozen minder gemotiveerd zijn om een baan te zoeken.
Maar met dat argument kon hij waarschijnlijk vooral VVD’ers overtuigen. Heinen heeft in de discussie mogelijk ook verwezen naar CPB-directeur Pieter Hasekamp. Die had Heinen half augustus meegegeven dat hij met het uitstellen van een lastenverlichting ruimte kon creëren voor financiële tegenvallers.
Van die tip heeft Heinen gebruik gemaakt, zo blijkt. Eén financiële tegenvaller is op deze manier al deels gedekt: Box 3. De Hoge Raad oordeelde eerder dit jaar dat de manier waarop belasting wordt geheven over spaargeld en beleggingen niet klopt. Om spaarders en beleggers te compenseren heeft Heinen geld nodig. Dat geld speelt Heinen deels vrij door de aanpassing in het koopkrachtpakket, blijkt uit de Miljoenennota.
Het uitstel van het koopkrachtpakket heeft ook als gevolg dat het door het CPB berekende overheidssaldo (uitgaven minus inkomsten) ietsje verbetert ten opzichte van een eerdere voorspelling van het Planbureau. Eerst bedroeg dit begrotingssaldo -2,6 van het bruto binnenlands product (bbp), nu is dat -2,5 procent. Dat heeft een rekentechnische reden. De Europese grenswaarde waar ook dit kabinet zich aan wil houden is -3 procent.
Europese begrotingsnorm
Daarmee schept minister Heinen ook extra afstand tot de Europese begrotingsnorm van 3 procent. Dat is belangrijk, want als die norm wordt overschreden wil het kabinet meteen gaan bezuinigen, zo is vastgelegd in het hoofdlijnenakkoord.
Het ligt minder voor de hand dat de minister deze afspraak heeft aangehaald om het koopkrachtpakket uit te smeren. De verbeterde afstand tot de grens is immers minimaal. Experts vinden -2,5 ook niet ver genoeg gaan, bleek uit het oordeel van de belangrijke adviseur van het kabinet, de Raad van State, in een tegelijkertijd met de Miljoenennota gepubliceerd advies.
De Raad van State noemt de huidige financiële koers van het kabinet „structureel op de vluchtstrook” rijden
De Raad van State noemt de huidige koers „structureel op de vluchtstrook” rijden. Permanent op de vluchtstrook rijden is gevaarlijk, want bij het minste zuchtje economische tegenwind beland je naast de weg, is de redenering van de Raad van State. Dan moet je ingrijpen op het moment dat het niet goed gaat met de economie, en dat brengt volgens economen onnodig schade toe.
Om voldoende afstand te houden tot de 3-procentsnorm moet Heinen lasten verhogen of bezuinigen. Op langere termijn wordt de grens van 3 procent overschreden, én wordt de staatsschuld ook meer dan de Europese norm van 60 procent van het bruto binnenlands product, berekende het Centraal Planbureau eerder al. Heinen erkent in reactie daarop dat hij „scherp aan de wind” vaart en zegt tegelijkertijd: wij gaan „stap voor stap” terug naar „begrotingsdiscipline” de komende jaren. „In de toekomst moeten we meer stappen doen”, erkent Heinen. „Tenzij het beter gaat met de economie.”
Wisselgeld
Zou Heinen op deze manier ook alvast wat wisselgeld hebben verzameld voor bij de Algemene Politieke Beschouwingen, de komende dagen in de Tweede kamer? De oppositie heeft allerlei wensen. Fractievoorzitters Rob Jetten (D66) en Henri Bontenbal (CDA) dreigen de begroting niet te steunen in de Eerste Kamer, waar het kabinet geen meerderheid heeft, als de btw op sport niet van tafel gaat.
Lees ook
De nieuwe minister van Financiën: een terughoudende Vinex-man met onverwachte humor en zelfspot
Maar nee, voor zulke wensen heeft Heinen geen geld gereserveerd, zegt hij stellig. In de Miljoenennota is hij de oppositiepartijen al tegemoetgekomen door schoolmaaltijden te blijven betalen, een compensatie voor de btw-verhoging op schoolboeken te regelen en door een versobering van de giftenaftrek terug te draaien. Om het laatste hadden de christelijke partijen gevraagd. „Het zou flauw zijn als ik dan nu nog wat extra geld in mijn achterzak zou houden”, zegt hij dinsdagmiddag.
Als partijen iets willen aanpassen, moeten ze daar zelf dekking voor vinden, zegt Heinen. D66 en CDA doen alvast een voorzet: een verhoging van de accijns op tabak en elektronische sigaretten.
Na Prinsjesdag is nog altijd onzeker wat de cultuursector kan verwachten aan bezuinigingen. Minister Eppo Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, NSC) moet structureel 361 miljoen euro bezuinigen op de subsidies die onder zijn ministerie vallen. In november maakt hij bekend hoe dat verdeeld wordt, en hoeveel daarvan bij cultuur terecht komt. Hij kan, zo legt hij dinsdagmiddag uit in de hal van zijn ministerie, nu nog niet zeggen hoe groot de bezuiniging is die bij de cultuursector terechtkomt. Voor 2025 is de geplande bezuiniging op cultuur nog laag: 2,15 miljoen euro.
De omstreden btw-verhoging op cultuur en sport blijft wel staan in de plannen van het kabinet, en moet nog steeds per 2026 ingaan. D66 en CDA hebben alvast duidelijk gemaakt de btw-verhoging op sport niet te willen steunen in de Eerste Kamer, en stellen in plaats daarvan een belasting op e-sigaretten voor. Zo’n voorstel willen de twee partijen ook indienen voor de btw-verhoging op cultuur, legt D66-partijleider en Tweede Kamerlid Rob Jetten dinsdagochtend uit. De inkomsten die met de btw-verhoging op cultuur worden opgehaald, kunnen ook gezocht worden door „een paar nieuwe fossiele subsidies niet in te voeren, maar er is ook extra geld te halen bij het tegengaan van belastingontwijking”. D66 en het CDA hebben samen elf zetels in de Eerste Kamer, de regeringscoalitie heeft er dertig en heeft dus steun nodig.
Talentontwikkeling
Minister Eppo Bruins neemt het advies dat de Raad voor Cultuur in juli presenteerde over. Hierin beoordeelt dit adviesorgaan welke culturele instellingen rechtstreeks rijkscultuursubsidie van het ministerie moeten krijgen. Bruins geeft twee regionale musea, het Groninger Museum en de Museumfabriek in Enschede, die volgens het advies geen geld kregen, de kans om een nieuwe aanvraag in te dienen. Bruins vindt het belangrijk dat in elk van de twaalf provincies een regionaal museum wordt gefinancierd.
Ook is nu duidelijk hoeveel geld minister Bruins beschikbaar maakt voor de talentontwikkeling in de klassieke muziek. Bij het verdelen van de vierjarige subsidies van het Fonds voor Cultuurparticipatie vielen deze zomer vrijwel alle ontwikkelingsinstellingen voor klassiek talent buiten de boot. Dit noemt Bruins een „systeemfout”. Het Fonds voor Cultuurparticipatie zal op zijn verzoek een specifieke meerjarige regeling maken voor talentontwikkeling in de klassieke muziek, waarvoor jaarlijks 1,9 miljoen euro beschikbaar is. Dat geld komt uit de begroting van het Fonds voor Cultuurparticipatie, Fonds Podiumkunsten en de cultuurbegroting.
Een ander lichtpunt voor de cultuursector is het overeindblijven van het fiscale voordeel dat particulieren krijgen als ze schenken aan goede doelen – anders dan in het hoofdlijnenakkoord uit mei stond. Die zogeheten giftenaftrek zorgt voor een belangrijke bron van inkomsten voor culturele instellingen. Wel wordt het voor ondernemingen minder gunstig om zulke schenkingen te doen. Jaarlijks gaat er naar schatting 240 miljoen euro naar cultuur uit giften en nalatenschappen. Het grootste deel, 150 miljoen euro komt van bedrijven, huishoudens schenken 60 miljoen en uit nalatenschappen komt 30 miljoen. Volgens Bruins wordt deze stapeling van maatregelen waar de cultuursector tegenop kijkt „minder pijnlijk dan oorspronkelijk het plan was volgens het hoofdlijnenakkoord”.
In de hal van zijn ministerie hield minister Bruins dinsdag een pleidooi voor het belang van de cultuursector. Dat er niets over cultuur in het regeerakkoord staat, vindt hij geen slecht teken: „Er staan allerlei onderwerpen niet in, en dat is in moeilijke financiële tijden misschien ook helemaal niet erg.”