De zaak
„Het conflict was toch geregeld? Er zijn toen afspraken gemaakt – hoe kan deze zaak dan toch nu bij mij zijn gekomen?” Kort na het begin van de zitting uit de kantonrechter zijn verbazing over de voortdurende moeizame verhouding tussen de farmaceutische multinational en de ontslagen salesmanager. Met twee partijen, vier advocaten en enkele mensen die de salesmanager moreel willen steunen zijn zij op 13 februari naar de zitting van de Amsterdamse kantonrechter gekomen.
Bij het ontslag – de reden daarvoor komt tijdens de zitting niet aan de orde – was een klein jaar geleden een concurrentiebeding en een geheimhoudingsplicht afgesproken. Het tegenwoordige maandinkomen van de salesmanager zou bovendien worden aangevuld, zodat hij in totaal drie keer het oude maandsalaris zou meekrijgen. Waarom is dat toch niet gebeurd?
„Onze cliënt zou de afspraken over geheimhouding hebben geschonden”, zegt een van de advocaten van de salesmanager. „Terwijl hij alleen maar mails naar zichzelf heeft gestuurd, over de gemaakte afspraken, later ook voor eventuele juridische procedures. En in plaats van die salarisbetaling zou hij nu een boete krijgen van 255.000 euro! Daar ligt hij nachten wakker van.”
De Engelse manager van de farmaceut: „Na zijn vertrek ontdekten we in zijn mail, die we met zijn medeweten voor iets anders bekeken, dat hij een paar keer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Hij had cijfers gemaild over onze verwachting van de komende jaren en informatie over hoe wij marketeers trainen. Dat is vertrouwelijk!”
De salesmanager: „Het was niet geheim, de cijfers waren al openbaar.”
„Maar meneer kan niet zelf bepalen wat er geheim moet blijven”, zegt een advocaat van de farmaceut. „Het gaat erom dat de informatie niet meer onder controle is van onze cliënt. Die kán nu door concurrenten worden gebruikt.”
De rechter vraagt de salesmanager „op de man af” of hij de informatie met anderen heeft gedeeld. Antwoord: „Nee!” En zijn advocaat: „Dat hebben we ook al zo vaak gezegd.”
De advocaten van de farmaceut voeren aan dat de informatie nu ook bij de rechter bekend is, zonder dat daarvoor toestemming is gevraagd. De salesmanager had bovendien, anders dan afgesproken, te weinig moeite gedaan om een normaal inkomen te verkrijgen, zodat de farmaceut maximaal moet aanvullen. En dan zou hij ook nog de farmaceut niet volledig informeren over zijn tegenwoordige inkomen, wat de achterafbetaling zou verhinderen.
De rechter: „Ik heb er moeite mee dat u er van alles bijsleept. Dat maakt uw betoog niet sterker. En dat die informatie ook in deze procedure is ingebracht: als rechter ben ik geen derde. Partijen zijn verplicht alle informatie te geven die relevant is voor de beoordeling van het geschil. Waarom hebt u overigens hier niet geëist dat uw ex-medewerker verboden wordt om informatie met derden te delen, op straffe van een dwangsom?”
De advocaat: „Omdat de nakoming van zo’n afspraak nauwelijks kan worden nagegaan.”
Na anderhalf uur wil de rechter afsluiten. „Als rechter denk je: kunnen we er nog uitkomen? Dat is hier misschien erg moeilijk, gezien de stelligheid van uw beide standpunten.”
Maar beide partijen willen toch nog even ‘de gang op’. De rechter: „Zal ik u daarvoor iets meegeven?”, doelend op zijn eerste voorlopige mening. „Eh nee”, reageert een advocaat van de farmaceut – wellicht bevreesd dat die mening de onderhandelingspositie van de andere partij zou versterken.
Na een half uurtje overleg en heen en weer lopen op de gang zijn partijen het toch nog eens geworden: de farmaceut betaalt 27.500 euro aan de salesmanager.
Het commentaar
Zo wordt er dus recht gemaakt. Arbeidsrechtadvocaat Carolien Brederije (Valegis Advocaten) ziet hier een herkenbare „en prettige” praktijk. „In het arbeidsrecht komen de meeste zaken niet bij de rechter. Als advocaat word je sowieso geacht te kijken of een ‘regeling in der minne’ mogelijk is.
„We vertellen onze cliënten natuurlijk dat je bij de rechter ook kunt verliezen. Je hebt dan verder nog het risico dat de andere partij in hoger beroep gaat, met nog langere tijd onzekerheid. En procederen is duur.
„In de arbeidsrechtpraktijk komt veel mediation voor. Dan heb je meer tijd om een oplossing te vinden, Als de mediation toch niet lukt, weet de rechter later ook dat geprobeerd is het conflict op te lossen, terwijl de inhoud van de mediation strikt geheim blijft.”
Brederije was niet betrokken bij deze zaak en ook niet bij de zitting aanwezig, maar vindt „het mooi om hier te zien dat de partijen die zich blijkbaar hadden ingegraven toch een schikking hebben bereikt, met de rechter als procesbegeleider”.
Als het om nóg principiëler kwesties gaat, zoals bij diefstal, ligt een schikking niet voor de hand. „Maar in veel andere zaken lukt het ook vaak bij de rechter nog. Onder druk wordt alles vloeibaar. Het komt ook voor dat partijen opnieuw de gang op gaan, nadat de advocaten de rechter hebben verteld – dat kan alleen met toestemming van beide kanten – waar de eerste schikkingspoging vastliep. De rechter kan daarover dan nog een voorlopig oordeel geven, als een duwtje voor partijen om alsnog een oplossing te bereiken.”
Kantonrechterszitting Rechtbank Amsterdam, 13 februari 2024