Het conflict in Soedan dreigt zich als een olievlek over de regio te verspreiden

Gewapend conflict Soedan De hevige strijd tussen twee generaals in Soedan kan gemakkelijk overslaan naar de buurlanden, die toch al worden geplaagd door opstanden en instabiliteit.

Rookpluimen boven het noorden van de Soedanese hoofdstad Khartoem
Rookpluimen boven het noorden van de Soedanese hoofdstad Khartoem

Foto Mohamed Nureldin Abdallah/Reuters

De hoogste baas van de Verenigde Naties, Antonio Guterres, gebruikte onlangs harde woorden over Soedan. De strijd tussen twee machtige legergeneraals en het geweld waarin het land sindsdien is wegzakt kunnen „een catastrofale vuurzee in gang zetten die de hele regio […] kan overspoelen”.

Die vrees wordt gedeeld in menig presidentieel paleis in de landen die Soedan omringen, van Tsjaad en Libië tot Zuid-Soedan en de Centraal Afrikaanse Republiek (CAR). Nu al zijn hun poreuze grenzen niet bestand tegen de gevolgen van het gevecht tussen Abdel Fattah al-Burhan en Mohamed Hamdan Dagalo, alias Hemedti. Honderdduizenden vluchtelingen, strijders en gesmokkelde wapens en brandstof gaan het land in en uit.

De regio is toch al chronisch instabiel. Impopulaire leiders kampen met een allegaartje aan milities en rebellengroepen die wegens hun etnische banden of met lonkende dollars gemakkelijk in de strijd kunnen worden gezogen. Dat is in het verleden al vaak gebeurd.

Tsjaad

Eén van de grootste zorgen is Tsjaad, dat een ruim 1.300 kilometer lange grens met Soedan deelt. Maanden voordat de strijd in Soedan losbarstte gonsde het er al van de geruchten over een op handen zijnde rebellie tegen Mahamat Idriss Déby. Met hulp van het leger greep hij twee jaar geleden de macht, nadat zijn vader, die president was, plots overleed.

Meteen na het uitbreken van de gevechten in Soedan sloot Déby de grenzen. Maar het conflict is al hier, zegt Hoinathy Remadji van het Institute for Security Studies vanuit Tsjaads hoofdstad N’Djamena. „Hoe het ook afloopt, wij gaan de gevolgen voelen.” De analist wijst op de ruim dertigduizend Soedanezen die de afgelopen dagen en weken de grens over zijn gevlucht vanuit de westelijke regio Darfur, waar de oude burgeroorlog lijkt te zijn opgelaaid. Verwacht wordt dat dit aantal zal oplopen tot driehonderdduizend.

Zij komen terecht in overvolle kampen: naast zo’n vierhonderdduizend intern ontheemden vangt Tsjaad al een even groot aantal Soedanezen op. Velen ontvluchtten Darfur toen het leger daar tien jaar geleden duizenden Afrikaanse Darfuri vermoordde, daarbij geholpen door de Janjaweed, een hoofdzakelijk Arabische militie met Hemedti als één van de leiders. Anderen trokken de afgelopen jaren de grens over, nadat het geweld in Darfur opnieuw was opgelaaid.


„Het is goed dat de wereld Soedan heeft herontdekt en zich realiseert dat Darfuri daar en hier in catastrofale omstandigheden leven”, zegt een hulpverlener in N’Djamena cynisch aan de telefoon. „Hopelijk kunnen we de aandacht van donoren vasthouden.”

Tsjaad, één van de armste landen op het continent, staat voor een vrijwel onmogelijke opgave. Een derde van de zeventien miljoen inwoners heeft niet genoeg te eten, bijna de helft leeft onder de armoedegrens van 1,90 dollar per dag. Het land kampt met een groot brandstoftekort. „Hoe gaan we zevenhonderdduizend, achthonderdduizend of misschien nog wel meer mensen kunnen opvangen?”, zegt Aziz Mahamat Saleh, Tsjaads minister van Communicatie, in een telefoongesprek tegen NRC. „Dát is nu onze grootste zorg.”

Er is nog een andere zorg. Tegen persbureau Bloomberg sprak de premier onlangs zijn vrees uit dat rebellen uit Soedan proberen de grens over te steken. „Ze zouden hun krachten kunnen bundelen met groepen die zich aan deze zijde bevinden.” In het zuiden, waar Tsjaad, Soedan en CAR elkaar raken en waar een opstand lijkt te broeien, verstevigde het leger recent meerdere grensposten. In het verleden diende Soedan, net als Libië en de CAR nu nog steeds, meermaals als steun en uitvalsbasis voor Tsjadische krijgsheren die naar N’Djamena wilden oprukken.

Generaal Hemedti werd geboren in Tsjaad, maar week als kind uit naar Darfur. De Arabische stam waartoe hij behoort, leeft aan beide zijden van de grens. Zo bestaat Hemedti’s machtige militie, de Rapid Support Force, die voortkwam uit de Janjaweed, uit meer grensoverschrijdende stammen. Met ook uit Tsjaad afkomstige strijders die voor hem vechten.

Hemedti’s neef is een sleutelfiguur in de transitieregering van president Déby, die zelf behoort tot een etnische groep uit het noordoosten van Tsjaad, grenzend aan Darfur. Volgens Déby’s minister van Communicatie belde de president al meermaals met zowel Hemedti als met legergeneraal Burhan om de twee tot vrede te manen.

Wagner Groep

Op de achtergrond speelt nog een zorg: de Wagner Groep. De Russische huurlingen zijn actief in de Tsjadische buurlanden Libië, Soedan en de CAR, waar ze in ruil voor diamanten en goud steun bieden aan de president. Volgens Amerikaanse inlichtingen zou Wagner betrokken zijn bij plannen om Déby in Tsjaad omver te werpen, door rebellen te trainen en te bewapenen vanuit de CAR. Het gerucht gaat dat ook Hemedti, die zo zijn eigen deals met de Russische paramilitairen heeft, bij de plannen betrokken is.


Lees ook: Burgers zijn de ongeziene helden in Soedan: ‘De generaals luisteren niet naar ons’

„De Tsjadische regering doet momenteel veel moeite om in Soedan niet in het ene of het andere kamp te worden getrokken”, zegt analist Remdaji. „Maar dat wil nog niet zeggen dat de verschillende grensgemeenschappen geen positie zullen kiezen.” Zover is het nog niet, zegt de analist. „Maar stel dat de onaantastbaar lijkende Hemedti verliest en zich terugtrekt naar Darfur, wat gebeurt er dan met de allianties daar?”

Vooralsnog lijkt geen van de twee generaals in Soedan aan de winnende hand. Op papier had Burhan, die het reguliere leger leidt, de betere kaarten. Maar in de hoofdstad Khartoem is een impasse ontstaan. Hemedti kan bovendien rekenen op indirecte steun van de Verenigde Arabische Emiraten. En directer, met brandstof en munitie, van de Libische generaal Khalifa Haftar.

Libië

Haftar, die weer steun geniet van zowel de Russen als – met tegenzin – de Amerikanen en Fransen, is er veel aan gelegen dat Hemedti niet al te geschonden uit de strijd komt, zegt Libië-expert Jalel Harchaoui. Met hulp van Hemedti’s militie, die voor het conflict verantwoordelijk was voor de grensbewaking, beheert Haftar lucratieve smokkelroutes tussen Libië en Soedan. Bovendien zou met een verlies van Hemedti Haftars eigen militieleger in gevaar komen. „Duizenden van zijn strijders komen uit Darfur”, zegt Harchaoui, die is verbonden aan het Royal United Services Institute, een Britse denktank. „Maar deze Darfuri zijn historisch gezien loyaal aan Hemedti’s tegenstanders. Nu het conflict in Darfur weer oplaait, worden die oude wonden geopend.”

Mocht Hemedti verliezen, voorspelt de analist, dan willen deze strijders mogelijk wraak nemen. „In het vacuüm dat dan ontstaat, zullen ze mogelijkheden zien om te kijken wat er in Dafur allemaal te halen valt. Dat is slecht nieuws voor Haftar.”


Lees ook: Buitenlandse steun en geld wakkeren de machtsstrijd in Soedan aan