Het blauwtongvirus laat de kadaververwerker overuren draaien

Reportage

Ziekteverwekkers Aan de Vecht bij Weesp grijpt het blauwtongvirus om zich heen. Er is geen remedie en zieke schapen kunnen niet worden gedekt. Dus de schade bij de veehouders is groot. „Zowat iedereen hier is getroffen.”

Vooral het niet kunnen eten en drinken wordt de schapen fataal.
Vooral het niet kunnen eten en drinken wordt de schapen fataal. Foto Sander Koning / ANP

Veehouder Barbara Pronk is aangedaan, maar gelaten. „Wat kun je ertegen doen?”, vraagt ze zich hardop af. Voor velen is het warme nazomerweer van de afgelopen tijd een genot, voor haar dieren is het een regelrechte ramp. In twee weken tijd verloor de familie Pronk zo’n 20 van de 105 schapen.

De grote boosdoeners zijn de vele knutten (kleine stekende muggen), die de schapen massaal besmetten. Het blauwtongvirus wordt namelijk niet direct van schaap op schaap doorgegeven: besmette knutten geven het door aan de herkauwers. En vanwege de warmte zijn deze insecten nog steeds erg actief.

De ophaaldienst van kadaververwerker Rendac draait overuren. „Kijk, die gaan morgenochtend mee”. Pronk wijst naar een kruiwagen met daarin een tweetal overleden dieren. In een met stalen hekken omzette ren, naast een stapel kuilbalen, staat een tiental schapen. Ze zijn allemaal ziek, een schaap ligt laveloos op de zij. „Die gaat de nacht niet halen.”

In dezelfde ren staan ook een paar schapen die weer aan de beterende hand zijn. Ze staan stijf op hun poten en strompelen wat rond. Maar een klein deel herstelt: de sterfte onder de schapen ligt hoog volgens boeren en veearts Marieke Volkering. Ze ziet veel bedrijven waar een kwart tot de helft van de schapen bezwijkt aan het virus.

Zwellingen en ontstekingen

Bij ernstige gevallen van de ziekte krijgen schapen een blauwe tong. Andere symptomen: hoge koorts; veel speeksel en kwijlen; zwellingen in de kop, tong en lippen; ontstekingen bij de hoeven en stram en kreupel lopen. Ook kunnen veel dieren door het virus niet meer eten of drinken.

In de omgeving van Weesp en Nederhorst den Berg zijn bijna alle veehouderijen en hobbyboeren met schapen getroffen. Bij Pronk zijn er „maar twintig” dood, vertelt de boerin. Ze staat in nauw contact met andere schapenhouders in de buurt. Er zijn bedrijven bij met driehonderd schapen, vertelt Pronk. Daar zijn bijna honderd dode dieren opgehaald.

Van appelmoes in de blender tot thee van wilgentakken: veehouders doen alles om het leed te verzachten van de lijdende schapen

De besmettingsgraad ligt hoog, vooral in de omgeving van de Vecht en de Loosdrechtse Plassen. Ook koeien en geiten raken besmet, maar vooral bij schapen is de impact groot. Dat een aanzienlijk deel van de besmette schapen doodgaat, doet veehouder Pronk verzuchten: „Je kunt nauwelijks iets doen.”

Ook de dieren op de boerderij van Ageeth Engele en haar man, een paar minuten fietsen verderop, zijn zwaar getroffen. Onder een zwart zeil aan de weg liggen vier dode schapen, klaar om te worden opgehaald. Het is afwachten en uitzitten, zegt Engele. Achttien van de honderd schapen zijn inmiddels bezweken.

Engele en haar man waren deze maand – voor het eerst in tijden – een paar dagen op vakantie. Met een groep andere veehouders in een touringcar. „Om de beurt werd bijna iedereen op de hoogte gebracht van blauwtong op hun bedrijf”, vertelt de boerin.

‘Verwoestend’

Begin deze week waren bijna zeshonderd schapenbedrijven getroffen, meldde de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) dinsdag. Hoeveel dieren besmet zijn geraakt, kan de NVWA nog niet zeggen.

De blauwtonguitbraak werd voor het eerst vastgesteld in de omgeving van de Loosdrechtse Plassen. „Iedereen is getroffen”, zegt veearts Marieke Volkering, met een hoge sterfte, tot wel de helft van alle schapen. „Vooral bij jonge rammen lijkt het erger, daarbij ligt de sterfte hoger dan bij ooien.”

De NVWA stelt dat vooral het niet kunnen eten en drinken de schapen fataal wordt. Veearts Volkering ziet de afgelopen tijd met name directe, dodelijke complicaties door het virus. „De ziekte zelf is zo verwoestend voor de dieren.”

Omdat er geen echte remedie is, proberen schapenhouders van alles om het leed te verzachten en hun dieren beter te maken, ziet Volkering: van voer en appelmoes in de blender tot thee van wilgentakken. „Het is gewoon heel schrijnend, voor de dieren en voor de mensen die zo hun best doen.”

De schade bij de veehouders is groot. Zowel Pronk als Engele houden naast schapen ook koeien, en zijn dus niet geheel van de schapen afhankelijk. Toch is het ook financieel een flinke klap. Bij Pronk loopt de schade door het overlijden van dieren zo onderhand al tegen de 4.000 euro, vertelt ze. Daarbij heeft de blauwtongepidemie waarschijnlijk ook grote gevolgen voor aankomende lente. In het najaar worden de ooien gedekt door de ram. Het virus treft bovenmatig veel rammen en zieke schapen kunnen niet worden gedekt. Daarbij moet nog maar blijken of het blauwtongvirus gevolgen heeft voor de vruchtbaarheid en dracht van genezen vrouwtjesschapen. „We weten niet hoe de lammetjes eruit gaan zien”, zegt Engele bezorgd.

Lees ook dit artikel: Het blauwtongvirus is terug van weggeweest: vier schapenhouderijen besmet