Herontdekking van de rebelse schilderes Frieda Hunziker. ‘Ze had minstens zo bekend als Karel Appel kunnen worden’

‘Ik vind het gênant dat ik niet eerder van haar heb gehoord”, zegt de 72-jarige Jan Lancée. Een paar weken geleden heeft de gepensioneerd historicus het grootste schilderij van Frieda Hunziker (1908-1966) gekocht. Voor 20.000 euro is de Bloemige vegetatie van bijna twee meter van hem. Op het schilderij uit 1957 lijken de korrelige ronde vormen op een paard in galop, met in het midden harde natuurlijke kleuren en pasteltinten op de achtergrond. Het schilderij hangt nu boven zijn aanrecht.

De Amsterdamse Hunziker overleed in 1966 op 57-jarige leeftijd aan kanker, waarna haar werk is ondergesneeuwd, zoals dat van veel andere vrouwelijke kunstenaars uit de jaren zestig en daarvoor. Hunziker behoorde tot de top van de Nederlandse naoorlogse kunstenaars, schrijft biograaf Wim Hazeu in Frieda Hunziker (1908-1966) – een vitale wereld in kleur en vorm (2024). Hazeu schreef de korte levensschets in opdracht van de kunsthandel Simonis & Buunk in Ede, waar nu schilderijen en werken op papier van Hunziker worden tentoongesteld.

De museumwereld herontdekte Hunziker al eerder – haar werk werd in 2023 tentoongesteld in het Stedelijk Museum in Schiedam. Al was ze tijdens haar leven nooit echt beroemd, wel werden haar schilderijen van 1946 tot haar dood regelmatig geëxposeerd, zelfs op de Biënnale van 1953 in São Paolo in Brazilië. Hunziker hing daar dankzij Willem Sandberg (voormalig directeur van het Stedelijk Museum in Amsterdam) naast werken van Piet Mondriaan, Bart van der Leck en Corneille.

Frieda Hunziker, Bloemige vegetatie, 1957

Samen met Appel

Bij Simonis & Buunk hangen nu vijftig werken van Hunziker, door de kleindochter en schoondochter beschikbaar gesteld. Ze worden gecombineerd met vijf schilderijen van Karel Appel. „Hunziker kan niet zonder Appel, daar is ze toch nog een beetje te onbekend voor”, zegt curator Teo van den Brink van Simonis & Buunk. „Als Appel haar in een alternatieve geschiedenis had gevraagd om lid te worden van de Cobra-groep [de avant-garde beweging van kunstenaars in 1948 tot 1951] en ze niet aan het strijden was geweest om haar leven overeind te houden, was ze wellicht net zo bekend geweest als Appel.”

Willy Boers en Frieda Hunziker in zijn atelier, met op de ezel haar portret.
Foto W. Maschhaupt

Hunziker gaf zelf geen uitleg over de betekenis van haar werk, maar liefhebber Lancée heeft wel een verklaring voor de spanning die hij in het oeuvre signaleert. In een artikel had een journalist van De Telegraaf Karel Appel in 1957 ‘gestoord’ genoemd, lijkend op een psychiatrische patiënt. Hunziker was bevriend met Appel en nam het voor hem op. Volgens Lancée zou je het schilderij Bloemige vegetatie uit datzelfde jaar als een verdediging van Appel kunnen zien.

Hunziker was een rebelse vrouw in een kunstwereld waarin overwegend mannen erkenning vonden, schrijft Hazeu. Ze kon in de jaren vijftig ook geen geld verdienen met haar schilderijen, omdat vrouwen in Nederland tot 1957 niet handelingsbekwaam waren. Daarom verdiende zij haar geld door te werken als tekenlerares op scholen. Als alleenstaande moeder kreeg ze zo de zorg voor zichzelf en haar zoon net rond. Toen ze in de Tweede Wereldoorlog om te kunnen blijven werken lid moest worden van de Nederlandsche Kultuurkamer, weigerde ze. Ook omdat ze dan alleen figuratief mocht schilderen en ze zich daardoor beperkt zou voelen in haar stijlontwikkeling.

Frieda Hunziker, Geiten achter hekken, 1953

Verzet

Hunziker zat tijdens de oorlog bij het verzet. In haar Amsterdamse atelier had ze ook onderduikers ondergebracht, blijkt uit het onderzoek van Hazeu. Op een van haar schilderijen is het jonge Joodse paar Jans en Roel in 1943 te zien. Later voegde ze het jaartal 1946 toe, om te verbergen dat het paar in haar atelier ondergedoken zat.

De verkooptentoonstelling in de kunsthandel begint bij de oorlogsschilderijen: stillevens van bloemen en vissen die ze op de markt kocht en die ze schilderde in de kleuren van de nationale vlag: rood, wit, blauw en oranje – als een uiting van verzet.

Na de oorlog vond ze haar eigen stijl en maakte ze abstract-expressionistisch werk. In 1948 koos ze voor een geometrisch abstracte stijl met lijnen die door elkaar heen vliegen. In haar latere werk lijkt ze zelfverzekerder te worden: de kunstwerken worden groter, luidruchtiger en zwaarder door de vele lagen olieverf.

Frieda Hunziker – Een vitale wereld in kleur en vorm is tot en met 31 augustus te zien in kunsthandel Simonis & Buunk in Ede. Info: simonis-buunk.nl