Herman van Veens ‘De Voorstelling’ is op momenten betoverend

Met welk liedje moet de pauze ingeluid worden? Bijna halverwege gekomen, neemt Herman van Veen (78) het publiek droogjes mee in zijn overwegingen. „Het mooiste liedje, het op drie na mooiste, of toch het ingewikkeldste?” Uiteindelijk stuurt Van Veen de zaal met een mooie uitvoering van ‘Het duurt altijd langer dan je denkt’ de pauze in.

Van Veen heeft een bepaalde droogkomische toon, die nog sterker is als die volgt op een van zijn liedjes. Die zijn vaak uitbundig, dromerig of geladen met emoties, in de regel weelderig gearrangeerd. Tel daarbij op dat Van Veen de uitstraling heeft van een edelman, waardoor het al snel komisch effect sorteert als hij na een lied begint over zijn „klootjes”. Ook in De Voorstelling blijkt dit contrast tussen verpletterend luchtige taalgrapjes en stemmige of juist bombastische muziek een uitstekende combinatie te zijn.

Van Veen doet dit niet bepaald voor het eerst, maar een beproefd recept wordt niet voor niets steeds opnieuw gekookt. Het blijft lekker en binnenkort zal de zanger, acteur en (kinderboeken)schrijver dan ook een nieuwe mijlpaal bereiken: zijn zeshonderdste voorstelling in Carré. Het Amsterdamse theater krijgt in De Voorstelling een ode: Wat zijn daar veel zinnen verzet en harten, beloftes en taboes gebroken, zo mijmert Van Veen. De magie van het theater is een geliefd onderwerp, en hij heeft recht van spreken: De Voorstelling is op momenten betoverend.


Lees ook
Herman van Veen: ‘Soms stort iets schitterend in elkaar’

Herman van Veen: ‘Soms stort iets schitterend in elkaar’

Goede muzikanten

Dat zit vooral in de muziek, soms ongeremd, dan weer springerig of indrukwekkend verstild. Van Veen heeft zich met Jannemien Cnossen (viool), Edith Leerkes (gitaar) en Kees Dijkstra (contrabas) omringd met goede muzikanten, maar hij is zelf ook bepaald nog niet uitgespeeld. Zijn bekende nummers speelt hij nauwelijks, maar wel speelt hij veel instrumenten: gitaar, mondharmonica, piano, viool en na de pauze duikt hij zelfs even op achter de pauk. Tijdens deze instrumentale gedeeltes ramt Van Veen soms wel erg krachtig op de toetsen of gaat het strijken er wat woest aan toe. Ondanks dat is het niet moeilijk om meegevoerd te worden door de hartstochtelijke energie waarmee Van Veen zijn instrumenten bespeeld.

Het instrument waarmee hij de meeste indruk maakt, is echter toch zijn sprookjesachtige stem. Met veel gevoel zingt hij in ‘Evenveel’ over de tijd toen hij dacht dat „mijn alles om jou ging, jou alles om mij, wij dachten in dezelfde liedjes”. Ook het melodieuze ‘Als het goed is’, met meeslepende vioolpartij, zingt Van Veen prachtig.

Tussen de muziek door vertelt hij verhaaltjes in heerlijk eigenzinnig taalgebruik. „Het lichaam is een eenzaam ding, met plasma, beenmerg, spier, kleine holtes vol geheimen, en drie, vier kieren vol plezier”, zo klinkt de inleiding van een anekdote over een massagesalon.

Speelsheid

Regelmatig drijft Van Veen de spot met zijn leeftijd. Ja, hij is best oud en eerlijk is eerlijk, aan sommige grapjes (een wat flauwe Duitse tirade tegen zijn bassist) kan je dat merken. Vaker is Van Veen echter jong, bijvoorbeeld als hij er soepel op los danst of wanneer hij zonder al te veel reden met een gigantisch schepnet achter een muzikant aan huppelt.

Het heeft soms wat kolderieks, maar Van Veen maakt zo vooral doeltreffend duidelijk dat je altijd speels moet blijven. In De Voorstelling zien we hoe hij met speelsheid iets vindt wat hij op papier is kwijtgeraakt: jeugdigheid. Al snel heeft Van Veen zijn schoenen uitgetrokken. Als hij op zijn rode sokken danst en speelt, zie je geen bijna-tachtiger, maar een kind.

https://www.youtube.com/watch?v=uQVKW9OMybs