Is de Universiteit van Amsterdam (UvA) ten prooi gevallen aan een anarchistische groep vandalen van buiten? Of heeft de universiteit te maken met professioneel georganiseerde studenten die vreedzaam opkomen voor hun idealen? Het korte, ongenuanceerde antwoord is: allebei.
Dinsdag, even na middernacht, is het bezette terrein van de UvA een ravage. Op de ramen van het gebouw van Psychologie is met graffiti „Fuck Israil” gespoten, en „ACAB” (all cops are bastards). Honderden bakstenen zijn uit de grond gehaald en tegen de meters dikke barricaden gekwakt. Jongeren – helemaal in het zwart, hun gezichten verborgen achter keffiyehs – kalken met stift „Free Gaza” op vuilnisbakken. Het grasveld is bezaaid met plastic verpakkingen. Over de gebarricadeerde toegangswegen klimt nieuwe aanwas het kamp in. Niemand hier lijkt bang voor een nachtje cel.
En dat is maar goed ook, want rond drie uur ’s nachts begint de ontruiming door de mobiele eenheid, met gebruik van een shovel en de wapenstok. Er worden honderdveertig demonstranten gearresteerd, van wie er dinsdagmiddag nog twee vastzitten vanwege openbare geweldpleging. Volgens de politie gooiden enkele demonstranten met vuurwerk en bakstenen.
Op maandagavond oogt het terrein echter nog als een festival. Er klinkt Palestijnse muziek. Er wordt geflirt, gezongen en gedanst. Er is soep voor een weeshuis. Op een picknickkleed tussen de tentjes liggen familieverpakkingen maandverband. En er zijn chips – heel veel chips. Af en toe worden de huisregels omgeroepen. Zoals: laat geen afval achter. Er zijn zelfs flyers uitgedeeld waarop rokers wordt gevraagd peuken in de vuilnisbak te gooien. De nooduitgang is netjes aangegeven met stoepkrijt.
Wat is hier vannacht gebeurd? Wie zijn deze demonstranten? Hoe zijn ze georganiseerd? En hoe ver zijn ze bereid te gaan? Ook het lange antwoord is niet eenduidig.
Een voorbeeld. De vier barricades rond het protestkamp zijn aan het begin van de avond nog houtje-touwtje. Letterlijk: zo wordt een lattenbodem aan een kapotte stoel vastgeknoopt. Maar even na elf uur wordt een naburige bouwplaats geplunderd en wordt de boel verstevigd met hekwerken en tie-wraps. Dat doen geheel in het zwart geklede mannen, met zwarte mondkapjes, die er duidelijk ervaring mee hebben. Maar ook een jonge vrouw met een geruite minirok en lange laklaarzen doet mee.
Lees ook
‘Free Palestine’ en ‘Intifada’ klinkt het bij bezetting door pro-Palestijnse studenten van UvA-campus
Bloemetjesjurken
Onder de demonstranten zijn enerzijds doorgewinterde activisten, maar ook toevallige voorbijgangers. Zo is daar Jules Maximus, een geschiedenisstudent met snor, die vooraf van het protest op de hoogte was, actief is bij een politieke organisatie van socialistische jongeren, al eerder werd gearresteerd bij klimaatprotest, en voor de gelegenheid uit Amersfoort is gekomen. Hij weet bij de ontruiming arrestatie te vermijden en is de volgende ochtend net op tijd in Utrecht voor zijn werkcollege.
En zo is daar James van Rijckevorsel, twintig, die toevallig zijn scooter hier had geparkeerd, en spontaan aansloot, in zijn poloshirt. Tot 7 oktober was hij geen demonstratietype, maar hij zag op tv „met eigen ogen hoe kinderen worden vermoord – dat kun je gewoon niet goedpraten”. Hij is een etmaal blijven plakken, maar vertrekt even na middernacht omdat hij de volgende dag moet werken.
Er zijn demonstranten in klusbroeken die vooraf met zwarte stift het nummer van de bekende demonstrantenadvocaat Willem Jebbink op hun arm hebben geschreven. Maar er zijn ook trans mensen in wijde bloemenjurken. Leuzen klinken in het Engels, Frans, Arabisch en Nederlands. Er zijn honderden studenten, tientallen universiteitsmedewerkers (in rode hesjes), en sympathisanten van buiten de universiteit. Er zijn Amerikaanse en Duitse internationale studentes en heren op leeftijd. Er wordt gediscussieerd over de burgerparticipatie onder Stalin en over overeenkomsten tussen Netanyahu, Poetin en Hitler. Maar het gaat ook over aardse zaken als de laatste trein.
Aan de ene kant heerst hier ijzeren groepsdiscipline. Als een van de organisatoren (in oranje en gele hesjes) het woord wil, knijpen anderen boven hun hoofd hun vingers als een vogelbek op elkaar: als gebaar dat iedereen stil moet zijn. Dan volgen er veiligheidsvoorschriften. Mensen die een confrontatie met de politie liever voorkomen – low risk people genoemd – in de ene hoek. High risk people worden naar „barricade C” gestuurd, waar de inval van de politie wordt verwacht.
Demonstranten worden gesommeerd de orders woord voor woord te herhalen. „Herhaal wat ik zeg. De politie zegt dat ze ons gaan verwijderen. Wie wil kan nu het kamp verlaten. De oproerpolitie komt eraan. Vraag om je advocaat. Je advocaat is Jebbink. Accepteer niet de advocaat die je wordt aangeboden. Vertel de politie niets. ‘Geen commentaar’ op elke vraag. Raak je gezicht niet aan als ze traangas gebruiken. Raak niet in paniek.” Gedwee herhalen de demonstranten alle woorden.
Aan de andere kant lijkt er van dwang geen sprake en gaat iedereen zijn eigen gang. Zo is de demonstranten door de organisatie nadrukkelijk opgedragen niet met de pers te praten. Daarvoor is een speciale woordvoerder, ‘Spike’. Maar uiteindelijk willen de demonstranten toch graag delen wat ze op hun hart hebben en waarvoor ze gekomen zijn. Nederlandse media hebben onvoldoende oog voor Gaza, vinden ze. Ook de universiteiten hebben boter op hun hoofd. Ze vinden de UvA, door de banden met Israëlische instellingen, medeplichtig aan genocide.
Lees ook
Voor Amerikaanse studenten is een vrij Palestina het begin van een wereldwijde revolutie
Beginnetje
Heel duidelijk is dat de organisatie verstand heeft van protest en goed is voorbereid. Van chaos, meningsverschil of twijfel binnen de organisatie lijkt in de vijftien uur die deze bezetting duurt op geen enkel moment sprake. Zelfs als het kamp ’s avonds wordt binnengevallen door gewelddadige tegendemonstranten met fakkels. Die worden razendsnel het terrein afgewerkt.
Waar de organisatoren hun ervaring opdeden, wil woordvoerder Spike niet vertellen. Hij kan wel zeggen dat de protesten op de universiteitscampussen in de Verenigde Staten een inspiratiebron vormden. En dat de organisatoren ruime ervaring hebben met het protesteren tegen de Israëlische banden van Nederlandse universiteiten.
De organisatie bestaat uit twee studentengroepen: Students for Justice in Palestine, die al jaren een punt maakt van de banden met Israël, en AUFree Palestine, die pas sinds november actief is. Via sociale media als Instagram bereiken deze groepen andere groepen, zoals Dutch Scholars for Palestine, en sijpelen oproepen door naar andere communicatiekanalen, zoals appgroepen van gelijkgestemden op Signal.
Martijn Dekker is docent politicologie aan de UvA, deelnemer aan het protest en ook beroepsmatig gespecialiseerd in activisme. Hij ziet een grote mate van professionalisering bij de pro-Palestijnse beweging, en denkt dat die voortkomt uit de ervaringen die de klimaatactivisten van XR de laatste jaren in Nederland hebben opgedaan. Er zijn tussen deze groepen veel kruisverbanden en de gedachte dat verschillende vormen van maatschappelijk onrecht samenhangen (intersectionaliteit) is populair. Maar de barricades verrasten Dekker. „Dat fenomeen kennen we toch vooral uit Frankrijk.”
Dinsdag aan het einde van de middag is nog niet duidelijk hoe het protest verder gaat. Er is door universiteitsmedewerkers opgeroepen tot een staking, maar het is niet bekend in welke mate daar gehoor aan wordt gegeven. Om vier uur is een nieuw protest begonnen, met honderden deelnemers, tegen het politieoptreden van vannacht. Maar bovenal om de eis, het verbreken van de banden met Israëlische instellingen en bedrijven, te herhalen. Op de campus is dinsdagmiddag weer veel politie aanwezig, om een herhaling van de dag ervoor te voorkomen.
Niemand wil het hardop zeggen, maar de demonstranten verwachten dat het protest zal overslaan naar andere Nederlandse studentensteden, zoals Delft. Daar verrees één tentje, waarin vanmiddag iemand lag te slapen die de voorbije nacht bij het protest in Amsterdam was. De eigenaar van de tent, student Tom (achternaam bekend bij de redactie), was niet van plan zelf in zijn tent te overnachten. „Het is meer een statement”. En een beginnetje, hoopt hij, van iets groters.
M.m.v. Ruben Stift
Lees ook
De pro-Palestijnse studentenprotesten in de VS zijn vooral een moreel theater