Helemaal op haar plek leek Vera Bergkamp als voorzitter nooit

Profiel

Tweede Kamerverkiezingen De lijst met vertrekkende Kamerleden wordt steeds langer. Vera Bergkamp, Kamerlid voor D66 sinds 2012, stelt zich niet herkiesbaar als voorzitter van de Tweede Kamer. Ze wist tijdens haar voorzitterschap niet in haar rol te groeien.

Vera Bergkamp eerder deze maand tijdens de herdenking van de oorlog in Nederlands-Indië.
Vera Bergkamp eerder deze maand tijdens de herdenking van de oorlog in Nederlands-Indië. Foto Phil Nijhuis / ANP

Over de toekomst van de Tweede Kamervoorzitter hoeft niemand meer te speculeren. Vera Bergkamp neemt geen plek in op de kandidatenlijst van D66 voor de verkiezingen en keert daarmee zeker niet terug in de Tweede Kamer, die op zoek zal moeten gaan naar een nieuwe voorzitter.

Daarmee sluit Bergkamp aan in een lange rij van ministers en ervaren Kamerleden die de afgelopen weken hun vertrek aankondigden. „Een nieuwe politieke fase breekt aan”, schreef ze donderdag in haar afscheidsbrief. „Daarom vind ik dat het voor mij nu tijd is voor iets nieuws.”

Het was al de vraag of Bergkamp, Kamerlid sinds 2012 en voorzitter sinds 2021, later dit jaar opnieuw voor het Kamervoorzitterschap zou gaan. Helemaal op haar plek leek ze nooit in de voorzittersstoel, en onder Tweede Kamerleden genoot ze vanaf dag één maar beperkt steun.

Wantrouwen

Dat begon al met haar verkiezing, kort na de Tweede Kamerverkiezingen waarbij D66 als tweede achter de VVD was geëindigd en midden in een tumultueuze formatie belandde. Haar tegenstanders in de strijd om het voorzitterschap, Khadija Arib (PvdA) en Martin Bosma (PVV), werden in één ronde door Bergkamp afgetroefd. Maar het beeld dat ze haar positie te danken had aan een potje handjeklap van de coalitie, kon ze nooit helemaal wegnemen.

Hoe kon dat? Dat de voorzitter op de barricaden dient te springen voor de Tweede Kamer als het parlement niet goed geïnformeerd wordt of gepasseerd wordt bij belangrijke besluiten, waardoor de voorzitter vaak tegenover het kabinet staat, betekent automatisch dat een Kamerlid van de coalitie op de voorzittersstoel met enig wantrouwen vanuit de oppositiebanken wordt bekeken.

In haar afscheidsbrief schrijft Bergkamp dat ze met „een gevoel van dankbaarheid” vertrekt

Het hielp niet dat D66-leider Sigrid Kaag terloops verteld had dat ze met VVD-leider Rutte na de verkiezingen had gesproken over een D66-kandidatuur voor het voorzitterschap. Dat stuitte een groot deel van de oppositie tegen de borst: werd het voorzitterschap hier ingezet als ruilmiddel om D66 naar de formatietafel te lokken?

En dan was er nog de vraag hoe autonoom Bergkamp zou opereren. Kaag zei ook dat ze van tevoren wist dat Bergkamp zich zou gaan kandideren. Arib was jaren eerder bij háár succesvolle kandidatuur tegen haar eigen partijtop ingegaan. Dát zagen Kamerleden liever, fluisterden ze.

Lees ook dit artikel: Onder voorzitter Vera Bergkamp gaat het vaak mis

Incidenten

Gezag kun je winnen, al kost het soms tijd. Maar het lukte Bergkamp niet in haar rol te groeien. Ze verhaspelde namen en wanneer ze aarzelde, keek ze soms eerst naar de kabinetsleden in vak K voordat ze een besluit nam. Dat bleek een misser, want juist in de nieuwe Tweede Kamer die Bergkamp mocht leiden, diende zich het ene na het andere incident aan dat om een kordate reactie vroeg.

Hofleverancier van incidenten was Forum voor Democratie, dat op volle kracht zaagde aan de legitimiteit van het kabinet en het parlement vanuit de Kamerbankjes. Helemaal nieuw waren zulke incidenten niet: met de PVV was iedereen wel een relletje gewend. Wel nieuw was dit: andere Tweede Kamerleden lieten het er niet langer bij zitten. En ze spraken daarbij niet alleen de politicus aan, maar ook de voorzitter.

„U bent scheidsrechter, u bent geen procesbegeleider in deze Kamer”, zei het onafhankelijke Kamerlid Pieter Omtzigt toen Geert Wilders zich in januari 2022 in harde bewoordingen uitliet over andere Kamerleden en journalisten. Sylvana Simons van Bij1 „smeekte” Bergkamp in hetzelfde debat het voor Kamerleden veiliger te maken.

Een nieuwe aanvaring diende zich aan bij de Algemene Beschouwingen, toen FVD-leider Thierry Baudet het persoonlijk maakte tijdens zijn betoog en Sigrid Kaag linkte aan spionage-activiteiten. Bergkamp schorste eerst en legde het debat pas stil toen het voltallige kabinet uit de zaal wegliep. De Arib-nostalgie in de Tweede Kamer stak de kop op, al had ook Arib PVV en FVD vaak met zachte hand voor zich gewonnen.

Dolksteek

Het was uitgerekend Arib die de hoofdrol speelde in de grootste discussie van Bergkamps voorzitterschap. Vorig jaar lekte via NRC uit dat de acht Kamerleden die het dagelijkse bestuur van de Kamer vormen, het presidium, hadden besloten een extern onderzoek in te stellen naar het gedrag van Arib. Er waren klachten binnengekomen over de wijze waarop zij als Kamervoorzitter haar ambtenaren had behandeld. Nu Arib een enquêtecommissie ging leiden, kwamen die naar boven.

Alle acht leden van het presidium stonden achter de beslissing, inclusief Aribs eigen PvdA. De landsadvocaat had ook aangeraden om zo’n onafhankelijk extern onderzoek in te stellen.

Toch draaide de discussie al snel niet meer om Arib, maar om Bergkamp, Aribs opvolger en voorzitter van het presidium. Arib hekelde in haar reactie de manier waarop ze het nieuws via de media moest vernemen en zei dat ze zich niet kon verdedigen. Ze noemde het onderzoek „een politieke dolksteek” en stelde resoluut: „Vera Bergkamp is hier verantwoordelijk voor.”

Bergkamp verhaspelde namen en als ze aarzelde, keek ze soms eerst naar de kabinetsleden voor ze een besluit nam

De uitkomst van het externe onderzoek wordt dit najaar verwacht. In de tussentijd legde de volledige ambtelijke top van de Tweede Kamer het werk neer en stapte Arib op uit de Kamer. Bergkamp spreekt in haar afscheidsbrief van „een lastige tijd”. Arib noemt ze niet bij naam, maar het is duidelijk waarop ze doelt. „Het werken aan de sociale veiligheid staat nu hoog op de agenda. Het is belangrijk dat als ambtenaren klachten hebben over een onveilige werksfeer dat dit serieus wordt genomen.”

In haar afscheidsbrief schrijft Bergkamp dat ze met „een gevoel van dankbaarheid” uit de Kamer vertrekt. Ze is blij dat Kamerleden beter ondersteund worden en dat stemmingen minder vaak diep in de avond plaatsvinden. Wat ze hierna wil doen, laat ze in het midden. „Voilà!, zoals Emma en Barbara Pravi zo prachtig zingen.”

Lees ook dit artikel: Het onderzoek naar Khadija Arib gaat nu ook over Vera Bergkamp