Het Muziekgebouw in Amsterdam komt dit weekend weer even helemaal bij zijn kern: moderne klassieke muziek programmeren die wat verdieping vraagt van de luisteraar, maar die daardoor enorm kan raken. Vier dagen krijgen bezoekers muziek van de Finse componist Kaija Saariaho (1952-2023) geserveerd. Op de openingsavond, donderdag, krijgt de lekker volle zaal zowel Saariaho’s eerste soloconcert, vioolconcert Graal théâtre (1994), als haar allerlaatste voltooide werk, trompetconcert HUSH (2023).
Het eerste deel van Graal Théâtre heet dan wel ‘Delicato’, soloviolist Joseph Puglia zet in op een uit onvastheid geboren schizofrene paniek: paniek vanwege zijn vluchtig zoekende streek, alsof hij een tooncentrum maar niet kan vinden, en schizofreen omdat door streekjes op een naastgelegen snaar bijstemmetjes lijken te klinken. Orkest Asko|Schönberg speelt ondertussen een spooktheater, waar voortdurende dreiging uiteindelijk enger blijkt dan daadwerkelijk gevaar.
Puglia is niet alleen technisch geweldig, hij blijkt ook een sterk verhalenverteller: langzaam wint zijn betoog aan kracht. Dirigent Ernest Martínez Izquierdo laat A|S meegroeien en weerwoord bieden, tot aan het einde van ‘Delicato’ de twee, solist en orkest, samen lijken te zijn gegroeid. In het andere deel, ‘Impetuoso’, krijgt Puglia iets minder verhalenverteltijd: daarvoor heeft hij – met stille tussenpozen – te veel over het hele spectrum verspreide snelle noten. Maar als de rust aan het einde terugkeert, is het alsof Puglia voor het eerst de rust vindt om met afschuw terug te kijken.
Violist Puglia is niet alleen technisch geweldig, hij blijkt ook een sterk verhalenverteller
Leuk en imposant detail: voor de rest van het programma schuift Puglia gewoon aan in het ensemble. Dat is ongebruikelijk – een solist richt zich eigenlijk altijd louter op diens soloconcert, want dat is al moeilijk genoeg. Maar Puglia draait zijn hand niet om voor nog twee ingewikkelde partijen. Vóór HUSH klinkt nog een klein orkestwerkje, Solar, dat zich duidelijk in hetzelfde klankuniversum afspeelt als Graal théâtre, al is het nu wat massiever. Er schijnt ook elektronica mee gemoeid te zijn, en inderdaad staan er een laptop en een keyboard naast een van de piano’s. Af en toe wisselt de pianist even van klavier, maar het verschil is niet te horen. Steeds als je denkt: dit zal wel elektronisch zijn, is het toch weer een akoestisch instrument in een gek register of met een opvallend contrasterend solootje.
Lees ook
‘Vijf luistertips: Sciencefictionmadrigalen en de akoestiek van een besneeuwd landschap: in Amsterdam hoor je dit weekend het klankuniversum van componist Kaija Saariaho’
Trompet als muilkorf
HUSH schreef Saariaho toen ze wist dat ze stervende was. Onder andere het geluid van de MRI-scans waren inspiratie. Ze schreef het voor jazztrompettist Verneri Pohjola, die ook donderdag de solist is. Hij lijkt gespannen, of op zijn minst diep geconcentreerd. Als hij even niet speelt, grijpt hij zijn trompet vast als iemand die houvast probeert te vinden aan een reling. Hij fronst, schudt nee, zucht; het beeld matcht op geen enkele manier met zijn topprestatie.
Weer is er dat omineuze landschap, maar nu klinkt er eerder een lege vlakte, ondanks dat A|S flink is uitgebreid (met veelal jonge musici, leuk). Pohjola speelt noten en zelfs trillers die meer lucht dan toon zijn. Het klinkt verdwaald, verloren, als een jazztrompetist met amnesie. Af en toe speelt hij een oorverdovende uitroep, die eindigt in rochelen, wiebelen en zuchten. Weer zijn er die schizofrene bijgeluiden.
En dan is er in het derde deel ‘What ails you?’ een moment dat nu al linea recta het lijstje meest memorabele momenten van 2025 in gaat. De paniek die Saariaho in Graal théâtre al had is terug, maar nu op een claustrofobische manier – Pohjola’s trompet krijst als een kleine dinosaurus. Zijn speler en trompet eigenlijk wel één, begin je je af te vragen. Nee, blijkt, als Pohjola het ineens uitschreeuwt, alsof zijn trompet hem tot dan toe de mond snoerde en hij zich één seconde los weet te wurmen. Het is een bloedstollend moment, zeker omdat hij zelf zijn trompet weer terug op zijn mond forceert, terwijl hij door blijft gillen, zodat zijn doodsangst door een trompettoon heen klinkt.
In het slotapplaus houdt dirigent Izquierdo nog even de partituur van HUSH omhoog: het laatste applaus is voor Saariaho.
Lees ook
Lees ook een interview met Kaija Saariaho: ‘Een ouder geeft zichzelf overal de schuld van’
