De plotselinge dood bij een helikopterongeluk van de Iraanse president Ebrahim Raisi dit weekend zadelt de 85-jarige opperste leider, ayatollah Ali Khamenei, op met een lastig probleem. Hoe kan hij de continuïteit garanderen van het fundamentalistische regime dat hijzelf meer dan wie ook belichaamt zonder dat het draagvlak daarvoor onder de Iraanse bevolking steeds meer afbrokkelt, met name onder jongeren?
Het is niet dat de heerschappij van de aanhangers van de harde conservatieve lijn onmiddellijk gevaar loopt. Zowel binnen de regering als in het parlement en het justitieel apparaat hebben ze de touwtjes al enige jaren stevig in handen. Maar Iran heeft sinds de islamitische revolutie van 1979, die van het land een theocratie maakte, ook altijd de pretentie hoog proberen te houden dat het er tegelijkertijd een democratisch systeem op na houdt. En mede door de aanhoudende economische malaise en het keihard neerslaan van protesten dalen de opkomstcijfers bij verkiezingen de laatste jaren snel. Ook het feit dat kandidaten die Khamenei niet bevallen van de kieslijst worden geweerd, versterkt die trend.
Lees ook
Hardliner Raisi, die duizenden politieke gevangenen liet executeren, was als president van Iran weinig geliefd
Rouwperiode
Een eerste test voor dat draagvlak zijn de vijf dagen van nationale rouw die het bewind maandag afkondigde, nadat het helikopterwrak bij het dorpje Tavil was gevonden. Het regime pakt zulke staatsbegrafenissen vaak groots aan om er zijn macht mee te etaleren. Ook nu zal de uitvaart niet alleen via Teheran gaan, maar ook langs de voor sjiieten heilige stad Qom. Daarna wordt Raisi in zijn geboorteplaats Mashad begraven. Maar als er geen grote volksmassa’s op de been komen voor de weinig populaire Raisi – anders dan zijn voorgangers vooral beschouwd als een lakei van zijn beschermheer Khamenei – zou dat pijnlijk gezichtsverlies voor het regime betekenen.
De begrafenis van de populaire generaal Qassem Soleimani, gedood bij een Amerikaanse drone-aanval in Bagdad, trok in 2020 naar schatting een miljoen Iraniërs. In schril contrast daarmee waarschuwde Irans Openbaar Ministerie maandag dat mensen die Raisi’s dood openlijk zouden vieren op strafmaatregelen kunnen rekenen. Die waarschuwing volgde nadat er in de nacht van zondag op maandag hier en daar vreugdeschoten waren gelost. Er patrouilleren de laatste dagen ook al opvallend veel politiemensen en leden van andere veiligheidsdiensten in de straten.
Vooral in de grote steden worstelt het regime steeds meer met zijn geloofwaardigheid. Bij de tweede ronde van de parlementsverkiezingen in de hoofdstad Teheran nam eerder deze maand slechts 7 procent van de kiezers de moeite om zijn stem uit te brengen. Zo’n debacle bij de komende presidentsverkiezingen – die binnen zeven weken moeten worden gehouden – willen Khamenei en de zijnen graag voorkomen.
Maar het is lastig een presidentskandidaat te vinden die net zo volgzaam is als Raisi en die ook nog eens te laten verkiezen met een goede opkomst. Khamenei zou dat kunnen ondervangen door meer liberale kandidaten toe te laten, maar het is twijfelachtig of hij dat aandurft. Met oud-presidenten als Hassan Rohani, Mahmoud Ahmadinejad, Mohammad Khatami en Hashemi Rafsanjani, die meer hun eigen baas waren dan Raisi, had de opperste leider regelmatig aanvaringen.
Sanam Vakil, een Iran-deskundige van de Britse denktank Chatham House, zei tegen The New York Times, dat ze in Iran al enige tijd een tred bespeurt waarin de opperste leider zijn macht steeds nadrukkelijker laat gelden. „Het is een systeem dat steeds verder afraakt van zijn republikeinse wortels en meer autoritair wordt”, zei zij. „Zolang hij [Khamenei] zich op zijn gemak voelt met controle via repressie, en zolang de elite zijn eenheid bewaart, moet je geen verandering verwachten.”
Machtsstrijd
De Iraanse president is overigens aanzienlijk minder machtig dan de voor het leven benoemde opperste leider. Khamenei, die ayatollah Ruhollah Khomeiny in 1989 na diens dood opvolgde, heeft sindsdien alle belangrijke beslissingen genomen. De president gaat slechts over de lopende zaken in het landsbestuur, maar het presidentschap kan wel dienen als opstapje om vervolgens opperste leider te worden, zoals Khamenei zelf bewees.
De dood van Raisi, die ook gold als een belangrijke kandidaat voor de opvolging van de in zwakke gezondheid verkerende Khamenei, zal naar verwachting ook de machtsstrijd aanwakkeren tussen de overgebleven kanshebbers. Maar ook voor hen zou het presidentschap als opstapje kunnen fungeren. Veel genoemde kandidaten zijn de huidige voorzitter van het parlement, Mohammad Bagher Ghalibaf, en de vroegere parlementsvoorzitter Ali Larijani, die vroeger ook betrokken was bij de onderhandelingen over een nucleair akkoord met de Verenigde Staten.
Ook Khamenei’s zoon Mojtaba, net als zijn vader een sjiitische geestelijke, wordt soms genoemd als opvolger. Maar met zo’n dynastieke benoeming zou het regime verder aan geloofwaardigheid inboeten, want het heeft zich altijd afgezet tegen de erfopvolging zoals die onder de afgezette sjah bestond. De vraag is ook of Mojtaba de hoogste functie zou kunnen bemachtigen als zijn vader eenmaal van het toneel zou zijn verdwenen.
Niet alleen de geestelijkheid, maar ook de Revolutionaire Garde is een belangrijke factor. Deze elitetroepen hebben hun toch al grote invloed onder Raisi verder weten uit te bouwen. De Garde heeft ook een aanzienlijk deel van de Iraanse economie in handen en let er angstvallig op dat politici hun belangen niet bedreigen. Sommige analisten sluiten niet uit dat een nieuwe president voor het eerst uit hun gelederen zou kunnen komen.
Lees ook
‘Zijn muziek geeft mensen moed. Dat is precies waarom het Iraanse regime Toomaj dood wil’