Hans Bruggeman legde de hippietijd in Amsterdam van binnenuit vast

Hans Bruggeman, uiterst links, op een in 1970 bij hem thuis gemaakte groepsfoto voor het underground magazine Fox

Interview

Fotografie Hans Bruggeman fotografeerde de swinging sixties in Amsterdam. Ruim veertig jaar na zijn dood maakte zijn dochter Lotus een boek met de foto’s van haar hippievader.

Hoe sixties wil je het hebben? Hans Bruggeman (1939-1980) maakte in de jaren zestig foto’s van de bloeiende undergroundcultuur in Amsterdam. Opnamen die de tijd ademen van Provo, de Kabouterbeweging, happenings en de liberalisering van drugs en seksualiteit.

Als actief lid van de hoofdstedelijke kunstenaarsscene kende Bruggeman de andere hoofdrolspelers. Hij woonde happenings bij en fotografeerde hippies in het Vondelpark. De dichters Johnny the Selfkicker en Simon Vinkenoog portretteerde hij. Net als de piepjonge schrijver Kees van Kooten, acteurs uit de flowerpower-musical Hair, en Marijke Koger en Josje Leeger van het kunstenaarscollectief The Fool, dat kleding, posters en hoezen ontwierp voor Boudewijn de Groot, Procol Harum en The Beatles.

Ruim veertig jaar lagen de negatieven en afdrukken van Bruggeman in dozen in het ouderlijk huis van Lotus Michiko Bruggeman-Thieme (51). Toen haar moeder twee jaar geleden een hartinfarct kreeg en Lotus Bruggeman veel bij haar over de vloer kwam, begon ze de dozen door te vlooien. Haar verbazing was groot. „Holy Moly, wat heeft mijn vader veel belangrijke momenten in de geschiedenis van Amsterdam vastgelegd.”

Lotus Bruggeman maakte een boek: Wildflowers. „De mensen die erin staan waren een beetje ruig, geen kasplantjes”, zegt ze over de titel.

Het resultaat is een voorbeeldig vormgegeven en gecomponeerd boek, met ruim honderd gruizige zwart-witfoto’s. Foto’s die doen denken aan die van bekende jarenzestigfotografen als Ed van der Elsken, Cor Jaring en Johan van der Keuken. Waarom zijn hun foto’s dikwijls gepubliceerd en staat Hans Bruggeman zelfs in geen enkel fotografisch naslagwerk vermeld?

Hippies en boedhisten

Haar vader was niet zo bezig met bekend worden, zegt Lotus Bruggeman. „Mijn ouders waren hippies en actieve boeddhisten. Ze experimenteerden met drugs en hebben ook met diverse mensen samengewoond. Met het gezin trokken we vaak de natuur in. De kleren uit en dan eetbare paddestoelen plukken. Na mijn geboorte, in 1972, ging mijn vader streetcornerwork doen, zoals maatschappelijk werk toen werd genoemd. Hij begeleidde een project in het Vondelpark: jongeren mochten in het park slapen en blowen.”

Op zijn veertigste overleed hij aan een longontsteking. Zijn dozen met foto’s bleven daarna decennialang op de plank liggen.

De doka van haar vader was op zolder. Soms mocht ze met hem mee naar boven, vertelt Lotus Bruggeman. „Mijn vader had een babyfoon geïnstalleerd, zodat hij met mijn moeder kon communiceren. Voor mij was het een magische ruimte. Door de chemicaliën rook het er vreemd en op een rood lampje na was het er donker. En dan begon het toveren: zo’n belicht vel papier in de ontwikkelaar en dan zag ik langzaam mensen die ik kende tevoorschijn komen.”

Ze had precies voor ogen, zegt ze, wat voor soort boek ze wilde maken. Een matzwart, enigszins melancholisch boek, in de eerste plaats bestemd voor haarzelf, haar broer en haar moeder. „Alle foto’s van lachende mensen heb ik geëlimineerd”, zegt ze. „Soms zag ik aan de negatieven hoe portretsessies verliepen. Dat het begon met giechelen, dat daarna de kleren uitgingen en dat hij dan mooie naakten schoot.”

Voor de selectie en de compositie van het boek nam ze de tijd. Ze maakte er ook een playlist bij: achterin staat bij elke foto een toepasselijk nummer, van Jefferson Airplane, Janis Joplin en andere helden van weleer.

Om haar verbondenheid met haar vader te benadrukken voegde ze een klein aantal zelfgemaakte foto’s toe. „Een echte fotograaf, zoals mijn vader, ben ik niet. Ik maak weleens een foto. Als je veel reist, zoals ik heb gedaan, heb je weleens een toevalstreffer.”

Lieverdje

Wildflowers liet ze in een oplage van slechts 300 exemplaren drukken bij drukkerij Rob Stolk, opgericht door de in 2001 overleden oud-Provo. In het boek staat een foto van Stolk bij Het Lieverdje, het beeld op het Spui in Amsterdam waar de Provo’s op zaterdagavonden bijeenkwamen om pamfletten uit te delen. Stolk was een voorganger. In het eenmalig verschenen blaadje Barst (1965) had hij te kennen gegeven te streven naar „een wereld waar woorden als neuken, kut, lul, kapotje, godverdomme” gewoon zijn, terwijl „oorlog, geweldpleging, militair, autoriteit, apartheid, diskriminatie, sociale ongelijkheid, effektenbeurs, geloof” tot de „uitermate vieze woorden” gerekend worden.

Lotus Bruggeman: „Als achtjarige schaamde ik me soms dat ik uit zo’n ander gezin kwam, dat wij niet naar de Costa Brava maar naar Japan op vakantie gingen. Net als mijn klasgenoten wilde ik een Snoopy-trui. Pas later voelde ik trots over mijn bijzondere jeugd.”

Toen ze de eerste drukproef van Wildflowers in handen kreeg brak ze. „Je staat in een boek, pappa, dacht ik.” Tot haar grote plezier ligt haar vader inmiddels ook in de boekwinkel van het Stedelijk Museum. De vraag of het niet tijd wordt voor een tentoonstelling van zijn foto’s brengt Lotus Bruggeman in verlegenheid. Ze is al blij, zegt ze, als een paar mensen plezier aan het boek beleven. „Ik ben zelf ook een beetje een hippie.”

Hans Bruggeman en Lotus Michiko Bruggeman-Thieme: Wildflowers. Eigen beheer, 160 blz, €59,00