Handelsakkoord tussen de VS en Japan: Tokio moet pijnlijke offers brengen, maar behoudt controle over zijn markt

Met nog een week te gaan tot de deadline van 1 augustus hebben de Verenigde Staten en Japan een akkoord bereikt over importheffingen: het oorspronkelijke dreigement van president Trump van 25 procent wordt afgezwakt naar 15 procent.

Trump spreekt triomfantelijk over „het grootste handelsakkoord in de geschiedenis”, maar achter deze grote woorden schuilt vooral een bekend patroon. Japan maakt concessies en belooft zijn markt te openen voor Amerikaanse producten, maar behoudt zorgvuldig de regie.

Premier Ishiba reageerde vanuit Tokio gematigd positief. Hij benadrukte vooral dat Japan erin is geslaagd de gevreesde importquota op auto’s en onderdelen af te wenden. „Een belangrijke prestatie”, vertelde hij verslaggevers direct na de bekendmaking van het akkoord. Het land heeft daarbij toegezegd om omgerekend ruim 468 miljard euro te investeren in de Amerikaanse economie. Volgens Trump zal dit goed zijn voor „honderdduizenden banen”. Mooie cijfers, waar beide wereldleiders thuis mee kunnen pronken. Een „win-win” volgens de Amerikaanse president.

Eindeloos

Maar Japan heeft pijnlijke offers moeten brengen. Experts wijzen erop dat de importheffingen, hoewel lager dan eerder aangekondigd, nog altijd serieuze barrières vormen voor de groei van Japanse bedrijven in de VS, hun belangrijkste buitenlandse afzetmarkt. Volgens economen kostten eerdere heffingen op de autosector alleen al bijna een half procentpunt aan nationale groei. Ook blijven invoertarieven op staal en aluminium onveranderd hoog, op 50 procent.

In de landbouw stelt Japan zich voorzichtig op. Premier Ishiba bevestigde dat het land Amerikaanse rijst zal toelaten, maar wel uitsluitend binnen de bestaande importregels die een beperkte invoer toelaten onder vaste quota, terwijl hoge heffingen daarbuiten markttoegang ontmoedigen. Dat betekent concreet dat Amerikaanse rijst vooral de plek gaat innemen van andere landen die hun rijst naar Japan exporteren, maar dat de totale hoeveelheid geïmporteerde rijst onveranderd blijft. De kleine, inefficiënte boerenbedrijven blijven daarmee beschermd, precies zoals Japan het al decennia doet.


Lees ook

Lees ook: Stijgende rijstprijs raakt iedere Japanner en zet regeringspartij onder druk. ‘We moeten snel zijn met een oplossing’

Door de overheid opgeslagen rijst wordt klaargelegd in een Japanse supermarkt in Tokio. Foto’s Issei Kato/Reuters; Yuichi YAMAZAKI/AFP

Dit akkoord past daarmee naadloos in een lange reeks van eerdere onderhandelingen met handelspartners waarin Japan onder druk formeel de markt opende, maar via subtiele regelgeving alsnog controle hield. Zo verlaagde Japan in de jaren negentig importtarieven op wijn, maar voerde tegelijk zulke complexe inspectieprocedures in dat buitenlandse producenten de moed opgaven. Pas in de laatste tien jaar weten buitenlandse exporteurs, met hulp van dure Japanse tussenpersonen, een voet tussen de deur te krijgen.

Het nieuwe handelsakkoord is vooral een bevestiging van oude gewoontes

Ook farmaceutische producten kregen na internationale afspraken te maken met eigen, Japanse toelatingseisen. Zo werden buitenlandse medicijnen, ondanks eerdere goedkeuring in de VS of Europa, verplicht tot uitgebreide klinische tests op Japanse patiënten om aan te tonen dat ze „geschikt waren voor Japanners”. Dit vertraagde de markttoegang aanzienlijk, vaak met jaren, waardoor Japanse fabrikanten ondertussen hun eigen vergelijkbare middelen konden produceren en hun dominante marktpositie behielden. Het gevolg was dat buitenlandse producenten nauwelijks toegang kregen in de omvangrijke Japanse geneesmiddelenmarkt.

Dit soort voorbeelden zijn eindeloos: voor telecommunicatieapparatuur bleven unieke Japanse standaarden gelden, waarmee buitenlandse leveranciers werden geweerd. En in de autosector liepen Amerikaanse merken vast op technische voorschriften en gebrek aan toegang tot distributiekanalen.

Japanse bureaucraten

Het nieuwe handelsakkoord is dus vooral een bevestiging van oude gewoontes. Op papier zijn er formele concessies waarmee Amerikaanse bedrijven toegang krijgen tot de Japanse markt, maar in praktijk blijven indirecte handelsbeperkingen en regelgeving intact. De Japanse consument zal er weinig van merken, alleen Amerikaanse exporteurs zullen worstelen met de complexe regels waarmee Tokio zijn eigen bedrijven blijft beschermen.


Lees ook

Lees ook: Japanse autoliefhebbers betalen de prijs voor Trumps tarieven

De gouden Hummer op het festivalterrein van autoshow Moon Eyes Street Car Nationals in Tokio.

In Japan groeit desondanks de politieke kritiek op premier Ishiba vanwege wat de oppositie omschrijft als „buitensporige concessies” aan de VS, vooral vanwege de belofte van honderden miljarden aan investeringen: in totaal meer dan 13 procent van het bruto binnenlands product. De grootste oppositiepartij CDP eist inmiddels een parlementair onderzoek.

Beleggers reageerden echter positief op de omvangrijke investeringsbelofte van Japan in de Amerikaanse economie. De Japanse Nikkei-index klom flink na de bekendmaking van het akkoord en bereikte het hoogste niveau van dit jaar. Ook de yen verstevigde ten opzichte van de dollar, waarmee een einde kwam aan maandenlange druk op de Japanse munt vanwege onzekerheid rondom de handelsrelatie met de VS.

De cruciale vraag voor de komende jaren blijft of dit akkoord iets wezenlijks zal veranderen aan de gesloten aard van de Japanse markt. Waarschijnlijk niet. Japan geeft opnieuw toe, maar enkel binnen zelf gestelde grenzen. Trump viert openlijk de overwinning, terwijl Japanse bureaucraten in Tokio achter de schermen voorzichtig aan de touwtjes blijven trekken.